Faculteit Letteren & Wijsbegeerte in cijfers
Glijd met je cursor over de grafiek voor de specifieke aantallen; je kunt jaartallen, periodes of variabelen selecteren, sorteren of apart weergeven door je muis ingeklikt te houden en te slepen; bekijk de grafiek full screen.
Kleine broertjes worden groot
De faculteit Letteren & Wijsbegeerte (L&W) bestaat sinds de oprichting van de universiteit in 1817. Tot aan de Eerste Wereldoorlog is de faculteit het kleinste broertje van de universiteit met gemiddeld 50 studenten. Tijdens het interbellum verdriedubbelt het aantal studenten van ca. 150 tot 450 studenten. Dat is ca. honderd meer dan de faculteiten Geneeskunde en Wetenschappen. De stijging is gedeeltelijk op het conto te schrijven van de vrouwelijke studenten. Vooral de cursussen aan het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis zijn populair. Vrouwen maken er een ongeziene 40% uit van de studentenpopulatie. De inschrijvingscijfers verbergen dat het hier meestal gaat om ‘vrije studenten’ die slechts een aantal vakken volgen om zichzelf bij te scholen of, zoals hun mannelijke medestudenten beweren, een huwelijkskandidaat te strikken.
1923
Net als de andere faculteiten kent de L&W een opvallend dipje in de periode 1925-1930. De tweetaligheid van de universiteit in 1923 en de woelige aanlooptijd naar de vernederlandsing in 1930 hebben daar zeker mee te maken. De vernederlandsing zelf lijkt geen nefaste invloed te hebben op het studentenaantal want dat gaat vanaf 1930 snel weer naar omhoog. In tegenstelling tot de faculteit Wetenschappen en de Ingenieursscholen telt de L&W maar weinig buitenlandse studenten die worden afgeschrikt door Nederlandstalig onderwijs. De extra 400 studenten die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de L&W inschrijven, hebben alles te maken met de oorlogscontext. Via hun inschrijving ontsnappen jonge mannen aan verplichte tewerkstelling in Duitsland.
Massificatie I (1954)
1954 is voor alle Belgische universiteiten een breukmoment. Het Nationaal Studiefonds maakt hoger onderwijs betaalbaar en betekent de start van een fenomenale verdriedubbeling van het aantal studenten. De L&W ziet haar studentenaantal stijgen van 702 in 1954 tot 2.163 in het magische jaar 1968. Deze democratisering of massificatie van het hoger onderwijs heeft vanzelfsprekend grote gevolgen voor de universitaire infrastructuur en personeelsbezetting. De L&W verhuist in 1960 als eerste faculteit uit de benepen Universiteitsstraat naar het nieuwe faculteitsgebouw op de Blandijnberg. Auditorium E kan 600 studenten herbergen en komt de hele universiteit van pas. De studenten van de L&W zullen lastige bewoners blijken: het gebouw wordt eind jaren 1960 en tijdens de tumultueuze jaren 1970 telkens opnieuw besmeurd, bezet en belegerd en wordt omgedoopt tot ‘het Cuba van Gent’.
Genderevenwicht
1969 gaat niet alleen de universiteitsgeschiedenis in als revolutionair studentenjaar. De vijf bestaande faculteiten krijgen vijf nieuwe faculteiten naast zich. Het Hoger Instituut voor Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (HIPPW) – dat zich overigens nooit echt welkom voelde – scheurt zich af van de L&W. Dat verklaart de daling van het studentenaantal met 30% in academiejaar 1969-1970. De exponentieel stijgende instroom van studenten stopt eveneens in 1969. In het (voorlopige) topjaar 1971-1972 telt de UGent 12.793 inschrijvingen waarvan 12% aan de L&W. Datzelfde jaar later kent de faculteit als eerste een genderevenwicht (860 mannen en 857 vrouwen). De vrouwelijke inhaalbeweging stopt daar niet. Tot 1984 stijgt het aantal vrouwen aan de L&W terwijl het aantal mannen quasi stagneert.
Massificatie II (1991)
Een nieuw breukmoment kennen de universiteiten in 1991. Het hoger onderwijs wordt een regionale bevoegdheid en een Vlaams ‘monsterdecreet’ heeft invloed op allerlei organisatorische aspecten van de universiteit. Zo worden de oude seminaries gefusioneerd en omgevormd tot vakgroepen. De regionalisering betekent het startsein voor de tweede massificatie. 15.000 studenten worden er 30.000 in 2012. De impact van de stijging op de infrastructuur en de relatie met de stad is net als tijdens de eerste massificatie amper te overzien. De L&W neemt – in 1992 na de ontdubbeling van de faculteiten Rechten en Politieke en Sociale Wetenschappen – de leiding als grootste faculteit. De L&W-studenten zijn op hun hoogtepunt in 2000 goed voor 17% van de studentenpopulatie. In 2004 neemt de faculteit Pedagogie en Psychologische Wetenschappen die ‘eer’ over en sinds 2008 is ook de faculteit Geneeskunde groter. Maar zoveel verschilt het allemaal niet.
Boekenfaculteit
De studentenaantallen hebben opnieuw bezettings- en infrastructurele gevolgen voor de faculteit. De vakgroepen geschiedenis en archeologie verhuizen in 2010 naar het Universiteitsforum en de vakgroepbibliotheken gaan langzaamaan op in een prachtige faculteitsbibliotheek in de Rozier. Die verhuis geeft ademruimte aan de resterende vakgroepen op de Blandijn. Als ‘boekenfaculteit’ blijft de L&W geconcentreerd op de Blandijnberg.
Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
6 maart 2016
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. "Faculteit Letteren en Wijsbegeerte in cijfers." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 18.08.2017. www.ugentmemorie.be/artikel/faculteit-letteren-wijsbegeerte-in-cijfers
Methodologie
De grafieken tonen voltijdse, unieke studenten in eerste, tweede en derde opleidingscyclus.
In de faculteit Letteren en Wijsbegeerte (1817/18-2016/17) zijn begrepen:
- Faculteit Letteren en Wijsbegeerte (1817-2017)
- Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde (HIKO) (1920-1985)
- Hoger Instituut voor Opvoedkunde (HIO) (1928-1967), daarna verzelfstandigd tot faculteit
- Hoger Instituut voor Oosterse, Oost-Europese en Afrikaanse Taalkunde en Geschiedenis (HIOOATG) (1958-1970)
Bibliografie
Van der Meersch, Anne-Marie. De eerste generatie meisjesstudenten aan de Rijksuniversiteit te Gent (1882/1883 tot 1929/1930), Gent, 1982.
Vandenbilcke, Annick. Meisjesstudenten aan de Rijksuniversiteit Gent (1930/31-1945/46), Gent, 1987.
Verlinden, C. "Fakulteit der Letteren en Wijsbegeerte." In Gedenkboek van de Rijksuniversiteit te Gent na een kwarteeuw vervlaamsing (1930-31 - 1955-56), uitgegeven door Theo Luyckx, 88-156. Gent: RUG, 1957.