1969 Studentenprotesten

Na het verbod op het vertonen van illustraties tijdens een lezing over pornografie door rector Jean Jacques Bouckaert, komt het ongenoegen van de Gentse studenten, dat onder invloed van het studentenprotest in Leuven al sluimerde, tot een hoogtepunt. De misnoegde studenten trekken naar het rectoraat en bezetten de Blandijn dat uitgeroepen wordt tot het Studentoraat. Dit protest is het eerste van een lang generatieconflict dat zijn sporen zal nalaten aan de UGent: zo zullen de studenten vanaf 1971 inspraak krijgen in verschillende raden en commissies. 

De gouden jaren zestig zijn een scharnierperiode waarin in heel Europa en de Verenigde Staten uiteenlopende emancipatiebewegingen op gang komen tegen de traditionele autoritaire en conservatieve machten. Studenten nemen het voortouw in deze beweging. Ze stellen zich vragen bij de autoritaire en afstandelijke onderwijsvormen van de universiteit en bij het eigenlijke doel van het onderwijs aan de universiteiten. Deze studentengeneratie bekritiseert de universiteit als diplomafabriek, als burgerlijke en elitaire instelling en stelt meer algemeen de traditionele maatschappij in vraag. In mei ‘68 kennen de protestbewegingen hun kristallisatiemoment. De golf van protesten start in Parijs waar betogingen uitmonden in zware rellen met de politie. De voorbode voor de Gentse protesten vormt het protest van de Leuvense studenten die een splitsing eisen van de tweetalige universiteit. 

Maart ‘69

Ook in Gent heerst ongenoegen en streven de studenten naar meer interne en externe democratisering. De bom barst op 13 maart 1969. Het verbod van rector Bouckaert om illustraties te vertonen op een lezing over ‘Pornografie, zin en onzin’, lokt de contestatie uit. Als rector Bouckaert enkele protesterende studenten door de politie hardhandig uit het rectoraat laat verwijderen, trekken de studenten naar auditorium E en roepen de Blandijn uit tot ‘Studentoraat’. De volgende dag trekken groepjes studenten naar de verschillende faculteiten om hen op de hoogte te brengen van de gebeurtenissen. Het harde optreden van de politie tegen de protestgroep wekt een collectieve solidariteit op onder de studenten. Ook decaan Van Elslander en het personeel van de letterenfaculteit steunen de acties. De lessen in de Letteren en Wijsbegeerte worden opgeschort, maar in de andere faculteiten menen de hoogleraren dat ‘de wetenschap moet verdergaan’. De volgende dagen is de bezette Blandijn het epicentrum van de proteststrijd: er worden pamfletten gedrukt, muurkranten geschreven en nachtelijke volksvergaderingen gehouden. 

Een alternatieve universiteit én maatschappij 

De studenten stellen een vijfpuntenprogramma op voor een nieuwe actieve en niet-repressieve universiteit. Ze bekritiseren het elitaire en autocratische karakter van de RUG en willen meer inspraak in het bestuur en beheer. Maar het protest overstijgt de academische wereld: de activisten koppelen de hervorming van de universiteit aan een algemene transformatie van de maatschappij. De Gentse protestbeweging krijgt zo een sterk antikapitalistische inslag. Een centraal thema is de solidariteit met de arbeiders: er worden informatietochten naar fabrieken en volksvergaderingen georganiseerd.

De ontruiming van de Blandijn

Op donderdagnacht 20 maart 1969 maakt de rijkswacht een einde aan de bezetting. Enkele uren daarvoor smeekte decaan professor Elslander de studenten om zich geweldloos terug te trekken uit de omsingelde Blandijn. Zijn oproep viel niet in dovemansoren: de studenten laten zich die nacht gewillig afvoeren naar de rijkswachtkazerne. Rector Bouckaert houdt de Blandijn gesloten tot 28 maart. De studenten wijken voor hun vergaderingen uit naar De Brug, de Ledeganck en de Vooruit maar het wordt snel duidelijk dat de beweging over haar hoogtepunt heen is. Er heerst grote interne verdeeldheid over de te volgen actiestrategie, waarbij de faculteit Letteren en Wijsbegeerte tegenover de rechts- en wetenschapsfaculteiten komt te staan. Het verschil in gezichtspunt weerspiegelt zich ook in de academieraad waar het hoofdzakelijk de filologen en wijsgeren zijn die de studenten verdedigen. Maar doorslaggevend voor het uitdoven van de protestbeweging is de naderende blokperiode.

‘Dit is maar een begin, we gaan door met de strijd’

Hoewel het vijfpuntenprogramma van 1969 nooit wordt gerealiseerd, heeft het generatieconflict van 1969 wel een impact op de universiteit. Zo krijgen studenten in 1971 bij wet inspraak in de verschillende raden, commissies en bestuursorganen en wordt geïnvesteerd in sociale voorzieningen – hoewel lang niet zo veel als ze zelf zouden willen. Occasioneel breken er nog onlusten uit maar ze zijn niet zo hevig of collectief dan in maart 1969. De militante studenten organiseren zich in verschillende extreem-linkse verenigingen die elkaar beconcurreren maar het contact met de gemiddelde student verliezen. In de schoot van de protesten van 1969 ontstaan in de verschillende faculteiten Sociale Werkgroepen die vanuit een progressieve maatschappijkritiek nadenken over onderwijshervormingen en de positie van de afgestudeerden in de maatschappij. Deze werkgroepen zullen nog enkele decennia blijven bestaan en uitgroeien tot een hecht reflectienetwerk. Na het orgelpunt van maart 1969 verschuift de belangstelling van het studentenengagement geleidelijk. Het discours rond maatschappij en kapitalisme maakt plaats voor meer specifieke maatschappelijke vraagstukken als de wapenwedloop, atoomenergie, milieuvervuiling, racisme, abortus en de emancipatie van arbeiders, vrouwen en holebi’s. Pamfletten, betogen en bezetten zullen in het decennium dat op maart 1969 volgt, standaard deel uitmaken van het studentenprotest. 

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
1 september 2016

Met dank aan de bachelorstudenten geschiedenis van het vak discoursanalyse 2014-2015: Florian Deroo, Lore Goovaerts, Roeland Houttekiet en Laurens Kerkhof. 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. “1969 Studentenprotest.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 28 december 2020. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1969-studentenprotesten

Literatuur

Bekaert, Wim. “Studentenbeweging en –protest aan de RUG: Het FK als zenuwknoop in het Gentse studentenleven 1969 – 1985.” Masterproef UGent, 2012. 

Derez, Mark, Ingrid Depraetere, Johan Mahieu, Wivina Van Der Steen en Louis Vos. Studentenprotest in de jaren zestig: de stoute jaren. Tielt: Lannoo, 1988.

Horn, Gerd-Rainer. “The Belgian Contribution to Global 1968.” Views From Abroad: Foreign Historians on Belgium, special English-language issue of Revue Belge d’Histoire Contemporaine  (2005): 597-635.

Klimke, Martin en Scharloth, Joachim. 1968 In Europe: A History of Protest and Activism, 1956-1977. Londen: Palgrave Macmillan, 2008. 

Van der Meersch, Anne-Marie. 20 jaar RUG-studenten in actie, 1968-1988. Gent: Archief RUG, 1988. 

Vos, Louis. Studentenprotest in de jaren zestig. Tielt: Lannoo, 1988.

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Een student beschrijft de bezetting van het rectoraat van maart 1969

‘We waren met 300 studenten, ‘n paar assisten en professoren. We bevonden ons in het rektoraat. We hadden een geordende diskussie met de rektor gevraagd. De rektor gaf beval aan de flikken: ‘u moogt ze hier buitenkloppen.’ 

(Student)

Uit: Pamflet 6, Universiteitsarchief Gent. 

 

Een studentenpamflet schetst de oppositie tussen de studenten en rector Bouckaert in maart 1969

‘De rektor in zijn bevrijd gebied beschermd door flikken. Wij in onze bevrijde basis, beschermd door duizend studenten.’ 

(Student)

Uit: Pamflet 13, Universiteitsarchief Gent.

Decaan Van Elslander smeekt de belegeraars op 18 maart 1969 de Blandijn geweldloos te verlaten

‘Ik sta hier niet als deken, maar als mens: en ik had me aan dit alles kunnen onttrekken door ontslag te nemen. Maar uit de gesprekken, die ik gehad heb met de studenten, is iets gegroeid, een indruk van vertrouwen is gekomen, -wederzijds, hoop ik,- dat ik niet wil beschamen. Ik ben het misschien niet eens op vele punten, maar ik kan het verlangen naar een betere wereld, een wereld zonder oorlog, zonder armoede, wel volgen.’...’Alsjeblieft, voor jullie eigen welzijn, blijf niet langer. Weggaan is geen nederlaag.’

(Professor Van Elslander, decaan van de bezette faculteit Letteren en Wijsbegeerte, geparafraseerd door studenten)

uit: De Gentse studenten en de repressie van de politie en de professoren, Gent, 1969, p. 26-27.

Studenten doen verslag van de inval van de rijkswacht in de Blandijn in de nacht van 18 op 19 maart 1969

‘Ondanks ons resoluut weigeren te vertrekken, veroorzaakte de patetische oproep van Van Elslander paniek. Maar iedereen ziet snel in dat het – bij een mogelijke inval van de rijkswacht – veel beter is kalm en solidair te blijven. Na een korte discussie wordt er gitaar gespeeld, gezongen, en hoe langer hoe meer studenten stroomden het auditorium binnen.

...Om twee uur valt de rijkswacht binnen. Wie zich nog op de gangen bevindt, vlucht het auditorium binnen. Het auditorium wordt omsingeld en aan alle ingangen verschijnen rijkswachters in gevechtskledij, gehelmd, met matrak en zaklamp. De rijkswacht, die meenden een vijftigtal studenten gemakkelijk uit het gebouw te kunnen knuppelen, staat totaal verrast tegenover de aanwezigheid van zowat zeshonderd mensen. Een half uur lang diskussiëren we omtrent de ontruimingsprocedure. (cfr. controle van passen maar geen gerechtelijke vervolging) ... Tenslotte stemmen we ermee in en bij groepjes van tien het auditorium te verlaten en alleen maar de passen te laten kontroleren. (sic) Tijdens de ontruiming wordt voortdurend gezongen en gitaar gespeeld. De stemming blijft erin, ook als het auditorium bijna ontruimd is. Toen immers konden we nog niet weten dat we even later, net als onze kameraden en tegen de afspraak in, naar de rijkswachtkazerne zouden gebracht worden.’

uit: De Gentse studenten en de repressie van de politie en de professoren, Gent, 1969, p. 27-28.

Professor Eeckhout fulmineert op 17 maart 1969 tegen de acties van de studenten

Ik vind het schandalig. 70% van de studenten hier leven op kosten van de gemeenschap en komen hier een stiel leren zoals elders. De studenten moeten studeren en dat is hun enige plicht. Jullie hebben op het rektoraat de deuren opengebroken. Dat is inbraak. Moest ik dat bij jullie thuis doen, ik zou aangehouden worden. Ze zouden me opsluiten als bandiet. Jullie zijn ploerten. Jullie komen hier om te studeren en niet om aan pornografie te doen. De universiteit is geen hoerenkot. Moest ik hier de baas zijn dan waren jullie geen studenten meer. Het is een grove schande. Jullie zijn studenten of niet? Schurken zijn jullie. Ik schaam me over jullie.’

(Professor Eeckhout van de faculteit Wetenschappen, geparafraseerd door de protesterende studenten in maart 1969)

uit: De Gentse studenten en de repressie van de politie en de professoren, Gent, 1969, p. 50.

Verslag van de bezetting van het rectoraat in maart 1969

‘... Verschrikt trekt de politie zich terug, waarop de studenten de deur sluiten. De resterende studenten weten niet goed wat te doen. Er ontstaat lichte paniek wanneer de politie de dubbele ingangsdeur begint in te beuken. De slachtoffers beslissen zich niet te verzetten. Wanneer de deur echter ingebeukt wordt en een bende politieagenten binnenstormt, onbarmhartig knuppelend waar ze ook maar raken kunnen en daardoor enkele studenten tegen de grond helpen, breekt paniek uit. De uitwerking is verschrikkelijk. Het kabinet van de rektor wordt herschapen in een slagveld. De politie dreigt de studenten naar de deur die echter maar langs één kant open is zodat ze slechts één voor één buiten kunnen. Daar worden ze opgewacht door een haag van politieagenten die de studenten onder spitroeden doen lopen. Ondertussen worden de elkaar verdringende studenten in het kabinet ongenadig afgeklopt. Het is in deze slachtpartij dat er schade aangericht werd aan de inboedel.’

(uit: De Gentse studenten en de repressie van de politie en de professoren, Gent, 1969, p. 13-14.)

Studenten hinderen de brandweer in 1979

‘De studentenactie tegen het inschrijvingsgeld van 10.000 fr. gaf op 6 april 1979 aanleiding tot volgend barricadegevecht op het hoogste punt van de Sint-Kwintensberg: “Een grote brandstapel gaf fel oplaaiende vlammen. Er werd aangevallen met 2 lijnen van 45mm. Op dat ogenblik verhinderde een regen van stenen vanuit de huizen van de St.Kwintensberg onze aktie. Daarom werden 2 aanvallende lijnen van 45mm aangebracht om de ‘aanvallers’ het steenwerpen te verhinderen. Toen de brandhaard dan weer kon aangevallen worden, kwam een nieuwe regen van stenen vanop het platform van het universitair gebouw Blandijnberg en vanuit de St.-Amandsstraat dit alweer verhinderen. Dit werd opgevangen door met de monitorenlans op de uitgeschoven ladder de steenwerpers even tot bedaren te brengen. Het was slechts aldus, en met uiterste moeite, dat de brandhaard kon bemeesterd worden.”

(Verslag van de brandweer over studentenrevolte van 29 april 1979)

uit: Beatrix Baillieul, Frieda Van Tyghem en Geert Van Doorne, De Gentse brandweer: 100 jaar in de Academiestraat, Gent, 1993, p. 125.

Verslag van de bezetting van het rectoraat in maart 1969

‘... Verschrikt trekt de politie zich terug, waarop de studenten de deur sluiten. De resterende studenten weten niet goed wat te doen. Er ontstaat lichte paniek wanneer de politie de dubbele ingangsdeur begint in te beuken. De slachtoffers beslissen zich niet te verzetten. Wanneer de deur echter ingebeukt wordt en een bende politieagenten binnenstormt, onbarmhartig knuppelend waar ze ook maar raken kunnen en daardoor enkele studenten tegen de grond helpen, breekt paniek uit. De uitwerking is verschrikkelijk. Het kabinet van de rektor wordt herschapen in een slagveld. De politie dreigt de studenten naar de deur die echter maar langs één kant open is zodat ze slechts één voor één buiten kunnen. Daar worden ze opgewacht door een haag van politieagenten die de studenten onder spitroeden doen lopen. Ondertussen worden de elkaar verdringende studenten in het kabinet ongenadig afgeklopt. Het is in deze slachtpartij dat er schade aangericht werd aan de inboedel.’

Uit: De Gentse studenten en de repressie van de politie en de professoren, Gent, 1969, pp. 13-14.