De Coupure
Langs de Coupure ligt een studentencafé dat zijn naam niet gestolen heeft: ‘Koepuur’. Hoewel het gekscherend bedoeld is, als een ludieke knipoog naar hun opleiding, verwijzen de bio-ingenieurs zonder het te weten ook naar de oorsprong van dit stukje Gent.
Tot aan het begin van de negentiende eeuw is de Coupure namelijk een stuk puur natuur: een meersengebied, met weiden, windmolens en vergezichten. Het kanaal loopt er als een ‘insnijdinge in den akker’ door, en vandaar komt de naam ‘Coupure’. Met het kanaal is de scheepvaart gekomen, en met de scheepvaart de nijverheid. Van een landelijk gebied transformeerde de Coupuresite tot een langgerekte strook met depôts en ondernemingen die er actief zijn in bedrijfstakken zoals de sierteelt of textielnijverheid. Een van de mastodontfabrieken aan de Coupure is de Société la Lys ter hoogte van de Nieuwe Wandeling. Deze vlasspinnerij is de grootste van Gent en domineert meer dan een eeuw lang het uiterste einde van Coupure links. Veel van de fabrieksbestuurders gaan uiteindelijk zelf wonen aan de Coupure. Zo groeit er een mix van nijverheidsgebouwen en residentiële panden links en rechts van de Coupure. Wanneer de industrie in de twintigste eeuw verder naar de stadsrand verhuist, wordt de Coupure een exclusieve woonsite aan het water, vergelijkbaar met een van de grachtengordels in Amsterdam.
Woonplaats van een elite
Wie de eigenaars van de Coupurehuizen nagaat, botst op een pleiade van ondernemers, dokters, advocaten en professoren. Vaak zijn de leden van deze groep ook nog eens met elkaar gelieerd door familiale, bedrijfsmatige of politieke banden. Deze jet set van de Coupure leeft als een waarlijk Gentse elite langs de fraaie oevers van het stadskanaal.
De professoren die woonachtig zijn aan de Coupure zijn veelal verbonden aan de faculteit Geneeskunde of Rechten. Ze kunnen hier praktijk houden aan huis en profiteren van de mooie wandeling die het tochtje naar het Justitiepaleis, het Bijlokeziekenhuis of de in de buurt gelegen universiteitsgebouwen oplevert. De met platanen omzoomde Coupure is immers een geliefkoosde wandeling, waar de geleerden van de universiteit al in de negentiende eeuw op zitbanken verpozing kunnen zoeken. Maar ook voor de studenten is de Coupure een favoriete pleisterplaats. Het is de start voor lange wandelingen in het Gentse ommeland of het vertrekpunt voor een tocht met de bootjes van Dua. Vandaag zie je de studenten vooral joggen langs de Coupure, in grote getale, en vaak voorzien van oortjes of gekleed in een hippe sweater met het logo van de universiteit.
De auteurs van het boek De Coupure in Gent (2009) tellen maar liefst zestig verschillende professoren die tussen 1841 en 1992 aan de Coupure woonden; maar in 1878, in de periode waarin de herenhuizen gebouwd werden, woonden er acht van de 43. Enkelen van hen bouwen dan ware stadspaleizen. In de zogenaamde ‘Gouden Bocht’ van de Coupure, tussen de Iepenstraat en de Lieven de Winnestraat, zijn er vandaag nog de woonhuizen van de professoren Richard Boddaert en Louis Varlez te bewonderen. Het fabelachtige interieur van de arts Boddaert is zelfs nagenoeg in oorspronkelijke staat bewaard.
In de grote panden aan de Coupure verhuren de eigenaars ook kamers aan de studenten. In de almanakken van het studentengenootschap De Rodenbach’s Vrienden is een liefdesverhaal bewaard waarin de Coupure het onoverbrugbare water vormt tussen een kamerstudent en het voorwerp van zijn liefde, de juffrouw aan de overkant.
Universiteitsgebouwen aan de Coupure
De vernederlandsing van de universiteit in 1930 betekent een keerpunt in de universitaire geschiedenis: jaren van taalstrijd worden afgesloten en er kan opnieuw aansluiting gezocht worden bij de vooroorlogse fase van universitaire expansie. Voor deze expansie komt er, naast de uitbreidingen aan de bestaande sites in de Voldersstraat en de Plateau, een derde site aan de Coupure tot stand. Passend voor het voormalige plattelandsgebied zijn het de Landbouwwetenschappen en Diergeneeskunde die naar de Coupure trekken.
Op de plaats waar een eeuw eerder zijn voorganger, de hoogleraararchitect Louis Roelandt het Casino bouwde, zet August Desmet in de zakelijke, modernistische stijl van het interbellum een nieuw faculteitsgebouw voor de veeartsen neer. Het voormalige park van het Casino, vermaard omwille van de Floraliën, is een heikel punt: uit eerbied voor het Coupureverleden wordt bij de inplanting van het nieuwe gebouw zoveel mogelijk rekening gehouden met de parkstructuur en worden er enkele zeldzame bomen gespaard. Hoewel het faculteitsgebouw door architectuurhistorici gewaardeerd wordt als een van de markantste modernistische gebouwen in Gent, staat het vandaag jammerlijk te verkommeren. Door de naoorlogse universitaire expansie en verdere specialisering van de diergeneeskunde is het onmogelijk gebleken om de veeartsen in het centrum van de stad te houden. In de jaren 1990 verhuizen ze naar een nieuwe site in Merelbeke, zonder dat er voor het gebouw van Desmet een nieuwe bestemming komt.
Aan de overkant van het voormalige Casino, op Coupure Links, moest een ander monument van de Coupure wijken voor de universitaire bouwdrift: het Rasphuis, de voormalige gevangenis. Ze wordt ontmanteld voor een sober bakstenen gebouw dat het thuis wordt van de Rijkslandbouwhoogeschool, voorganger van de huidige faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en ook wel bekend onder de naam ‘het Boerenkot’. In tegenstelling tot Diergeneeskunde zijn de bio-ingenieurs tot de dag van vandaag gehuisvest aan de Coupure. Uiteraard is de campus in de loop der jaren verder uitgebouwd, met laatstelijk in 2005 de opening van een imposante nieuwbouw met auditoria en studentenvoorzieningen. Daarnaast beschikt de faculteit over proefvelden en infrastructuur op domeinen buiten de stad in Melle en Gontrode. Maar het hart van de faculteit blijft gelegen aan de Coupure, die met het Boerenkot haar landelijke verleden eer blijft aandoen.
In een memoirestukje herinnert professor emeritus Marcel Storme zich hoe hij zelf en zijn vader zaliger voor hem jarenlang de wandeling maakten van hun huis aan het begin van Coupure Links tot aan de landbouw om er college te geven. Of hij daarbij ook een stop maakte aan Koepuur (dat in zijn tijd nog Café Jules heette), is niet geweten.
Ruben Mantels
Vakgroep Geschiedenis
1 oktober 2011
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Mantels, Ruben. "De Coupure." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 05.04.2017.
Bilbiografie
De Coupure in Gent. Scheiding en verbinding. Gent: Academia Press, 2009.