Minnaert, Marcel (1893-1970)
Net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is de intellectueel Marcel Minnaert de belichaming van een jonge generatie afgestudeerde studenten die in het activisme de oplossing zal zien voor het Vlaamse taalvraagstuk. Als docent aan de Vlaamse Hogeschool is hij een pleitbezorger van het flamingantisme, het internationalisme en het feminisme. Bovendien ligt zijn pedagogische visie in lijn met de Vlaamse emancipatiestrijd die tot volle wasdom komt tijdens het wereldconflict. Na de oorlog vlucht Minnaert naar Nederland uit vrees voor represailles. Hij bouwt er een succesvolle academische carrière uit als astrofysicus en blijft een voorvechter van de Vlaamse zaak.
De jonge Minnaert
Marcel Minnaert groeit op in een uitgesproken Vlaamsgezind nest waar pacifisme en emancipatie hoog in het vaandel worden gedragen. Beide ouders zijn pedagogen en binnen het gezin wordt ‘beschaafd’ Nederlands gesproken. In dat opzicht is het een logische stap om zoonlief in te schrijven aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Hij krijgt er onder meer les van Hippoliet Meert, oprichter van het Algemeen Nederlandsch Verbond (ANV) dat ijvert voor een samenwerkingsverband met Nederland en de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Daarop wordt Minnaert in 1907 voorzitter van de Heremans’ Zonen, het Vlaamsgezinde en letterkundige genootschap van het atheneum. Naast zijn familie, zal deze scholierenbond een nieuwe voedingsbodem vormen voor zijn Vlaamsgezindheid.
Idealist en activist
In 1910 trekt Minnaert naar de Gentse universiteit om er biologie te studeren bij zijn mentor en voorvechter van de Vlaamse zaak, Julius Mac Leod. Overtuigd van de ingezette beweging werpt Minnaert zich op tot een voorman van het Gentse ANV en wordt hij organisator van enkele Groot-Nederlandse studentencongressen. Hij komt er in contact met zielsverwanten als Domela Nieuwenhuis en Reimond Speleers. Op 24 juni 1914 studeert Minnaert af als doctor in de biologie.
Als overtuigd flamingant staat Minnaert aan de wieg van De Bestuurlijke Scheiding, een radicaal blad dat pleit voor een autonoom Vlaanderen en zich anti-Belgisch profileert. Het betekent tevens de aanzet voor de officiële oprichting van Jong-Vlaanderen, de activistische organisatie die een samenwerking met de bezetter niet schuwt om de vernederlandsing van de Gentse universiteit door te drukken. Minnaert is een uitgesproken voorstander van een toenadering tot Nederland maar meent dat de Duitse inmenging onoverkomelijk is. Tijdens het wereldconflict zal hij een vurig protagonist worden van de Vlaamse Hogeschool en weet dat perspectief door te trekken naar vroegere ANV-makkers als Speleers en Meert.
Een vernieuwende pedagogische visie
In 1916 wordt de 23-jarige Minnaert aangesteld als docent natuurkunde aan de door de Duitse bezetter geopende Vlaamsche Hoogeschool in Gent. Een functie die hij in volle overtuiging zal uitoefenen door de nadruk te leggen op het vernieuwde jeugdideaal dat de universiteit uitdraagt. Als voorman van Jong-Vlaanderen staat hij in voor de opvang van de eerste toestroom studenten en legt hij mede de basis voor de oprichting van het Gentsch Studentencorps Hou ende Trou. De studentenorganisatie richt zich naar het Nederlands model, ontdaan van de vooroorlogse partijpolitieke invloeden. Toenadering en samenwerking over de verschillende levensbeschouwingen heen dienen centraal te staan. In dezelfde optiek bepleit Minnaert de intellectuele vorming van meisjes. Enkel op deze manier kan voor hem de ontvoogding van Vlaanderen slagen en de universiteit haar elitair karakter afwerpen.
Daarnaast is Minnaert geen voorstander van een universiteit als diplomafabriek. De geest verrijken moet de doelstelling van universitair onderwijs zijn. Dit ligt in lijn met zijn vernieuwde vorm van lesgeven. Hij zet onder meer de leergang natuurkunde grondig op zijn kop door nadruk te leggen op het experiment. Onderwijs van de natuur dient ook buiten de leslokalen plaats te vinden, oordeelt Minnaert.
Nederland als toevluchtsoord
Na de oorlog wordt de woning van Minnaert geplunderd door een uitzinnige massa die niets wil weten van de collaborateurs. Daarop vlucht hij in het najaar van 1918 naar Nederland waar hij snel de ‘academische draad’ heropneemt aan de universiteit van Utrecht. Een terugkeer naar Vlaanderen is uitgesloten. Op 30 juli 1920 wordt hij bij verstek veroordeeld door het Oost-Vlaamse assisenhof tot 15 jaar dwangarbeid.
Hij studeert en promoveert in de natuurkunde en wordt als hoogleraar een autoriteit in het onderzoek naar zonnestraling en fotometrie. Zijn zonne-atlas uit 1930-31 is nog steeds een standaardwerk. Zijn Natuurkunde in't vrije veld (1937-39) is van ongeziene allure en zal vertaald worden naar onder andere het Russisch, Hindi, Zweeds, Pools, Duits, Engels en Fins. Hij engageert zich politiek in de Nederlandse communistische partij wat hem tijdens de Koude Oorlog het rectorschap van de Universiteit Utrecht zou kosten.
Minnaert wordt herinnerd als een bevlogen wetenschapper, maar ook een man met sterke overtuigingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt hij enkele jaren Duits krijgsgevangene omdat hij de nazi-ideologie verafschuwt. Een gelijkaardige houding neemt hij aan ten aanzien van de Vietnamoorlog en de Koude Oorlog. Voor Minnaert dienen volkeren toenadering tot elkaar te zoeken, het pacifisme uit zijn jeugdjaren zal hij nooit verliezen.
Kristof Loockx
Master Geschiedenis
22 november 2013
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Loockx, Kristof. "Minnaert, Marcel (1893-1970)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 24.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/minnaert-marcel-1893-1970.
Bibliografie
Florquin, Joos. Ten Huize Van ... 7. Leuven: Davidsfonds, 1971.
Minnaert, M. De verdeeling van den arbeid en het nationaliteitenbeginsel. Utrecht: Dietsche stemmen, 1916.
Molenaar, Leo. Marcel Minnaert Astrofysicus 1893-1970 : de rok van het universum. Amsterdam: Balans, 2003.
Vanacker, Daniël. Het Activistisch Avontuur. Gent: Academia Press, 2006.
Vandeweyer, L. "Minnaert, Marcel G.J." In Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging deel 2, uitgegeven door Reginald De Schryver, et. al., 2062-2063. Tielt: Lannoo, 1998.