1971 Financieringswet

De financieringwet van 27 juli 1971 verbindt de werkingstoelage van de universiteiten – de eerste geldstroom – aan het aantal als subsidieerbaar erkende studenten en aan een forfaitaire kost per student, afhankelijk van de studierichting. Het nieuwe financieringssysteem koppelt zo de budgetten voor onderwijs en onderzoek aan elkaar en stelt vrije en rijksuniversiteiten eindelijk op gelijke voet. De wet, die tot stand is gekomen in een klimaat van economische expansie, botst onmiddellijk met de crisis van de openbare financiën van de jaren 1970. De regering bevriest de toelagen, verlaagt de forfaitaire kostprijs per student en verhoogt het inschrijvingsgeld. De voortdurende besparingen doen onderzoekers vrezen dat de budgetten voor onderzoek enkel nog zullen afhangen van de keuze van de middelbare schoolstudenten. De financiële moeilijkheden zullen voortduren tot de jaren 1990.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis
2 september 2012

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Danniau, Fien. "1971 Financieringswet." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 02.09.2012. (http://www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1971-financieringswet)

Bron

Robert Halleux (red.), De geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000, Brussel, 2001.
Jo Tollebeek, Liesbet Nys e.a. , De stad op de berg : een geschiedenis van de Leuvense universiteit sinds 1968, Leuven, 2005.

Deel deze pagina: