Haesaert, Jean (1892-1961)

Jean Polydore Julien Coralie Haesaert wordt geboren in Lokeren op 17 april 1892 als jongste zoon in een gezien met drie kinderen. Hij studeert aan het Koninklijk Atheneum van Gent, maar behaalt het diploma van het middelbaar onderwijs voor de centrale examencommissie. Hij begint zijn studies in de rechten aan de Rijksuniversiteit van Gent reeds voor 1914, maar promoveert (eveneens voor de examencommissie) pas op 13 oktober 1919. Begin jaren 1920 is hij actief als advocaat en vervolgens als rechter; nog in 1925 wordt Haesaert benoemd tot ondervoorzitter van de rechtbank van oorlogsschade.

Academische loopbaan

Op 7 oktober 1925 wordt Haesaert benoemd tot docent in de rechten aan de RUG voor de cursussen Natuurrecht en Instituten van het Romeins Recht. Vanaf 10 november 1926 doceert hij daarnaast de cursus Pandecten en in 1927 komt daar nog de cursus Sociologie bij. Op 3 maart 1930 wordt Haesaert benoemd tot gewoon hoogleraar, waarna hij dan ook ontslag neemt als rechter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel. Hij doceert in de periode tussen 1930 en 1957 tal van andere cursussen waaronder op het domein van het recht en de sociologie, zijn beide vakgebieden.

Publicaties

Haesaert is een merkwaardige figuur. In zijn jeugd en zijn studententijd is hij rebels, maar geboeid door kunst, Franstalige letterkunde en filosofie. Hij is tijdelijk leraar in een meisjesinternaat, maar vanaf eind 1919 neemt hij actief deel aan de beweging van La Renaissance D'occident, een literaire groep gesticht in datzelfde jaar rond het gelijknamige Brusselse Tijdschrift. Tot deze beweging behoort ook de toneelschrijver Michel de Ghelderode. 

Haesaert publiceert eerst Les jardins sur la Lys en Schéhérazade, beide vermeld vooraan in zijn Introduction à la philosophie expérimentale (1920). In dat laatste werk bekent hij zich als agnosticus, maar tegelijk als een voorstander van het katholicisme voor de kleine man ("de godsdienst zal de nederigen helpen geduld uit te oefenen, zoals de wijsbegeerte de denker leert te berusten"). Naast de publicatie van nieuwe novellen, start hij  ook een grondige studie van de pedagogie en de onderwijssystemen met een strakke filosofische, psychologische en methodologische onderbouw. In 1926 publiceert hij het opstandige, tegen het actuele onderwijssysteem gerichte Didactique mineure.

In L'Avenir social. Revue mensuelle publié sous le patronage du P.O.B., dat onder leiding staat van Camille Huysmans, publiceert hij een bijdrage onder de titel "Europe", met reflecties over politiek, overbevolking en economie. Het bevat een visionair gedeelte, zeker wanneer hij het heeft over de politieke eenheid van Europa, die vrede met zich zal brengen. Het is in deze periode dat hij als jurist en academicus wordt ondergedompeld in de discipline van de rechtssociologie, die hij ook in België tot ontwikkeling zal brengen. Hij richt in 1928 te Gent het Seminarie voor theoretische en toegepaste sociologie op en publiceert zijn eerste puur sociologische artikels. Zijn grotere werken over de algemene rechtsleer, waaronder de Schets van een Algemene Rechtsleer, zijn op dat ogenblik in voorbereiding.

KVAB

Op 1 december 1937, op een ogenblik waarop de Vlaamse academiën in volle voorbereiding zijn, wordt Haesaert lid van de Libre Académie de Belgique, een academie opgericht tegen de dominantie van de ARB, maar ook met als doel de Franstalige letteren in België te verdedigen. In 1938 wordt Haesaert benoemd tot rector van de RUG voor de periode 1938 - 1939. In 1939 neemt hij ontslag uit de Libre Académie de Belgique, wellicht om het lidmaatschap van andere academiën niet in de weg te staan. Zo wordt hij in het najaar van datzelfde jaar corresponderend lid van de KVAB, maar hij aanvaardt ook het lidmaatschap van de ARB.

Vanaf 1939 tot de sluiting van de universiteit in 1941, wordt Haesaert gewoon hoogleraar aan de ULB, waar hij René Victor als collega heeft. In 1941 wordt hij werkend lid van de KVAB en van de ARB. Tijdens de oorlog is Haesaert zeer actief als academielid. Wanneer René Victor in 1943 onderbestuurder van de Klasse der Letteren wordt, treedt Haesaert toe tot de bestuurscommissie van de KVAB. In 1974 neemt hij het mandaat van Vast Secretaris over van Alfred Schoep. Hij blijft op de post van Vast Secretaris van de KVAB tot 1961, wanneer hij op eigen verzoek ontheven wordt uit de functie. 

Haesaert toont in de jaren 1950 ook interesse om sociologisch onderzoek in Belgisch-Congo te verrichten. Hij poogt deel uit te maken van de interdisciplinaire commissie van Ganda-Congo, het koloniale project van de Universiteit Gent vanaf 1956. Zijn voorstel om sociologisch onderzoek te betrekken wordt omwille van budgettaire redenen geweigerd, tot zijn groot ongenoegen.

Hans Rombaut
Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten
13 december 2013

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Rombaut, Hans. "Haesaert, Jean (1892-1961)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 10.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/haesaert-jean-1892-1961

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be 

Rombaut, Hans, Walter Prevenier, et.al. De bewogen beginjaren van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Brussel: KVAB, 2013. 

 

Type persoon: 
Deel deze pagina: 

Herinneringen

Niet iedereen mag meedoen met Ganda-Congo

“Mag ik van deze gelegenheid gebruik maken om U er op te wyzen dat, onder de vier Universiteiten, Gent de enige is by wie de sociologie in Congo niet vertegenwoordigd is? En dit sedert een aandringen dat sedert jaren duurt! Wel werkt prof. Vlerick er aan de opvoering van de productiviteit: dit is echter iets anders, niettegenstaande de tendens naar imperialisme van myn jonge collega.”

Socioloog Jean Haesaert klaagt bij rector Lambrechts dat er voor zijn onderzoek(sgebied) geen plaats is in Ganda-Congo omdat zijn collega André Vlerick de rechtsfaculteit al vertegenwoordigt. 

Uit: Brief van professor Haesaert aan rector Lambrechts. 2 september 1958. Archief UGent: 4A2/6, 25/30, doos 5, Ganda-Congo briefwisseling prospectietocht, 1958.