Libbrecht, Willem (1893-1959)
Willem Libbrecht blijft ons vooral bij als voorzitter van het Algemeen Vlaamsch Geneesheren Verbond (AVGV) bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hij speelt een belangrijke rol bij de oprichting van de Orde der Geneesheren in 1941, maar zal daarvoor van de universiteit worden gegooid na de oorlog.
Aan de universiteit
Libbrecht behaalt in 1919 het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde aan de Leuvense universiteit, waar hij gedurende zijn opleiding van 1912 tot 1914 ook leerling-assistent is in het Laboratorium voor Fysiologie. Hij wordt er in 1919 assistent en in 1920 werkleider. Tussen 1922 en ’32 heeft hij een praktijk in Rixensart en in Brussel, waarna hij in Utrecht de kandidatuur in de Veeartsenijkunde behaalt. Eind 1933 wordt hij benoemd tot docent voor de nieuwe leerstoel van fysiologie, fysiologische scheikunde en farmacodynamie aan de Veeartsenijschool van de Gentse universiteit. Hij richt er een laboratorium in voor fysiologische chemie. Het wetenschappelijk onderzoek heeft in de eerste jaren hoofdzakelijk betrekking op biochemische problemen en meer bepaald op het enzymenonderzoek.
Algemeen Vlaamsch Geneesheren Verbond
In 1938 wordt Libbrecht voorzitter van het in 1922 door de oud-activist Leopold Goyens opgerichte AVGV. Dit verbond is het Vlaamse alternatief voor de Fédération Médicale Belge. De Eerste Wereldoorlog had diepe wonden geslagen in de corporatistische solidariteit die de beroepsgroep zo machtig had gemaakt ten aanzien van overheid, politieke partijen, Kerk en publiek. De activistische artsen hadden tijdens de oorlog de beroepsuitoefening door francofiele en belgicistische collega’s danig verstoord, terwijl de naoorlogse zuivering de activisten viseerde.
Hoewel de radicaal-Vlaamse invloed binnen het AVGV duidelijk is, profileert het zich naar buiten toe als een apolitieke pluralistische vereniging. Het veel kleinere AVGV streeft een gelijkberechtiging en een nauwe samenwerking met de Federatie na. Dit komt sterk tot uiting onder het voorzitterschap van Libbrecht, die tot de syndicalistische vleugel van het Verbond behoort. Die stelt de nationalistische principes ondergeschikt aan de resultaten op materieel gebied. Als de jonge liberaal Marcel-Henri Jaspar in april ’39 minister voor Openbare Gezondheid wordt in het kabinet Pierlot, ontstaat er een goede verstandhouding met beide artsenverenigingen. De voorzitter van de Federatie dr. Glorieux zetelt samen met Libbrecht in het door hen geïnstalleerde Collegium Medicorum Belgicum, om als corporatie sterk te staan in de onderhandelingen voor de oprichting van de Orde van Geneesheren.
De Oorlog
Bij het uitbreken van de oorlog wordt Libbrecht opgenomen in het kabinet van minister Jaspar en trekt met de regering naar Frankrijk. Glorieux tracht tijdens de eerste maanden van de bezetting verder te werken aan de oprichting van de Orde, met zo weinig mogelijk inmenging van de Militärverwaltung. Het AVGV ligt echter dwars en de vroegere nationalistische idealen steken weer de kop op. In oktober 1940 wordt de uit Frankrijk teruggekeerde Libbrecht benoemd tot directeur-generaal van de administratie voor volksgezondheid. Net voordien is hij bij de 168 ondertekenaars van de oproep van het VNV om aan te sluiten bij de grote volksbeweging.
Libbrecht wordt in november als voorzitter van het Verbond opgevolgd door de oud-activist Antoon Picard. In december krijgt hij de opdracht de beroepsverenigingen volgens de taalgemeenschappen in te richten. Dit botst uiteraard met de belangen van de Federatie en er volgt een periode van onderlinge strijd, zeer tegen de zin van de bezetter. Begin april 1941 wordt VNV-politicus Gerard Romsee secretaris-generaal op binnenlandse zaken en aldus de directe overste van Libbrecht. Romsee zet vaart achter de oprichting van de Orde op een autoritaire wijze. Op 30 november 1941 is de Orde van Geneesheren een feit. De tegenstribbelende Federatie wordt niet meer getolereerd. Op 14 augustus 1942 verzegelt de Gestapo de kantoren in Brussel. In het Verordnungsblatt van 25 februari 1943 verschijnt de formele ontbinding van de Federatie en alle aangesloten verenigingen.
De nasleep
Als in september 1944 de geallieerde troepen de Duitsers verdrijven en de Belgische regering weer in Brussel landt, maakt zij tabula rasa van alles wat tijdens de oorlog is doorgevoerd. De bestraffing van de collaborateurs begint. Het proces tegen de Orde wordt één van de omvangrijkste rechtszaken. Het volkomen gecompromitteerde Verbond verdwijnt in het niet. Op 7 oktober 1944 wordt Willem Libbrecht geschorst aan de Gentse universiteit, zonder uitkering van wedde. Een jaar later wordt hij bij RB definitief afgezet.
Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
2 augustus 2013
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. "Libbrecht, Willem (1893-1959)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 24.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/libbrecht-willem-1893-1959
Bibliografie
Epuratie, Algemene briefwisseling 1944-’48 (Archief UGent, 4A2/5, doos 5)
Personeelsdossier Willem Libbrecht (Archief UGent, 211)
De Wever, Bruno. Greep Naar De Macht : Vlaams-nationalisme En Nieuwe Orde : Het Vnv 1933-1945. Tielt: Lannoo, 1994.
Luykx, Theo. Gedenkboek Van De Rijksuniversiteit Te Gent Na Een Kwarteeuw Vervlaamsing (1930-31 - 1955-56).Gent: RUG, 1957.
Vandeweyer, L. "Een geneesherenkorps tussen scalpel en Vlaamse Leeuw. De machtsstrijd van de communautair verdeelde artsenverenigingen, 1914-1945." In Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, nr 2, 1997.