De Bast, Martinus (1753-1825)

Aan pastoor Martinus de Bast (1753-1825) heeft de Gentse universiteit twee dingen te danken: haar archeologische collectie en - voor een deel weliswaar - haar ontstaan zelf.

Priester en wetenschapper

Martinus de Bast is geboren in een Gentse familie van handelaars. Hij gaat theologie studeren aan de Leuvense universiteit en wordt in 1775 tot priester gewijd. Eerst wordt hij pastoor van de Sint-Jacobs-, daarna van de Sint-Niklaasparochie; in het begin van de negentiende eeuw wordt hij bovendien kanunnik van de Sint-Baafskathedraal.

Naast zijn taken als priester ontwikkelt De Bast zich tot een stadsgeleerde van formaat die zich buigt over het vroegste verleden van Vlaanderen. Met zijn Recueil d’antiquités romaines et gauloises trouvées dans les Flandres (1804, meerdere aanvullingen en heruitgaven) behoort hij tot de pioniers van de archeologie van (Oost-)Vlaanderen. Onder de naam oudheidkunde of studie van antiquités ontstaat namelijk aan het einde van de achttiende eeuw de studie van materiële bronnen – van monumenten, munten, penningen en scherven – als een archeologie avant la lettre. Behalve een overzicht van archeologische vondsten in Vlaanderen, publiceerde De Bast ook een studie over de oudheidkunde van Gent.

Het ontstaan van de universiteit

Als lid van meerdere geleerdengenootschappen en academies is De Bast een van de figuren die betrokken raakt bij de oprichting van de universiteit. Het nieuwe Hollandse bewind benoemt De Bast in 1815 tot lid van de commissie die koning Willem I moet adviseren over de oprichting van (het aantal) universiteiten. In die commissie ligt De Bast als enige dwars: vijf van de zes commissieleden pleiten om één enkele universiteit in het Zuiden, in Leuven of Brussel te vestigen. De Bast verzet zich hiertegen en laat in het eindverslag een pleidooi opnemen ten voordele van  drie universiteiten, te vestigen in Leuven, Gent en Luik.

Op 25 september 1816 volgt Willem I het advies van De Bast en richt hij bij koninklijk besluit een universiteit in Leuven, Luik en Gent op. Naast De Bast hebben uiteraard nog andere figuren een belangrijke rol gespeeld; maar zonder twijfel mag de kanunnik tot een van de stichtende figuren van de universiteit gerekend worden.

De Bast wordt ook als een van de weinige figuren uit het Zuiden professorabel bevonden. ‘Over het geheel is mijn onderzoek naar Belgische geleerden zeer ongunstig uitgevallen. Praters ja die heb ik in overvloed ontmoet, maar geleerden, zoo als wij dit woord in de Noordelijke provincien opvatten geenen enkelen, indien gij de Kanunnik de Bast uitzondert, wiens jaren het onmogelijk maken, hem in aanmerking te nemen’, schrijft de Noord-Nederlandse rechtsgeleerde Johan Melchior Kemper, op zoek naar professoren voor de nieuwe universiteiten van het Zuiden.

In 1822 verkoopt De Bast zijn rijke collectie archeologische en numismatische voorwerpen aan Willem I, die vervolgens de verzameling-De Bast verdeelt over de archeologische kabinetten van Leiden en Gent. Vandaag maakt deze collectie deel uit van de archeologica van de universiteit, die bewaard en tentoongesteld worden in Het Pand.

Familieleden

Martinus de Bast heeft interessante familieleden. Zijn neef Amandus de Bast (1782-1848) is werkzaam bij de provinciale overheid en actief als letterkundige. In 1826 publiceert hij een tweetalige bijdrage over de Aula, de Historische beschrijving van het Paleis der Hooge School, te Gent (1826). Een andere verwant, Liévin de Bast (1787-1832), is als graveur en oprichter van de Société des Arts sterk betrokken bij het culturele leven in Gent. In 1817 wordt hij secretaris van het College van Curatoren, het hoogste bestuurscollege van de universiteit, en tevens curator van het muntenkabinet van de universiteit.

Ruben Mantels
Vakgroep Geschiedenis UGent
28 maart 2012

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Mantels, Ruben. "De Bast, Martinus (1753-1825)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 24.02.2015. www.ugentmemorie.be/personen/de-bast-martinus-1753-1825 

Bibliografie

Tussen kunst en kennis. Een keuze uit de Gentse universitaire verzamelingen. Gent, 1992.

De Clerck, Karel. "De stichting van de Gentse universiteit." In Hoofdmomenten uit de ontwikkeling van de Gentse rijksuniversiteit (1817-1967), 5-27. Gent, 1967.

Roulez, Joseph."De Bast (Martin-Jean)." In Biographie Nationale, deel 4, 756-60. Brussel, 1873.

Verschaffel, Tom. Historici in de Oostenrijkse Nederlanden (1715-1794). Proeve van repertorium. Brussel 1996.

Verschaffel, Tom. De hoed en de hond. Geschiedschrijving in de Zuidelijke Nederlanden 1715-1794. Hilversum, 1998.

Type persoon: 
Deel deze pagina: