De Boodt, Marcel (1926-2012)

De bio-ingenieur Marcel De Boodt was ‘grondlegger’ en wereldautoriteit in de bodemfysica en in de eremologie of woestijnkunde. Goed beseffende wat de sociale en economische impact is van de bodem, was het zijn levenslange missie om de fysische bodemkwaliteit wereldwijd te verbeteren zodat probleemgronden konden worden omgevormd tot voedselbronnen.

Fullbright

Marcel De Boodt wordt geboren in 1926 in Sint-Truiden. De Tweede Wereldoorlog geeft een andere wending aan zijn voorbestemming als beroepsmilitair en hij gaat aan de Landbouwhogeschool in Gent studeren. Hij studeert af als Scheikundig Landbouwingenieur in 1948 en kan onmiddellijk als assistent bodemkunde aan de slag. Twee jaar later specialiseert hij zich dankzij een Fullbright-beurs in de bodemfysica bij Don Kirkham aan de Iowa State University in de Verenigde Staten. Hij wordt er geïntroduceerd in het belang van bodemstructuur en de interactie van bodem en atmosfeer. Hij ontmoet er ook zijn toekomstige vrouw Marie-Christiane Maselis, net als hij een Fullbright-beursstudent uit België.

Leerstoel voor Bodemfysica

Terug aan de Gentse Landbouwhogeschool doctoreert De Boodt in 1957 onder promotorschap van bodemkundige Louis De Leenheer. Hij slaagt er in ‘bodemfysica’ aan de Landbouwschool te installeren en wordt in 1965 hoogleraar en titularis van de nieuwe leerstoel voor Bodemfysica, bodemconditionering en tuinbouwbodemkunde. De Leerstoel kan van bij het begin rekenen op externe onderzoeksfinanciering van het IWONL, Euratom en de Wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties waardoor De Boodt het onderzoekscentrum en vanaf 1970 het Laboratorium voor Bodemfysica kan uitbouwen.

Bodemkwaliteit verbeteren in Gent en de wereld

In die periode kent de landbouw een grondige transitie door de (zware) machinatie enerzijds en wereldwijd het verwaarlozen van traditionele organische bodemverbeteraars anderzijds. In de boomende Gentse tuin- en sierplantsector stelt De Boodt bijvoorbeeld een stijgende vraag naar organische stoffen (compost) vast maar ook de schaarste en dus de hoge kostprijs. Net zoals het onderzoek naar de genetische en fysiologische aspecten van het groeiproces, kan onderzoek naar de fysica van de bodem de productie verbeteren. De Boodt richt zijn eigen onderzoek op de ontwikkeling van chemische polymeren of bodemverbeteraars die de bodemstructuur en –stabiliteit spectaculair verbeteren.

Zijn levenslange missie is het verbeteren van de fysische bodemkwaliteit om probleemgronden om te vormen tot voedselbronnen, rekening houdend met de sociale en economische impact van de grond(bewerking). Cruciaal daarin is de mate waarin de bodem water absorbeert (hydrofiliciteit) of afstoot (hydrofobiciteit), wat bepaald wordt door de aard van de moleculaire binding van de bodem met water. De Boodt zoekt naar remedies enerzijds tegen watererosie van gronden in tropische gebieden en anderzijds tegen verwoestijning in droge gebieden. Hij reageert daarmee op de extreme droogte en ‘verwoestijning’ waarmee de Sahel wordt geconfronteerd en het daaropvolgende watergebrek en schrijnende honger. In Egypte onderzoekt hij hoe de bodembehandeling van zaailijnen of plantgaten het water beter kan vasthouden in de wortelzone en verdamping aan de oppervlakte kan tegengaan. Een succesvol project dat navolging kent in Noord-Afrika, het Nabije Oosten en China.

Herstel van gepollueerde gronden

Het tweede actieterrein van De Boodt situeert zich rond de sanering van gronden die vervuild zijn met zware metalen. Hij is betrokken bij en voorzitter (1977-1980) van het Interfacultair Centrum voor Bodemsanering van de UGent dat een interdisciplinaire opleiding in de bodemsanering aanbiedt. Ook na zijn pensionering in 1991 zal De Boodt baanbrekend onderzoek terzake verrichten. Dat resulteert in 1997 in een achtste gepatenteerde uitvinding, ‘Boodtiet’, dat bepaalde metalen in de bodem absorbeert.

Onderwijs en kennisdeling

De Boodt beseft dat wetenschappelijke kennisdeling de meest effectieve en duurzame manier is om wereldwijd de bodemconservatie en voedselproductie via bodemfysische inzichten te verbeteren. Via wetenschappelijke publicaties in internationale tijdschriften en de begeleiding van meer dan 100 masterscripties en 34 doctoraten in bodemwetenschappen, maar ook via gastprofessoraten aan een twintigtal universiteiten over de hele wereld. De expertise van De Boodt wordt ingeroepen voor missies en projecten van de Europese Commissie, de Wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties en de Belgische ontwikkelingshulp.

Netwerken en erkenning

Marcel De Boodt zou geen grondlegger van de bodemfysica zijn, mocht hij niet de spil in een (inter)nationaal netwerk van bodemfysici zijn. Hij is voorzitter van de Belgische Bodemkundige Vereniging (1971-1974) en de commissie Soil Physics van de Internationale Bodemkundige Vereniging ISSS. De Boodt wordt internationaal erkend en gelauwerd. In 1972-1973 bekleedt hij de Francqui-leerstoel aan de KULeuven. Hij krijgt onderscheidingen van universiteiten en overheidsinstellingen in Irak (Silver Plate of Merit 1979), Thailand (Medal of Appreciation 1983), Egypte (Award of Recognition and Appreciation 1987) and Polen (Oczapowski Commemorative Medal 1990). De Poolse landbouwuniversiteit van Lublin eert hem in 1986 met een eredoctoraat.

Internationaal Centrum voor Eremologie

Sluitstuk en bekroning van zijn onderzoeks- en onderwijswerk is de oprichting aan de faculteit Landbouwwetenschappen van het Internationaal Centrum voor Eremologie (of ‘woestijnkunde’, ICE) in 1989, in het bijzijn van kroonprins Albert. Het ICE start meteen met het herbebossingsproject 'De Groene Golf' dat woestijngronden opnieuw vruchtbaar maakt aan de hand van watervasthoudende polymeren en andere bodemconditioneringsmiddelen dat de medewerkers van het ICE hebben ontwikkeld. Op de campus van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Coupure laat De Boodt begin jaren 1990 ook een twaalf meter lange wind- en regentunnel bouwen voor experimenteel onderzoek naar erosieprocessen. Het ICE organiseert een Engelstalige master- (1989) en postgraduaatsopleiding (1992) in de eremologie. De interdisciplinaire onderwijsprogramma’s hebben als doel ecologische, sociale en maatschappelijke expertise samen te brengen en erkennen dus de multidisciplinaire aard van het probleem van verwoestijning. Ten tweede raken de studenten vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen in onderzoek en technologie. Een derde doelstelling is een brug te vormen tussen de geïndustrialiseerde en ontwikkelingslanden. De opleiding zal in 1996 fusioneren met die in de Soil Sciences van de faculteit Wetenschappen wat resulteert in de internationale opleiding Physical Land Resources (1997-heden).

UNESCO-leerstoel

In 2008 krijgt het ICE de UNESCO-leerstoel voor Eremologie toegewezen met Donald Gabriëls, de 'opvolger' van De Boodt, als voorzitter. Met zijn leerstoelen wil UNESCO internationale samenwerking en kennisoverdracht rond welomlijnde thema’s stimuleren. De leerstoel voor Eremologie is een van de drie Vlaamse UNESCO-leerstoelen en speelt in op de onderzoeksprioriteiten vastgesteld in de UNESCO-verklaring van Tunis van 2006, het Jaar van Woestijnen en Verwoestijning. Het ICE heeft de leerstoel te danken aan haar uitgesproken internationaal karakter én aan de jarenlang samenwerking van de wetenschappers van het ICE met UNESCO. Marcel De Boodt was in de jaren 1970 al de Belgische afgevaardigde voor de samenkomsten van het UNESCO programma voor de bestrijding van desertificatie en in 1984 in Parijs voor het Man and Biosphere programma. Zijn medewerkers en opvolgers steunen onder het voorzitterschap van opvolger Donald Gabriëls de programma’s van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC), het Internationaal Hydrologisch Programma (IHP) en het Mens en Biosfeerprogramma (MAB) van UNESCO.

Prijs De Boodt-Maselis

Na zijn pensionering in 1991 sticht De Boodt samen met zijn vrouw de prijs De Boodt-Maselis voor meest verdienstelijke student. Het symboliseert het belang dat beide hechten aan onderwijs. Maselis verzorgde sinds 1971 gedurende 25 jaar aanpassingscursussen voor buitenlandse studenten en hun familie. Marcel De Boodt overlijdt in Gent op 23 januari 2012. Zijn collega’s zullen hem blijvend herinneren als een vriendelijke ‘gentleman’ professor, steeds bekommerd om het terugvorderen en verbeteren van gedegradeerde gronden over de hele wereld, vooral in droge gebieden waar een derde van de wereldbevolking leeft.

Donald Gabriëls, emeritus vakgroep Bodembeheer
Fien Danniau, vakgroep Geschiedenis
12 mei 2017

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Gabriëls, Donald en Fien Danniau. "De Boodt, Marcel (1926-2012)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 12.05.2017.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be
"UNESCO Chair on Eremology". UGent. s.d. https://www.ugent.be/bw/soilmanagement/en/unescochair. Geraadpleegd 24.04.2017.
Gabriëls, Donald. “In Memoriam Marcel De Boodt.” Pedon 23 (2013) 8-9.
Gabriëls, Donald en Aloïs Van de Voorde. “Boodt, Marcel Florent de.” In Nationaal Biografisch Woordenboek, deel XXI, 135-142. Brussel: Paleis der Academiën, 2014.
Verplancke, Hubert. “Laudatio Marce De Boodt.” Pedon 3 (1993) 3-6.
Gabriëls, Donald en Wim Cornelis. “Duurzaam waterbeheer in droge gebieden.” UNESCO@vlaanderen: Onderwijs. E-publicatie van Unesco Platform Vlaanderen vzw, 13.01.2011. http://www.unesco-vlaanderen.be/nl/artikel/detail/unesco-vlaanderen-onde.... Geraadpleegd 24.04.2017.

Deel deze pagina: