1916 Vlaamse Hogeschool

Op 24 oktober 1916 opent de Vlaamse Hogeschool haar deuren. De Vlamingen zien hun oude eis voor Nederlandstalig hoger onderwijs ingewilligd door de Duitse bezetter. Bij de activisten klinkt applaus maar het overgrote deel van de bevolking en van het vooroorlogse studenten- en professorenkorps keert de nieuwe universiteit de rug toe.

“In een nieuwen bodem geplant, den echten Vlaamschen bodem”

De overdracht van de universiteit aan de academische overheid van de Vlaamse Hogeschool vindt plaats achter gesloten deuren op 21 oktober 1916. Rector Peter Hoffmann benadrukt in zijn rede de rol van de universiteit als een ideaal voor het Vlaamse volk. Deze sociale functie herhaalt de rector op de academische opening van 24 oktober. De toekomst van het volkswelzijn ligt in handen van de universiteit: taal creëert verbondenheid tussen alle lagen van de bevolking.

Slechts zeven professoren van de oude universiteit maken de overstap naar de 'Vlaamsche Hoogeschool'. Onder de 43 professoren in het eerste academiejaar bevinden zich 25 Belgen. De rest zijn Duitsers en Nederlanders die actief waren in Duitsland of er goede relaties mee hebben. Aangezien het merendeel van de vooroorlogse studenten aan het front zit, beperkt de Vlaamse Hogeschool zich in het eerste academiejaar tot de eerste kandidatuur. Om nieuwe studenten te lokken worden een vernieuwde Hogeschoolbond en een Studentenverbond opgericht met afdelingen in Antwerpen, Brussel en Gent. Met medewerking van activistische professoren worden via meetings studenten gerekruteerd.

De universiteit breekt met het oude onderwijssysteem

Dat eerste academiejaar 1916-1917 wordt enkel de eerste kandidatuur volledig ingericht. In totaal schrijven 138 studenten zich in voor het eerste academiejaar. Dat is slechts een fractie van de 950 Belgische studenten van de vooroorlogse universiteit. De oorlogstoestand, sociale druk en een vijandige bevolking maken studeren weinig populair. Wie reeds voor de oorlog een universitaire opleiding begonnen was, strijdt aan het front, is krijgsgevangen genomen of studeert in buitenland. Daarnaast blijven Franstalige en buitenlandse studenten weg omwille van de vernederlandsing. Ook de geïsoleerde ligging van Gent in het Etappengebied is een grote handicap, net zoals de studiekosten. Het Duitse seminariemodel zet de toon: het stimuleren van de menselijke geest, gekoppeld aan fysieke ontwikkeling staat centraal en niet het afleveren van diploma’s. De hele organisatie vraagt wel om aanpassing. Professoren brengen weinig publicaties uit en slechts een minderheid van de studenten zal deelnemen aan de examens.

Studenten verenigen zich in het Gentsch Studentencorps

Het Gentsch Studentencorps ‘Hou ende Trou’ wordt opgericht in oktober 1916. Geschoeid op Nederlandse geest is dit een overkoepelende studentenorganisatie voor verschillende kringen en clubs van de faculteiten. Het doel is het erg versnipperde en ideologisch en politiek verdeelde studentenlandschap van voor de oorlog te overstijgen. Uiteindelijk treedt meer dan helft van de studenten toe tot het GSC. Het Koningshof op de Kouter wordt de uitvalsbasis en eind 1916 komt de eerste uitgave van het studententijdschrift Aula uit.

Het eeuwfeest

In haar tweede academiejaar viert de Vlaamse Hogeschool het eeuwfeest van de universiteit. Op 3 november 1917 wonen een zestigtal professoren en ongeveer tweehonderd studenten de feestelijke plechtigheid bij. Een luxueus banket, goed geklede heren en een strijdlustig optimisme zetten de toon. Het  eeuwfeest steekt de ogen van de bevolking uit. Bovendien is de winter ongemeen hard. Kolen en voedsel worden schaars en de verplichte arbeid opgevoerd. De sluiting van de stadsscholen op 20 november 1917 en de dreiging van verplichte tewerkstellingen drijft een toenemend aantal jongeren richting Vlaamse Hogeschool. Tot op 1 januari schrijven zich 136 vrije studenten in voor het tweede academiejaar. Het Gentsch Studentencorps verwelkomt in december alleen al 80 nieuwe leden. Ook enkele werkloze leerkrachten vinden hun weg naar de universiteit. In het verlengde van het eeuwfeest belooft de universiteit uit te breiden op vlak van seminaries, bibliotheken en laboratoria. In het najaar van 1917 krijgt de universiteit rechtspersoonlijkheid waardoor het een grotere autonomie verwerft. Dit resulteert onder andere in de aankoop van een studentenhuis in de Sint-Pietersnieuwstraat in maart 1918. In juli 1918 koopt de universiteit Hotel Van Crombrugghe als casino voor professoren.

De universiteit bekent politieke kleur

De rede van Hoffman ter gelegenheid van het eeuwfeest klinkt een stuk militanter dan die van de opening het jaar voordien. Hij verbindt het lot van de Vlaamse Hogeschool met dat van Duitsland. Sinds de bestuurlijke scheiding in maart 1917 engageren activistische professoren zich politiek door ministerposten te aanvaarden naast hun taak als docent. De reactie van de Belgische regering is duidelijk: de besluitwet van 8 april 1917 voorziet de afschaffing van de Duitse maatregelen en belooft de medewerkers van de Gentse universiteit hard te straffen. De rede op het eeuwfeest bewijst dat er geen terugweg meer was: iedereen van de Vlaamse Hogeschool was betrokken.

De politieke scheiding van België in december 1917 is een verdere stap in de zelfstandigheid van Vlaanderen. De scheiding wordt feestelijk gevierd op zondag 27 januari 1918 met een plechtigheid in het Nieuw Circus, gevolgd door een optocht naar de Vrijdagsmarkt. Professoren en studenten lopen mee en zweren Vlaanderen trouw aan het standbeeld van Jacob van Artevelde. Gentse burgers aanschouwen het toneel, maar de Belgische driekleur is nooit veraf.

De tegenstand van l’Action Patriotique

De politieke scheiding botst niet alleen op van de Gentse bevolking. Het overwegend Franstalige gemeentebestuur neemt een duidelijk standpunt in: de collaboratie van de activisten is onaanvaardbaar. Hun verzet wordt door de Duitse bezetter niet in dank afgenomen want een activistisch schepencollege neemt hun taken over vanaf 2 april 1918. Voor de professoren die trouw blijven aan de oude universiteit is de vervanging van het gemeentebestuur een verlies aan invloed. De oprichting van een clandestiene organisatie is het gevolg: l’Action Patriotique. Onder leiding van professor Joseph Bidez is het doel de activisten maatschappelijk te isoleren. Via pamfletten biedt de groep weerstand tegen het nieuwe schepencollege.

De Vlaamse Hogeschool valt

Het derde academiejaar 1918-1919 gaat van start op 15 oktober met iets meer dan 150 studenten. Maar de facto is het liedje voorbij. De meeste studenten en professoren van de Vlaamse Hogeschool vluchten de dagen voor de bevrijding op 11 november richting Duitsland en Nederland. De repressie is hard voor activisten.

Kristof Loockx
Master geschiedenis, onderzoeker Universiteit Antwerpen
23 oktober 2016-10-23

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Loockx, Kristof. “1916 Vlaamse Hogeschool.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 23.10.2016. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1916-vlaamse-hogeschool.

 

Bibliografie

Capiteyn, André. (ed.). Gent en de Eerste Wereldoorlog: het stadsleven in de jaren 1914-1918. Gent: Stad Gent, 1991.

De Schaepdrijver, Sophie. De groote oorlog: het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog. Amsterdam: Atlas, 1997.

Langendries, Elienne. De Vlaamsche hoogeschool te Gent (1916-1918). Gent: R.U.G., 1984-1985.

Loockx Kristof. "Vlaamsche studenten, komt naar Gent! Prosopografie van de studentenbevolking aan de Vlaamse Hogeschool 1916-1918." Masterscriptie, Universiteit Gent, 2013.

Loockx, Kristof. "Zonnige dromen bezielen de nieuwe jeugd. Een prosopografie van de studentenpopulatie van de Vlaamse Hogeschool (1916-1918)." Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent LXVII (2014) 199-229.

Mantels, Ruben. Gent: een geschiedenis van stad en universiteit 1817-1940. Brussel: Mercatorfonds, 2013.

Sertyn, Mieke. "Het socialistisch aktivisme tijdens de Eerste Wereldoorlog." Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis 1-2 (1976) 169-196.

Vanacker, Daniël. Het activistisch avontuur. Gent: Academia Press, 2006.

De Schryver, Reginald (red.). Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt: Lannoo, 1998.

Wils, Lode. Onverfranst, onverduitst? Flamenpolitik, activisme, frontbeweging. Kalmthout: Pelckmans, 2014.

Deel deze pagina: