Versichelen - Terryn, Marthe (1917-2015)

Marthe Versichelen-Terryn was de eerste vrouw aan de universiteit van Gent die erin slaagde om door te stoten tot het gewoon hoogleraarschap. Dat in 1965, het jaar dat België ook zijn eerste vrouwelijke minister had. Als professor speelde Marthe Versichelen-Terryn een rol bij de introductie en uitbouw van het vakgebied sociologie aan de Rijksuniversiteit Gent. 

Doctoraat uit noodzaak

Na haar middelbare studies aan het Stedelijke Meisjesatheneum te Gent, trekt Marthe Terryn naar de Gentse universiteit, waar ze in 1939 het diploma van licentiaat in de Economische Wetenschappen behaalt. Haar academische carrière krijgt meteen een vervolg als leerling-assistent van het Seminarie voor Sociologie, onder leiding van professor Jean Haesaert. Marthe Terryn vervangt hierbij Frans Versichelen. Hij was namelijk benoemd tot docent aan de Hogere School voor Handels- en Economische Wetenschappen, waardoor professor Haesaert zijn assistent voor dit seminarie kwijt was. Frans Versichelen zal niet veel later Marthe Terryns echtgenoot worden.

Terryns taak als leerling-assistent bestaat uit het opstellen van fiches en recensies, wetenschappelijke voorlichting van studenten en bezoekers en de opmaak van catalogi. In 1940 wordt ze voor datzelfde seminarie aangesteld als assistent en in 1947 als werkleider, een taak die ze tot 1961 zal blijven uitoefenen. Intussen, in 1941, trouwt ze met professor Frans Versichelen. Dit huwelijk is echter geen lang leven beschoren: nog geen elf jaar later sterft haar echtgenoot al. Marthe Versichelen is plots een alleenstaande weduwe, belast met de zorg voor twee kinderen. Om de toekomst van haar gezin veilig te stellen, besluit ze om het doctoraat aan de faculteit Rechtsgeleerdheid te behalen. Dit is namelijk een voorwaarde om lid te worden van het onderwijzend korps. In 1958 behaalt ze haar doctoraat in de Economische Wetenschappen, dat dan nog onder de rechtenfaculteit valt.

Eerste vrouwelijke gewoon hoogleraar

Twee jaar later, in 1960, slaagt Marthe Versichelen erin om benoemd te worden tot deeltijds docente voor de cursus Demografie en Volksbeschrijving. Ze volgt daarmee professor André De Ridder op. Wanneer professor Haesaert op emeritaat gaat in 1961, krijgt ze een voltijdse benoeming als docente sociologie. Eén van verdiensten van Marthe Versichelen is de introductie van de sociologie aan de Gentse universiteit. In 1965 wordt Marthe Versichelen uiteindelijk bevorderd tot gewoon hoogleraar sociologie. Ze is daarmee de eerste vrouw aan de Gentse universiteit die weet op te klimmen tot het gewoon hoogleraarschap.

Als vrouw werkte ze zich dus op in een toen nog volledig door mannen gedomineerde universitaire biotoop. In een interview met Anne-Marie Van der Meersch, geeft Marthe Versichelen evenwel zelf aan dat haar carrière een normaal verloop kende. Ze getuigt dat ze geen tegenkantingen ondervond als vrouw in haar academische carrière. Haar mannelijke collega's waren hoffelijk, maar wel met enige gereserveerdheid. De collegialiteit onder de mannen was toch intenser volgens haar. Het feit dat haar man ook professor was aan dezelfde faculteit, had eveneens een gunstige invloed op haar carrière. 

Niet iedereen is echter even tevreden met deze eerste vrouwelijke gewoon hoogleraar aan de Gentse universiteit. Op verschillende momenten duiken kritische stemmen op, onder andere in het studentenblad Schamper. Dit zowel met betrekking tot Marthe Versichelens onderzoek, haar onderwijs en examinering. Ook hekelt een groep studenten bijvoorbeeld de hand die Marthe Versichelen in de benoeming van Guido Van Parys heeft, ten nadele van de volgens hen meer competente Herman Brutsaert. Willy Van Poucke  beschrijft in zijn sleutelroman ‘Het scheermes van Ockham’ uit 1986 de bitse rivaliteit tussen drie wetenschappelijke medewerkers van een universiteit, waarin de vermelde personen van het Gentse departement sociologie herkenbaar zouden zijn.

De erfenis: het Marthe Versichelenfonds

Marthe Versichelen gaat op emeritaat in 1984. In 1997 wordt het Marthe Versichelenfonds opgericht, dat steun biedt aan activiteiten op het gebied van de sociale wetenschappen. Het fonds wordt bestuurd door vier professoren uit de faculteiten Politieke en Sociale Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Economie en Bedrijfskunde en Pedagogische Wetenschappen. Het fonds ondersteunt eerst en vooral de uitgave van het tijdschrift Ethiek en Maatschappij. Vanaf 1965 was Marthe Versichelen al redactiesecretaris van het Tijdschrift voor Sociale Wetenschappen, een taak die ze beoefende tot eind 1997. Onder haar impuls wordt op dat moment het nieuwe tijdschrift Ethiek en Maatschappij opgericht, onder leiding van professor Koen Raes. De uitgave wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van het Marthe Versichelenfonds en bestaat vandaag nog altijd. Een meer bekende weerslag van het fonds is de prijs voor beste masterproef in de drie afstudeerrichtingen van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. Jaarlijks worden de drie beste masterproeven uit elke afstudeerrichting bekroond met een geldsom van €500.

Lore Goovaerts – scriptiestudent
Vakgroep Geschiedenis UGent
26 november 2015

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Goovaerts, Lore. “Versichelen-Terryn, Marthe (1917-2015).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd op 29.07.2016. www.http://ugentmemorie.be/personen/terryn-versichelen-marthe-1917-2015.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Van der Meersch, Anne-Marie. Een universitaire loopbaan voor vrouwen aan de Universiteit Gent (1901-1965). Een glazen plafond? Gent: Archief UGent/Academia Press, 2007.

Schamper
Werkgroep Krass. “Actie in de staats- en sociale.” Schamper 20 (1976): 2.  
Werkgroep Krass. “Pol & Soc op straat!”. Schamper 21 (1976): 2.
Bostoen, Koen en Wouter Van Den Berghe. “Versichelen.” Schamper 94 (1979): 1.
 

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Het scheermes van Ockham - sleutelroman - wie is wie

Ik was daar in de periode mid 1970's. Zullen we eens proberen om de personages te benoemen? (En alles wat in deze sleutelroman staat is min of meer echt - correctie - het was nog erger.... Een echte schande.)

Dank zij "Boone" (Brutsaert) ben ik een echte socioloog geworden en heb ik na mijn afstuderen gedurende 8 jaar een academische loopbaan kunnen uitbouwen. Ik ben nog steeds de enige Belgische socioloog die een artikel heeft kunnen publiceren in de ASQ van de Cornell University.

Maar nu naar de essentie. Een aantal namen/pseudoniemen kan ik nog goed plaatsen. Maar andere - niet meer. Eerst de lijst van de namen die niet te vergeten zijn:

  • Adriaan Gunst : Van Loon

  • Dorrestijn : Van Poucke (de auteur)

  • Boone: Herman Brutsaert (de enig echte socioloog in die vakgroep)

  • Sonja Moereman: Vera Lammers

  • De Freule : Versichelen (natuurlijk)

  • Pont d'Oppaers: Baron Frederick - maar wie was dat ook weer?

  • Raepsaet: Haesaert (al lang overleden toen)

  • Langerak: Van Parijs (nooit zo'n nietsnut als docent meegemaakt! Natuurlijk dat we in opstand kwamen.)

  • Depaepe: Sven Audenaerde (een van de leidende studenten uit de lic's - toen de richting nog rechtsfaculteit was - net voor de soc. richting werd opgericht)

  • Peerdgrijs: Gijsbrecht (nog zo'n schande - je houdt het niet voor mogelijk! Maar dat was algemeen bekend in alle faculteiten.)

  • Doolaeghe: Naessens (Paribas?)

Maar wie was/is: Prakke Cosijns Van Wezel Immersael Schoeters Els Overstraten Kreuzer Van Lancker .............?

Oproep aan allen die er toen bij waren - doe even je best en probeer een exemplaar van het Scheermes te bemachtigen - en dan de ontbrekende namen in te vullen. Wij die toen deze periode hebben meegemaakt - wij moeten dit in het archief van de UG krijgen. Dat dit nooit vergeten wordt - hoe politiek en andere overwegingen tot een laagtepunt in een faculteit kunnen leiden.

 

Gie Geeraerts

juni 2019