Martens, Adriaan Herman Albert (1885-1968)

Ook vrijzinnige flaminganten worden door het activisme worden aangesproken. Adriaan Martens stapt er in elk geval met volle overtuiging in. Het is geen toeval dat hij tijdens beide wereldoorlogen wordt aangesteld als professor aan de Gentse universiteit. Hij is bovendien een briljant wetenschapper met een grote sociale bewogenheid.

Hoe men flamingant wordt

Martens doet zijn middelbare studies aan het Antwerpse Atheneum, waar hij les krijgt van de bevlogen leraar Pol de Mont, Vlaams letterkundige, vrijzinnig en liberaal. Martens is actief in het studentenleven en wordt voorzitter van de Vlaamse bond der atheneumleerlingen en medestichter van het blad De Goedendag. Nadien trekt hij naar de Gentse universiteit waar hij geneeskunde studeert. Martens neemt prominent deel aan het studentenleven deel en is gedurende twee jaar penningmeester en gedurende drie jaar (1909-1912) voorzitter van het vrijzinnig studentengenootschap ’t Zal wel gaan. Hij is een groot pleitbezorger van de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Na zijn studies trekt hij naar Parijs en München om zich te bekwamen in de interne geneeskunde en in 1912 vestigt hij zich te Deinze als huisarts.

Lesgeven aan de universiteit

Door zijn goede connecties wordt Martens in augustus 1916 benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de faculteit Geneeskunde van de Vlaamsche Hoogeschool voor de vakken algemene pathologie en interne geneeskunde. Hij behoort tot de eerste leden van de Raad van Vlaanderen in februari 1917 en wordt nadien ook ondervoorzitter van de Gouwraad Oost-Vlaanderen. De minimumeis van de Raad van Vlaanderen is zelfbestuur voor Vlaanderen. Martens – ondertussen gewoon hoogleraar – behoort ook tot de delegatie van vijf Gentse professoren die in juni 1918 bij de Duitse intellectuele elite de Vlaamse zaak gaan bepleiten. Op het einde van de bezetting wordt Martens ten slotte lid van de lid van de Commissie van Zaakgelastigden die rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Verwaltungschef. Hij wordt in 1919 door assisen tot de doodstraf veroordeeld, maar neemt de wijk naar Nederland.

Een nieuwe start

In Nederland dient Martens opnieuw het artsendiploma te behalen. Hij doet dit in achttien maanden en ‘cum laude’ samen met o.a. Reimond Speleers. Daarna vestigt hij zich te Middelburg waar hij van het stadsbestuur de opdracht krijgt een interne afdeling aan het Stedelijk Ziekenhuis in te richten. Na de ‘uitdovingswet’ van 1929 keert Martens terug naar Vlaanderen. In de jaren 1933-34 laat hij door Henry van de Velde een woning en een polikliniek optrekken in Astene. L. Viérin ontwerpt de dieetkliniek en het labo.

Als dokter en wetenschapper staat Martens aan de wieg van de dieetleer in België. Van zijn hand verschijnt in 1940 het standaardwerk Medische voedingsleer.

De zaak Martens

Martens wordt een van de eerste leden van de op 7 november 1938 opgerichte Vlaamse Academie voor Geneeskunde. De benoeming is controversieel vanwege Martens collaboratieverleden en omdat de benoeming niet vooraf aan de koning is voorgelegd. Martens houdt vast aan de benoeming en wil geen ontslag nemen. Premier Paul-Henri Spaak tracht de benoeming te verdedigen, maar onder druk van vele oudstrijders, Franstalige Belgen en liberalen wordt zijn regering tot aftreden gedwongen en wordt Rex-Vlaanderen zo goed als ontmanteld. Na de val van de regering in 1939 neemt Martens zelf ontslag.

Nogmaals professor

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 wordt Martens, op dat ogenblik ondervoorzitter van de Vereniging voor Oud-Strijders (VOS), door de Belgische regering gevangen genomen en naar het kamp Le Vernet in Frankrijk overgebracht, waar hij drie maanden zal verblijven.

Na zijn terugkeer wordt hij opnieuw benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Gentse universiteit, met behoud van de anciënniteit die hij gedurende WO I had opgebouwd. Hij krijgt de leerstoel interne geneeskunde in opvolging van Hector de Stella, die eind ’39 op emeritaat is gegaan. In 1941 wordt Martens lid van de Eenheidsbeweging VNV en abonnee van Volk en Staat. Hij verzorgt in ‘42, samen met Frans Daels, de zieke VNV-leider Staf De Clercq in de Refuge op de Coupure in Gent.

Bij de bevrijding in 1944 krijgt Martens zijn ontslag. Hij wordt aangehouden in juli 1945 en nadien veroordeeld tot 10 jaar gevangenschap. Martens komt vrij in 1948 en keert terug naar Astene waar hij tot aan zijn dood actief blijft als arts.

Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
2 augustus 2013

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. "Martens, Adriaan Herman Albert (1885-1968)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 24.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/martens-adriaan-herman-albert-1885-1968

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Epuratie, Algemene briefwisseling 1944-’48 (Archief UGent, 4A2/5, doos 5)

Het Volk 24.07.1945, p. 6.

Personeelsdossier Adriaan Martens (Archief UGent, 2019)

Verslag faculteitsraad Faculteit Geneeskunde, 20.01.1945 (Archief UGent)

De Wever, Bruno. Greep Naar De Macht : Vlaams-nationalisme En Nieuwe Orde : Het Vnv 1933-1945. Tielt: Lannoo, 1994.

Florquin, Joos. Ten Huize Van ... 3 : Ontmoetingen Met Vlaamse Kunstenaars En Andere Vooraanstaanden. Leuven: Davidsfonds, 1966.

Lekens, Luc, and Johan Decavele. Het Campo Santo In 131 Levensverhalen. Gent: Gent cultuurstad, 2001.

Martens, Adriaan. Hulde Aan Dr. Adriaan Martens. Ledeberg: Erasmus, 1963.

Vanacker, Daniël. Het Aktivistisch Avontuur. Gent: Stichting Mens en Kultuur, 1991.

Type persoon: 
Deel deze pagina: