Faculteit Psychologie en Pedagogie in cijfers

Glijd met je cursor over de grafiek voor de specifieke aantallen; je kunt jaartallen, periodes of variabelen selecteren, sorteren of apart weergeven door je muis ingeklikt te houden en te slepen; bekijk de grafiek full screen.
 

De school start met weinig en atypische studenten

In oktober 1928 starten 51 studenten met het driejarig licentiaat in de opvoedkunde aangeboden door het nieuwe Hoger Instituut voor Opvoedkunde (HIO), de directe voorloper van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (PPW). Het zijn bijna allemaal studenten die al werken als onderwijzer of leraar. De lessen vinden daarom zoveel mogelijk na 16u of op zaterdag plaats. Het zijn mensen met een passie voor onderwijs en opvoedkunde: carrièremogelijkheden biedt de licentie omzeggens niet en de leeromstandigheden aan de weinig gastvrije faculteit Letteren en Wijsbegeerte zijn niet bijzonder stimulerend. Het diploma biedt weinig meer dan zelfvervolmaking. De groep telt veel vrije studenten: in het interbellum schrijft zich gemiddeld slechts 60% ook in voor de examens. Als je de toeloop aan studenten in 1928 buiten beschouwing laat, trekt het HIO tot aan de programmahervorming in 1938, met weinig populaire studieduurverlening, gemiddeld 12 eerstejaarsstudenten per jaar aan. Dat is niet zo veel.

De kleinste wordt de grootste faculteit

De faculteit PPW lijkt meer dan andere faculteiten conjunctuurgebonden. Het studentenaantal stijgt er zowel in de eerste (1955-1970) als de tweede (1990-2005) massificatieperiode eerder, sterker en langer dan in andere faculteiten. Tussen 1954 en 1963 stijgt het studentenaantal met een jaarlijks gemiddelde van 20% van 76 naar 285 studenten. De UGent ziet haar bevolking in die periode maar met gemiddeld 6% stijgen en begint pas rond 1960 aan haar grote sprong. Numeriek zijn de pedagogen en psychologen op het einde van de massificatie nog steeds een kleine minderheid aan de UGent. Bij de verzelfstandiging van het HIO tot faculteit in 1969 staan ze op de 6de (van 10) plaats(en). Eenzelfde tendens is te zien in de jaren 1990-2005. De PPW groeit dubbel zo snel aan dan de rest van de UGent. Tussen 2000 en 2005 is de faculteit de grootste. In het economisch minder gunstig decennium dat daarop volgt, groeit het aantal studenten iets minder aan (2%) dan aan de rest van de UGent (5%) en wordt de faculteit Geneeskunde de grootste.

Niet meer studenten maar een langere studietijd

Als de PPW net als de andere sociale wetenschappen populair is in economisch voorspoedige tijden, zou je omgekeerd verwachten dat de faculteit het slecht doet in de crisisjaren 1970. Tussen 1972 en 1975 daalt het studentenaantal inderdaad met een 150 tal tot 642 studenten om zich vanaf 1977 weer te herstellen. Die stijging is niet zozeer het gevolg van een stijgende instroom, maar van een verlenging van de studieduur van vier naar vijf jaar in 1973. Het stijgingseffect van die verlenging is uiteraard pas zichtbaar vanaf vijf jaar later in 1977/78.

De meest vrouwelijke faculteit

In de economisch nog slechtere jaren 1980 daalt het studentenaantal van de PPW verder met 20%. Het verlies is hoofdzakelijk op het conto te schrijven van het aantal mannelijke studenten. Vanaf 1981 telt de faculteit meer vrouwen dan mannen. Dat is vijf jaar na de Letteren en Wijsbegeerte maar 15 jaar vóór het algemene genderevenwicht aan de UGent bereikt wordt. Vanaf 1981 neemt de vervrouwelijking alleen maar toe. In 1990 maken ze al 68% van de studentenbevolking uit, in 2000 74% en in 2014 82%! De PPW is de meest vrouwelijke van de faculteiten, op de voet gevolgd door de faculteit Farmaceutische Wetenschappen (76%), Diergeneeskunde (76%) en Geneeskunde (65%). En neen, hetzelfde kan niet gezegd worden voor het professorenkorps.

Met dank aan de lerarenopleiding

De populariteit van de opleiding psychologie in de jaren 1990 en 2000 is onmiskenbaar. Maar het hoge totaalcijfer heeft de PPW natuurlijk ook te danken aan de lerarenopleiding. Ongeacht de vooropleiding wordt iedereen die een lerarenopleiding volgt, een student van de PPW. In de periode 2000-2005, als de faculteit de grootste is van de UGent, is de opleiding goed voor 35-40% van het studentenaantal. In topjaar 2006/07 zijn dat 1785 van de 4821 studenten. Veel studenten willen op de valreep voor de programmahervorming van 2007/08 hun lerarendiploma behalen. Vanaf dan kost hen dat 60 studiepunten of een volledig studiejaar in plaats van 34 studiepunten. Het aantal studenten van de lerarenopleiding situeert zich sindsdien rond de 10% van de totale faculteitsbevolking.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
6 maart 2016

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. "Faculteit Psychologie en Pedagogie in cijfers." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 18.08.2017. www.ugentmemorie.be/artikel/faculteit-psychologie-en-pedagogie

Methodologie

De grafieken tonen voltijdse, unieke studenten in eerste, tweede en derde opleidingscyclus.

In de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (1928/29-2016/17) zijn begrepen:

  • Hoger Instituut voor Opvoedkunde (HIO) (1928-1967), directe voorloper van de faculteit
  • Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (1968-2017)
  • Departement voor Lerarenopleiding (1989-1997)
  • Opleidingen Algemene I Lerarenopleiding en Specifieke Lerarenopleiding (2003-2017)

 

Bibliografie

Danniau, Fien. "Faculteitsgeschiedenis Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Maatschappelijk engagement in gedwongen huwelijken." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 02.06.2015. http://www.ugentmemorie.be/artikel/faculteitsgeschiedenis-psychologie-en...
De Clerck, Karel. 75 jaar pedagogische wetenschappen aan de Gentse universiteit. Gent: Archief RUG, 2002. (Uit het verleden van de RUG 43.)
De Keyser, Paul. "Het Hoger Instituut voor Opvoedkundige Wetenschappen." In Gedenkboek van de Rijksuniversiteit te Gent na een kwarteeuw vervlaamsing (1930-31-1955-56), uitgegeven door Theo Luykx: 141-152. Gent: RUG, 1957.
Fierens, Sare. "De ontwikkeling van de psychologie in de experimenteerschool van de pedagogie. Een geschiedenis van de psychologische wetenschappen aan de Gentse universiteit (1927-1990)." Masterproef, UGent, 2013.
Verheyen, Jozef en Lambrechts, Pieter. De experimenteerschool van de Rijksuniversiteit te Gent. Gent: RUG. Hoger Instituut voor Opvoedkundige Wetenschappen, 1961.
Verheyen, Jozef. Het Hoger instituut voor opvoedkundige wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Gent: terugblik en toekomstperspectieven. Gent: RUG. Hoger instituut voor opvoedkundige wetenschappen, 1954.

Deel deze pagina: