Schrant, Joannes (1783-1866)

De Noord-Nederlandse priester Schrant is een ruimdenkend en begenadigd prediker die tijdens zijn verblijf als hoogleraar in Gent tussen 1818 en 1830 de Groot-Nederlandse gedachte verspreidt en ijvert voor de erkenning van het Nederlands in Vlaanderen. Hij geeft als eerste (en lang ook als enige) Nederlandstalige cursussen aan de Gentse universiteit.

Priesterschap

Johannes Schrant wordt geboren in een katholiek gezin in Amsterdam. Na het gymnasium en een opleiding in Latijn, Grieks en Hebreeuws aan de Illustere School, volgt hij van 1803 tot 1806 een priesteropleiding in het seminarie van Warmond. Na zijn priesterwijding in 1806 wordt Schrant aangesteld als kapelaan in Amsterdam waar zijn bevlogenheid als prediker al snel opvalt. Schrant is een voorstander van een Verlicht, liberaal katholicisme en van toenadering tussen kerkelijke gemeenschappen, tot ongenoegen van de conservatieve rooms-katholieke leiding. In 1811 wordt hij daarom overgeplaatst naar Bovenkarspel bij Enkhuizen, een kleine parochie ver van de hoofdstad.

Een taal, een volk

Koning Willem I vraagt Schrant in 1817 om hoogleraar te worden aan de pas opgerichte Gentse Universiteit. Algemeen Nederlands is op dat ogenblik onbestaande in Vlaanderen. Het ‘gewone volk’ spreekt dialect en de elite Frans. Onder het motto ‘één taal, één volk’ en met de bedoeling de nauwe band met Frankrijk door te knippen, wil de Nederlandse vorst in de Zuidelijke Nederlanden het Nederlands introduceren. Aan de nieuwe rijksuniversiteiten in Gent, Leuven en Luik, komt Latijn uit de bus als compromistaal, hoewel het achterhaald is als wetenschapstaal. Ook al is hij niet wetenschappelijk geschoold, is de welsprekende Schrant een ideale kandidaat om als hoogleraar het Nederlands te gaan promoten. Willem ziet in Schrant zelfs de eerste rector van de Gentse universiteit. Schrant aanvaart de positie als hoogleraar pas na veel aandringen. In zijn inaugurale reden op 3 januari 1818 geeft Schrant toe geen wetenschappelijke ambities te hebben met zijn onderwijs maar het in te zetten als promotiemiddel voor de Nederlandse landstaal en welsprekendheid. Taalkunde als wetenschappelijke discipline bestaat overigens nog niet op dat moment.

Het eerste Nederlands aan de Gentse universiteit

Schrant beschouwt het als zijn taak om het Nederlands bij de studenten te introduceren als algemeen verstaanbare en beschaafde administratieve en omgangstaal. Hij stelt een Nederlandse grammatica op vol praktische wenken, geeft lessen over woordenschat, woordgebruik, titulatuur, het opstellen van verzoekschriften en het houden van redevoeringen. In zijn eerste jaar doceert hij de cursussen vaderlandse geschiedenis en Nederlandse taal- en letterkunde en welsprekendheid. Zijn vakken zijn slechts keuzevakken die gevolgd worden door Gentse en Leuvense studenten rechten en theologie. Ze krijgen maar weinig aanhang. Het aantal studenten zakt snel van zeven naar twee of drie. Tegelijkertijd met de invoering van een nieuwe taalwet die het Nederlands officialiseert als administratieve en (lager en middelbaar) onderwijstaal wordt zijn vak Nederduitse letterkunde en welsprekendheid in 1823 verplicht voor alle kandidatuurstudenten. Hoewel Schrant misschien niet altijd veel studenten heeft, zal hij ze zich in zijn memoires herinneren als ‘beschaafde, welopgevoede en beleefde jongelieden’. Onder zijn leerlingen zijn pioniers van de Vlaamse Beweging zoals George Bergman, Ferdinand Snellaert en Prudens Van Duyse. Zijn al bij al beperkte onderwijsopdracht geeft Schrant de tijd voor andere engagementen. Hij publiceert redevoeringen, schrijft tekstvertalingen en -bewerkingen, geschiedkundige, religieuze en letterkundige werken. Maar zijn grootste engagementen spelen zich buiten de universiteitsmuren af.

Minachting voor het Vlaams?

Schrant engageert zich na zijn verhuis onmiddellijk in het Gentse stadsleven. Hij gaat naar de mis in de Augustijnenkerk in de Sint-Margrietstraat. Daar ergert hij zich aan de priesters die prediken in plat Gents, wat hem niet in dank wordt afgenomen. De katholieke elite verdenkt Schrant ervan via de Nederlandse taal ook het calvinisme te willen introduceren en zet parochianen tegen hem op.

In 1819 richt Schrant de ‘Gendsche Maatschappij van Nederlandsche Taal- en Letterkunde’ op met als leden professoren Kesteloot, Thorbecke en De Potter en leraars van het Gentse college. De leden van de vereniging komen wekelijks samen in de Baudeloo-bibliotheek om redevoeringen te houden, gedichten voor te lezen en te spreken over geschiedenis, onderwijs, muziek, architectuur en wetenschap. De vereniging kan beschouwd worden als een voorloper van de Koninklijke Vlaamse Academie van Nederlandse Taal- en Letterkunde (1881).

Schrant zet zich tenslotte ook in voor kwaliteitsverbetering van het Oost-Vlaamse basisonderwijs. In 1824 wordt hij inspecteur van de Oost-Vlaamse Schoolcommissie en hij geeft er praktijklessen aan toekomstige onderwijzers. Burgemeester Van Crombrugghe betrekt Schrant bij de oprichting van drie nieuwe jongensscholen en de aankoop van schoolboeken. Zijn ergernissen over de archaïsche woordenschat en barbarismen in de schoolboeken leiden Schrant ertoe nieuwe schoolboeken op te stellen. Zijn inspanningen omtrent de Nederlandse standaardtaal leveren hem de hoon op van Guido Gezelle die Schrant vervloekt om zijn minachting voor de Vlaamse taal.

Belgische Omwenteling bant het Nederlands uit staat en universiteit

De taalpolitiek van Willem I lokt in de Zuidelijke Nederlanden veel ongenoegen uit. Omdat de elite het Nederlands niet beheerst, worden administratieve en militaire functies ingevuld door noorderlingen. Ook de seculariseringsmaatregelen stuiten op protest in het katholieke en conservatieve zuiden. De spanningen monden in 1830 uit in de Belgische Revolutie en de splitsing van de Nederlanden. De universiteit heropent als Franstalige instelling waar Nederlandstalige cursussen geen plaats meer hebben. Aan dit ‘machtig bouwwerk van Franse cultuur’ zal pas rond de eeuwwisseling geleidelijk aan een einde komen.

Derde carrière in Leiden

Samen met de andere noordelingen ontvlucht professor Schrant in deze woelige periode het zuiden. In 1831 krijgt hij een functie aangeboden als hoogleraar in Leiden. De katholieke priester zal nooit echt aarden in deze protestantse universiteitsstad: zijn wetenschappelijk werk wordt kritisch onthaald en de studenten lusten zijn ouderwetse onderwijsstijl niet. Schrant koopt in Leiden de buitenplaats Spawijck en doopt deze om tot Vreêwijk. Het is daar dat hij in 1850, 16 jaar voor zijn dood, zijn biografie schrijft. Zijn beschrijving van zijn tijd in Gent met alle vriendschappen en conflicten bieden een uniek perspectief op het universiteits- en stadsleven en de toenemende spanningen tussen Noord en Zuid. Schrant overlijdt in 1866 op 83-jarige leeftijd in Leiden.

Warme verdediger van de Nederlandse taal

De Nederlandse prediker heeft zijn Gentse leerlingen en vrienden de liefde voor de Nederlandse taal en de Groot-Nederlandse gedachte nagelaten en leverde zo op zijn manier een bijdrage aan de Vlaamse Beweging-in-wording. In 1971 eert het Gentse stadsbestuur deze ‘warme verdediger van de Nederlandse taal en letteren’ met de Johannes Schrantstraat in de Groene vallei.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
16 april 2015

Met dank aan Charis Verbeelen, Universiteitsarchief

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. "Schrant, Johannes (1783-1866)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 5.05.2021. www.ugentmemorie.be/personen/schrant-joannes-1783-1866.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be 

Biografisch Portaal Nederland

De Clerck, Karel. "Strubbelingen rond de eerste ‘cours de flamand'.” De Brug 10 (1966,3): 187-193.

Deprez, Ada. "Johannes Matthias Schrant." In Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging III: 2719Tielt: Lannoo, 1998.

Deprez, Ada. "J.M. Schrants verblijf te Gent." Wetenschappelijke Tijdingen 2 (1970,1): 47-52.

Deprez, Ada. "Schran". In Nationaal Biografisch Woordenboek, IV: 761Brussel: Paleis der Academiën, 1987.

Fredericq Paul. "Johannes-Matthias Schrant (1817)." In Liber Memorialis, notices biographiques I: 10. Gent: 1913.

Tollet, Ruben. "Uit liefde voor de taal: 100 jaar Nederlandse taalkunde aan de universiteit van Gent." Masterproef, Universiteit Gent, 2008. 

Schrant, Johannes Matthias, G. Gorris, and L. J. Rogier. Joannes Matthias Schrant : Zijn autobiografische herinneringen. Schrant en de katholieke herleving. Tilburg: Bergmans, 1932.

Schrant, Johannes Matthias, Redevoering van Joannes Mathias Schrant over het beoefenenswaardige der Nederlandsche tale, zoo om haar-zelve, als om hare voortbrengselen. Gend: 1818.

 

Type persoon: 
Deel deze pagina: