Faculteit Ingenieurswetenschappen in cijfers
Glijd met je cursor over de grafiek voor de specifieke aantallen; je kunt jaartallen, periodes of variabelen selecteren, sorteren of apart weergeven door je muis ingeklikt te houden en te slepen; bekijk de grafiek full screen.
De Rijksuniversiteit levert rijksingenieurs af
Wanneer de Belgische overheid in 1835 het polytechnisch onderwijs creëert, verbonden aan de twee rijksuniversiteiten Gent en Luik, betekent dit de start van de ingenieursopleiding in België. De Gentse Ecole du Génie Civile biedt de opleidingen Bruggen en Wegen, Kunsten en Nijverheid en Burgerlijke Bouwkunde aan. Tijdens het eerste academiejaar schrijven zich 23 studenten in. Als de UGent in 1838 het monopolie krijgt op de opleiding van staatsingenieurs Bruggen en Wegen, voegt de Gentse ingenieursschool zich aan de faculteit Wetenschappen. Luik krijgt het monopolie op de opleiding Mijnwezen. Zeer tegen de zin van de universiteiten van Leuven en Brussel zullen tot 1890 enkel de rijksuniversiteiten staatsingenieurs kunnen afleveren. Daarna kunnen ingenieurs uit de vier universiteiten meedingen naar een job bij de overheid. De afschaffing van het monopolie zorgt voor een dip in de studentenpopulatie van de Gentse ingenieursopleiding. Deze ‘crisis’ is maar van korte duur en vanaf 1898 zien de Gentse Technische Scholen hun studentenaantal opnieuw de hoogte in gaan.
Een massale instroom van buitenlandse studenten
Vanaf 1860 volgt de ene golf buitenlandse studenten na de andere zich op: vooral bij Brazilianen, Russen, Polen en Roemenen is het polytechnisch onderwijs populair. Het hoge studentenaantal in de Gentse Technische Scholen is volledig op het conto te schrijven van de buitenlanders. In de periode 1864-1876 is ongeveer 1 op 3 studenten aan de UGent van buitenlandse afkomst. Het liberale, veilige België en de Gentse universiteit, met Frans als voertaal, zijn aantrekkelijk voor buitenlandse studenten. Zij zijn vrijgesteld van de strenge toelatingsproef die Belgische studenten moeten afleggen en het strenge inwendig regime van de ingenieursopleiding stelt hun ouders gerust. Na WOI blijft het aandeel buitenlandse studenten groeien: tussen 1927 en 1932 zijn er meer buitenlanders dan Belgen aan de UGent. De faculteit is begrijpelijkerwijs geen voorstander van de dreigende vernederlandsing...
De vernederlandsing doet buitenlanders wegblijven
In 1930 is Nederlands de nieuwe voertaal van de universiteit. De Gentse Technische Scholen zien hun studentenpopulatie naar beneden duiken. Het absolute dieptepunt wordt bereikt in 1939. Met slechts 110 studenten is het 80 jaar geleden dat de opleiding zo weinig studenten telde. De stijgende studentenaantallen van de vier andere faculteiten kunnen de negatieve UGent-balans door het wegblijven van de buitenlandse ingenieursstudenten niet compenseren. Toevallig valt de vernederlandsing samen met de economische en politieke malaise van de jaren 1930. Niet alleen in Gent maar in heel Europa valt de internationale studentenmobiliteit stil. Voorstanders van de vernederlandsing proclameren dat de internationale context de hoofdoorzaak is van de Gentse terugval, terwijl tegenstanders met beschuldigende vinger naar de vernederlandsing wijzen. De afschaffing van het vereenvoudigd toelatingsexamen voor buitenlanders in 1933 doet de populariteit van de ingenieursopleiding uiteraard ook geen deugd. Hoe dan ook moeten de Technische Scholen wachten tot 1968 vooraleer het studentenaantal weer haar hoog niveau van vóór 1930 bereikt.
De zwaarste opleiding remt geen studenten af, het toelatingsexamen wel
De Gentse ingenieursopleiding heeft het imago één van de zwaarste richtingen aan de universiteit te zijn. Het toelatingsexamen zorgt ervoor dat studenten heel wat voorkennis nodig hebben om aan de opleiding te mogen beginnen. Hier bovenop is het inwendig regime, dat de studenten onderwerpt aan een strenge dagindeling en dagelijkse testen, een extra belasting voor studenten-ingenieurs. Maar dit repetitiesysteem samen met het toelatingsexamen zorgt wel voor zeer hoge slaagkansen. Vóór 1930 hebben deze eerder afschrikwekkende factoren geen invloed op het aantal studenten, integendeel: de ingenieursopleiding is de grootste richting aan de universiteit. Na de vernederlandsing gaat het aantal studenten-ingenieurs – mede door de wegblijvende buitenlanders – achteruit. Het groeiritme van de toegepaste wetenschappen ligt vanaf dan een stuk lager dan de andere faculteiten. Dit zal duren tot 2004, wanneer de toelatingsproef door Minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten in het kader van de BaMa-hervorming afgeschaft wordt. In tegenstelling tot het beroep van arts, is er geen beperking nodig op het beroep van ingenieurs: er is net een tekort aan ingenieurs, wat één van de hoofdredenen is voor Vanderpoorten om over te gaan tot de afschaffing. De stijging van het aantal studenten, die zich voor de universiteit inzet vanaf de jaren 1990, komt bij de ingenieurs pas tot uiting na 2004.
Vrouwelijke ingenieurs, een rariteit
Hoewel de eerste studente aan de UGent opduikt in 1882, is het in de ingenieursopleiding wachten op de eerste vrouw tot 1902, wanneer de Russische Valentine Klebnikoff zich inschrijft voor ingenieur-architect. De eerste Belgische studente wordt pas 17 jaar later gesignaliseerd. In 1924 behaalt Hélène Mallebrancke als eerste Belgische vrouw het diploma van burgerlijk bouwkundig ingenieur. Vrouwelijke ingenieurs zullen lang een rariteit blijven. In de periode 1835-1985 worden op een totaal van 8930 diploma’s van burgerlijk ingenieur, slechts 104 aan vrouwen uitgereikt, of 1,2%. Het imago van zware studies, en het ontbreken van degelijke wetenschappelijke vooropleiding zijn historische redenen waarom de ingenieursopleiding zo slecht scoort bij vrouwen. Maar ook vandaag zijn vrouwen een opvallende minderheid. In 2014 maakten ze 17% uit van de faculteitspopulatie. De hedendaagse oorzaken van deze ondervertegenwoordiging zijn eerder cultureel en dus minder eenduidig te verklaren. Niemand ontkent immers dat vrouwen zware opleidingen aankunnen. Onder de voltijdse docenten zijn de 31 vrouwen goed voor 21% van het professorenkorps. De faculteit Ingenieurswetenschappen is zo de enige faculteit waar de genderverdeling van het professorenkorps die van het studentenkorps weerspiegelt. Betekent dat dan dat de faculteit eigenlijk de meest vrouwvriendelijke is?
Lore Goovaerts
Masterstudent Geschiedenis
17 november 2015
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Goovaerts, Lore. "Faculteit Ingenieurswetenschappen in cijfers." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 18.08.2017. www.ugentmemorie.be/artikel/faculteit-ingenieurswetenschappen-in-cijfers
Methodologie
De grafieken tonen voltijdse, unieke studenten in eerste, tweede en derde opleidingscyclus.
In de faculteit Ingenieurswetenschappen (1836/37-2016/17) zijn begrepen:
- Technische Scholen (1836-1956)
- Faculteit Ingenieurswetenschappen (1956-2017)
- Interfacultair Centrum voor Informatica (ICI) (1972-1985/6)
- Interfacultair Centrum voor Stedenbouw, Ruimtelijke Ordening en Ontwikkeling (ICSROO) (1986-1991)
Bibliografie
150 jaar ingenieursopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent (1835-1985). Gent, 1986.
Voorstel tot hervorming der licenties in de wetenschappen. Brussel: Paleis der Academiën, 1955.
“Toelatingsexamen burgerlijk ingenieur wankelt.” De Standaard, 01.02.2002. http://www.standaard.be/cnt/dst01022002_001
Deelstra, H. De School van Kunsten en Ambachten (1826-1835) aan de Gentse universiteit. Gent: RUG, 1977. (Uit het verleden van de RUG 5).
Fredericq, Louis. De ontvolking der Technische Scholen van de Rijksuniversiteit Gent. In hoever is de vervlaamsching er verantwoordelijke voor? Gent: Drukkerij Ad.Hoste, 1938.
Pieter. “Oud onderwijsminister Marleen Vanderpoorten over haar studententijd en BaMa”, Schamper 425 (2008) 12-3. Geraadpleegd 14.10.2015, http://www.schamper.ugent.be/files/pdf/425.pdf
Stols, E. Latijns-Amerikaanse studenten aan de Rijksuniversiteit te Gent (1854-1914). Gent: RUG, 1976. (Uit het verleden van de RUG 1).
Van Acker, Annick. Slavische studenten aan de R.U.G. (1855-1914). Een evocatie. Gent: RUG, 1984. (Uit het verleden van de RUG 18).