Bouckaert, Jean Henri (1910-1967)

Veearts en paardenspecialist Jean Henri Bouckaert behoort tot de grondleggers van de huidige faculteit Diergeneeskunde. Hij vatte zijn carrière aan in 1935 aan de pas opgerichte Nederlandstalige Veeartsenijschool en bouwde er de Kliniek voor Grote Huisdieren uit. Bouckaert verwierf een grote naam op het gebied van het verzorgen, kweken en trainen van (ren)paarden. Hij stierf jong, een jaar voor de verzelfstandiging van de Veeartsenijschool tot aparte faculteit  in 1968 – iets waarvoor hij heel zijn leven had gepleit.

Stichter Kliniek voor Grote Huisdieren

Jean Henri Bouckaert wordt in 1910 geboren als telg van de gekende Waregemse familie Bouckaert met een eeuwenoude traditie van landbouwers, genezers-kruidendokters, chirurgijns van mens en dier, slagers, ‘peirdemeesters’, dierenartsen, paardenkwekers, chirurgen en ruiters. Zijn grootvader Jean-Baptist was de eerste die het diploma van dierenarts bekwam aan de Franstalige Veeartsenijschool te Kuregem - de enige in België op dat moment - gevolgd door zijn vader Henri Alphonse Bouckaert. Jean Henri zelf trekt na zijn middelbare studies eerst naar de KULeuven voor een voorbereidende kandidatuur in de Wetenschappen om uiteindelijk in 1934 in Kuregem met grootste onderscheiding af te zwaaien als doctor in de veeartsenijkunde.

Bouckaert krijgt de mogelijkheid om in Kuregem assistent te worden, maar kiest ervoor aan de nieuwe Nederlandstalige Veeartsenijschool in Gent aan de slag te gaan. Hij wordt in 1935 docent van de leerstoel van Heelkundige Ziekteleer, Operatieve Geneeskunde en Hoefsmederij. Hij wordt tevens belast met de oprichting van een Kliniek voor Grote Huisdieren. In 1940 wordt hij hoogleraar en in 1950 gewoon hoogleraar. In 1941 richt hij het Comité voor Steriliteitsbestrijding op. Bouckaert verzet zich tijdens zijn carrière tegen het idee dat Diergeneeskunde slechts een wetenschappelijke discipline van tweede allooi zou zijn, een beeld dat bij heel wat wetenschappers op dat moment heerst.

Wetenschappelijk vernieuwer

Jean Henri Bouckaert is een zeer gedreven wetenschapper en belezen man met een synthetische geest en een uitstekend geheugen. Hierdoor speelt hij een belangrijke rol in de ontwikkeling van de diergeneeskunde op diverse gebieden, onder meer het metabolisme bij de herkauwers met de vertering in de pensmaag, de chirurgie van de geslachtsorganen en hoef- en klauwziekten. Hij ontwikkelt meerdere technieken en voert nieuwe methodes in, zoals de keizersnede, later verder uitgewerkt door professor Marcel Vandeplassche, hoofd van de dienst verloskunde. Ook de radiologie is een belangrijk onderdeel van zijn onderzoek, eerst van het beenderstelsel, later ook van de inwendige organen.

De invoering in zijn dienst van halothane (merknaam Fluothane) ter vervanging van chloroform of ether in de gasanesthesie betekent een grote verbetering met meer veiligheid voor de patiënt en groter gemak voor de chirurg. Het uitwisselen van gegevens en de contacten met humane chirurgen en anesthesisten is voor Bouckaert trouwens zeer belangrijk. Begin jaren 1960 voert hij samen met zijn twee broers chirurgen, en ikzelf als jonge assistent, een van de eerste geslaagde osteosyntheses uit bij een jonge volbloed hengst met een botfractuur. De Franse eigenaar van het paard weigerde namelijk euthanasie omdat hij het paard van goede origine wou behouden voor zijn kweekprogramma. Hierbij wordt een Küntschernageling verricht na moeizaam uitfrezen van het beenmergkanaal.

(Ren)paardenspecialist

Bouckaert is een bescheiden man, maar zijn dienst is tot ver buiten het Gentse gekend: tot in Wallonië, Noord-Frankrijk en Zuid-Nederland, en zelfs tot in Duitsland. Als iemand ergens een uitzichtloos probleem heeft met een paard, wordt in paardenmiddens aangeraden om ‘eens naar de kliniek van Bouckaert in Gent te gaan’. Bouckaert is geen in een ivoren toren opgesloten kamergeleerde, maar zet zich eveneens in voor fertiliteitsproblemen en ziekten bij runderen en varkens, waarvan hij het economisch belang inzag. Daardoor is hij ook een gewaardeerd lid van meerdere verenigingen en organisaties om deze problemen op te lossen, zowel in binnen- als buitenland, zoals bijvoorbeeld het Europees Zoötechnisch Verband. Als gepassioneerd paardenliefhebber helpt hij ook om het kweken, verzorgen en trainen een meer wetenschappelijke basis te geven.

Bouckaert is ook een graag geziene gast op de renbaan, waar hij iedereen die om raad vraagt op zijn rustige manier te woord staat. Zowel een kleine landbouwer, een eigenaar van één paard als een edelman met een stal van wel honderd paarden krijgt evenveel gehoor. Sommige eigenaars vragen hem zelfs de zondagmorgen om zijn oordeel welk paard of welke paarden 's middags zullen mogen lopen en welke waarschijnlijk niet. Zijn keuze blijkt dikwijls juist: het bewuste paard wint dan ook. Vanwege zijn veelomvattende kennis wordt hij veel gevraagd als jurylid bij keuringen van paarden en rundvee. Het hoogtepunt daarbij zijn de jaarlijkse keuringsdagen op de Heizel. Ook is hij actief in meerdere nationale comités, commissies en organisaties, die betrokken zijn bij de paardenfokkerij en de paardensport, zoals de Jockeyclub van België en de Nationale Federatie van de Drafsport. Vanzelfsprekend is hij lid van het organiserend comité van Waregem Koerse met een of twee broers, zoals trouwens enkele van zijn voorvaders.

Congo en Egypte

Jean Henri Bouckaert schrijft als auteur en medeauteur een meer dan 70 wetenschappelijke publicaties en enkele boeken, onder andere over de keizersnede. Meermaals is hij voorzitter of secretaris van de Veeartsenijschool. Tussen 1940 en 1967 oefent hij drie keer het voorzitterschap uit. Hij is tevens vertegenwoordiger van de Veeartsenijschool aan de Universiteit Gent. Daar ijvert hij gans zijn leven om een zelfstandige faculteit te kunnen worden, maar dit gebeurt slechts in 1968, een jaar na zijn overlijden.

In 1957 wordt Bouckaert voorzitter van de Europese Vereniging van Veterinaire Chirurgie, maar hij engageert zich tegelijkertijd ook buiten Europa. In 1956 komt hij enthousiast thuis na een studiereis in de Verenigde Staten, waar hij meerdere veeartsenijscholen bezocht, waaronder die van Cornell (New York) en Ames (Iowa). Hij vertegenwoordigt de Veeartsenijschool in 1958 in de Raad van Bestuur van de officiële Universiteit van Elisabethstad in Belgisch Congo, waar hij een semester lesgeeft. In datzelfde jaar is hij gedurende drie maanden ook visiting professor aan de veterinaire faculteit te Caïro (Egypte). Nadien komen twee Egyptische doctoraatstudenten naar Gent. Met één van hen, H. Saïd, maakt hij in 1960 een experimentele studie over de invloed van Vitamine K op de heling van fracturen. Deze studie krijgt een vermelding in het vermaarde tijdschrift Nature.

‘Belgiës renpaardexpert nr. 1’

Jean Henri Bouckaerts interesses beperken zich bovendien niet tot de veeartsenij. Ook economie en filosofie boeien hem. Hij leest vaak in onder andere de Revue Nouvelle dat onder redactie staat van de jezuïeten. Hij stimuleert ook ons, zijn kinderen, om veel te lezen en brengt regelmatig interessante artikels en boeken over diverse onderwerpen mee naar huis. Ik herinner mij het boek Physics and Philosophy van de Duitse atoomgeleerde Werner von Heisenberg, dat nog steeds in mijn bibliotheek staat. Hij meent bovendien terecht dat het Engels de wetenschappelijke taal van toekomst zal worden. Daarom word ik als 17-jarige voor een maand naar Liverpool gestuurd, naar een school voor weeskinderen van de Broeders van Liefde.

Zijn onverwacht overlijden heeft een enorme weerklank in verschillende hoeken en lagen van de samenleving. Behalve in lokale kranten verschijnen er ook in memoriams in paardensportbladen uit binnen- en buitenland en in landbouw- en veeteeltbladen. Het Duitse blad Trabsport geeft als titel: ‘Belgiens Traberexperte nr. 1 gestorben’. Uit de talrijke rouwbetuigingen die de familie ontvangt uit binnen- en buitenland, blijkt zijn bekendheid en waardering bij iedereen. Professor Bouckaert, medegrondlegger van de Gentse Diergeneeskunde, krijgt niet lang na zijn overlijden een gedenkplakkaat in ‘zijn’ Kliniek voor Grote Huisdieren aan het Casinoplein.

Dr. Jan Ignace Bouckaert
Museum Geschiedenis van de Geneeskunde Gent
14 september 2017

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Bouckaert, Jan Ignace. “Bouckaert, Jean Henri (1910-1967).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 14.09.2017. www.ugentmemorie.be/personen/bouckaert-jean-henri-1910-1967. 

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Bouckaert, Jan Ignace. "Een nieuw indicatieterrein voor vitamine K: het beenderstelsel? Experimentele vaststelling meer dan 45 jaar geleden in Gent." Tijdschrift voor Geneeskunde 63, nr. 16 (2007): 764-766.

Bouckaert, Jean Henri en Saïd A.H.. “Die Beinflüssing der Frakturheiling durch einige Farmaka, insbesondere Vitamin K.” Münchener Tierärztliche Wochenschrift 74 (1961): 97-100. 

Bouckaert, Jean Henri en Saïd A.H. “Fracture healing by Vitamin K.” Nature 185 (1960): 849.

Oyaert, Willy. “Onthulling van het plakket van wijlen Prof. J.H. Bouckaert.” Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 38, nr. 2 (1969): 70-72.

Vandevelde, A. “Hulde aan wijlen professor Dr. Bouckaert.” Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 38, nr. 2 (1969): 73-77.

Verstraete, A. "Rouwhulde uitgesproken bij het overlijden van prof. dr. J.H. Bouckaert." Veterinaria 5, nr. 8 (1967): 12-15.

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Diergeneeskundig inspecteur A. Vandevelde looft hoe Jean Henri Bouckaert diergeneeskundestudenten met een figuurlijke kater toch bij de les kon houden

"Zoals hij in zijn chirurgische specialiteit een kunstenaar was, zo was hij tevens virtuoos in het bespelen van het klavier van de menselijke psychologie. Hij had de gewoonte meer door dan naar de mens te kijken. Zijn professorale rijpheid zorgde ervoor dat zijn kennis van de studentpsychologie hem niet veel begoochelingen toeliet en dat hij hun onvolwassenheid met liefde kon tegemoet treden. Zijn studenten waren voor hem alle (sic) gelijk en zijn belangstellingen en hulp waardig. Gebeurde het dat zij minder fris op de kliniek toekwamen dan had hij spoedig uitgemaakt of er ergens, in een lastige nacht, een deel energie was teloorgegaan op de kronkelijke paden van de studenticositeit. Met een juiste verhouding gemeten bittere en zoete ironie kon hij dan, door snel opeenvolgende opdrachten, de vermoeide geest en het moedeloos gestel der betrokkenen dermate geselen dat zij niet meer konden ontsnappen aan de indruk van een onuitgesproken edelgestrengheid, die nog op waardering leek, maar haar doel niet miste."

Uit: Vandevelde, A. “Hulde aan wijlen professor Dr. Bouckaert.” Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 38, nr. 2 (1969): 75.

 

Collega-diergeneeskunde Willy Oyaert beschrijft na Jean Henri Bouckaerts overlijden hoe diens bescheidenheid strookte met de houding binnen de faculteit

"[Bouckaerts] eenvoud en nederigheid waren door iedereen gekend en het daarom ook verrassend dat hij de laatste jaren geprikkeld was, wanneer de diergeneeskunde voorgesteld of bestempeld werd als universitair onderwijs van tweede rang. Voor deze beoordeling bij anderen was hijzelf gedeeltelijk verantwoordelijk omdat hij veel te bescheiden was. Dit is een fout die endemisch heerst binnen de muren van de casino en is ook één van de redenen waarom we er niet toe komen verkeerde opvattingen, die omtrent de diergeneeskunde in bepaalde hoofden vastgeankerd liggen, weg te spoelen." 

Uit: Oyaert, Willy. “Onthulling van het plakket van wijlen Prof. J.H. Bouckaert.” Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 38, nr. 2 (1969): 72.