Het bouwen van de Boekentoren
‘Ik heb de eer u te laten weten dat de bodem van de oude Baudelookapel, die de hoofdzaal vormt van de bibliotheek, overwoekerd is door schimmels. Deze gevaarlijke parasieten hebben het hout van het parket aangetast en hebben zelfs de laagste rekken bereikt waarop de boeken geplaatst staan,’ meldt hoofdbibliothecaris Ferdinand vander Haeghen aan het universiteitsbestuur in de zomer van 1900. De bibliothecaris waarschuwt dat de plaag kan uitgroeien tot een echte ramp indien er niet wordt ingegrepen. Dus wordt er besloten om de bibliotheek een tijdlang voor het publiek af te sluiten en het gebouw onder quarantaine te plaatsen en het door middel van ventilatiewerken te ontschimmelen. Maar zowel hoofdbibliothecaris als universiteitsbestuur weten dat het probleem structureel is: het ondergrondse water van de in 1875 gedempte Ottogracht, waaraan de in de Baudelookapel gehuisveste stads- en universiteitsbibliotheek gelegen is, zorgt voor permanente vochtproblemen. Bovendien is er een nijpend plaatsgebrek en ligt de bibliotheek te ver verwijderd van het universitaire leven rond de Voldersstraat en Sint-Pietersnieuwstraat. Zo mist ze de dienstverlenende functie die een bibliotheek anders zo kenmerkend is.
Plannen, almaar plannen
Redenen genoeg om de bibliotheek te verhuizen dus. Hoewel de eerste plannen al dateren van 1850, blijken er altijd wel praktische bezwaren of wetten in de weg te staan die het onvermijdelijke onmogelijk maken. Nadat in 1897 de honderdste verjaardag van de bibliotheek wordt gevierd, komt er een commissie in actie die met weldoordachte plannen voor een nieuw gebouw op de proppen komt; al spoedig dooft haar vlam echter uit. Hetzelfde scenario ontwikkelt zich in 1911 wanneer, op aandringen van de historicus Henri Pirenne, opnieuw een commissie vergadert over de deplorabele staat van de bibliotheek. Het komt tot een door de Academische Raad goedgekeurde nota waarin profetisch reeds gepleit wordt voor een nieuwbouw op de Blandijnberg. Maar andermaal blijft de actie uit. Een derde maal verzamelt na de Eerste Wereldoorlog een comité ter bestudering van het bibliotheekprobleem: alle voorgaande commissiewerk wordt opnieuw verzameld, maar ditmaal met meer stelligheid dan voorheen ook door de stad hard gemaakt. In dezelfde toespraak waarin burgemeester Emile Braun de hoop uitspreekt dat de Gentse universiteit het Frans als voertaal zal blijven gebruiken, kondigt hij immers aan dat de stad zich zal inspannen om binnen enkele jaren een fonkelnieuwe, gerenommeerde bibliotheek voor de universiteit te bouwen.
Stad en staat
In 1924 moet zijn opvolger Alfred Vanderstegen de universitaire gemeenschap echter melden dat wegens de slechte toestand van de stedelijke financiën en praktische problemen in verband met het verwerven van de geschikte bouwterreinen de stad dit plan voor een nieuwe bibliotheek jammerlijk moet laten varen. Het dossier van de bibliotheek is in feite exemplarisch voor de onhoudbare wettelijke toestand die de stad verantwoordelijk stelt voor de gebouwen van een rijksuniversiteit die vanaf het einde van de negentiende eeuw ook in voortdurende expansie is. Zeker nu – tégen de zin van ‘Gand Français’ in – de universiteit toch een Nederlandstalige instelling is geworden, voelt het stadsbestuur weinig om haar laatste centen te spenderen aan de vermaledijde instelling. Eind jaren 1920 neemt de staat daarom de bevoegdheid over het universitaire gebouwenpark over, en belandt ook het dossier van de bibliotheek op haar bord.
Het plan Henry van de Velde
De staat neemt haar verantwoordelijkheid. In 1933 ontvouwt de bevoegde minister Maurits Lippens een tienjarig bouwprogramma waarmee de Gentse universiteit haar jarenlange investeringsachterstand moet inhalen. De nieuwe ‘Vlaamsche universiteit’ kan zo haar standing heroveren. Wat de nieuwe bibliotheek betreft, geeft de minister de bouwopdracht aan Henry van de Velde, hoogleraar aan het Hooger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde en architect van wereldfaam. Al van bij de aanvang concipieert Van de Velde de nieuwe bibliotheek als een torencomplex, waarvan de vormgeving door de plannen, ontwerpen en discussies met de bibliotheekverantwoordelijken stelselmatig verfijnd wordt. Kenmerkend blijft de heldere lijn en de evenwichtige en sobere vorm die de estheet Van de Velde aanhoudt.
Nog voordat de bouwwerken voltooid zijn, wordt de toren van 64 meter hoog al beschouwd als een fier symbool van kennis en wetenschap dat boven Gent uitsteekt. De metaforen en beeldspraak zijn niet uit de lucht. De studenten zien in ‘de silhouet van onzen rijzigen boekentoren’ het monumentale wat de universiteit voor het Vlaamse volk betekent; rector Louis Fredericq spreekt van ‘een symbolische vuurbaak’ die boven de stad uittorent, terwijl een van zijn opvolgers het gebouw interpreteert als een ‘illuminerend idee’. Van de Velde zelf heeft het simpelweg over ‘een machtige boekenkast in de hoogte aangelegd’ wanneer hij spreekt over de bibliotheek die hij aan het bouwen is.
De bouwgeschiedenis van een monument
Voor deze bouw moet een oude buurt, het De Vreesebeluik, onteigend en gesloopt worden. Dat is geen prettige operatie: ze lokt protesten uit en de procedure die de zaak bij de stad moet doorlopen, sleept lang aan. De betonnen toren die er in de plaats komt, is voor sommige Gentenaars dan ook een schande, al wordt het modernisme van Van de Velde zeker niet massaal verworpen. De weinig Vlaamsgezinde Gentse krant Le Flandre Libérale geeft zelfs monkelend toe dat de toren best mooi oogt, zeker wanneer ze juist verlicht wordt. Vanaf 1939 kan de verhuizing van de oude bibliotheek aangevat worden, al is de bouw nog niet helemaal voltooid: dat is pas in september 1942, in volle oorlogstijd, het geval. Zonder veel plechtigheden wordt de nieuwe bibliotheek geopend. De belvedère wordt inmiddels bemand door Duits geschut. De oorlogsomstandigheden bezwaren ook in grote mate de uitvoer van de ontwerpen voor het interieur en meubilair die Van de Velde voor de bibliotheek had bestemd. In de visie van ‘de meester’ moest het binnenzicht van een gebouw zich immers in een harmonieuze eenheid met de buitenarchitectuur verhouden. Gezien de Duitse bezetting is de realisatie van Van de Veldes programma echter onmogelijk, en na de oorlog wordt het nooit meer uitgevoerd: voor Van de Velde is de Boekentoren daarom altijd onafgewerkt gebleven. Dat, en de lange, vruchteloze jaren die hij tussen 1934 en 1954 heeft gespendeerd aan de bouw van een aansluitend complex voor Letteren en Wijsbegeerte, hebben ervoor gezorgd dat de bouw van de Boekentoren in de memoires van de architect als een ‘ware lijdensweg’ en een gevecht tegen de ‘machinerie van de bureaucratie’ staat geboekstaafd. De Gentse universiteit mag zich echter voorstaan het enige Belgische openbare gebouw van Henry van de Velde in bezit te hebben.
Ruben Mantels
Vakgroep Geschiedenis UGent
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Mantels, Ruben. "Het bouwen van de Boekentoren." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 20.05.2022. www.ugentmemorie.be/artikel/het-bouwen-van-de-boekentoren.
Literatuur
Het basiswerk over de geschiedenis van de Boekentoren is Een toren voor boeken. Henry van de Velde en de bouw van de Universiteitsbibliotheek en het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde te Gent (Tentoonstelling 26 oktober – 24 november 1985) (Gent 1985), een studie die gebaseerd is op het omvangrijke bibliotheekarchief dat bewaard wordt in de Boekentoren zelf. Ruben Mantels schreef met Torens van boeken: Universiteitsbibliotheek Gent 1797-2020 (Lichtervelde 2020) een fascinerende geschiedenis van de Gentse Universiteitsbibliotheek. Een voortreffelijk, ouder opstel over de universiteitsbibliotheek biedt R. Apers, Schets eener geschiedenis der universiteitsbibliotheek te Gent (Gent 1933). Aanvullend materiaal over onder andere het werk van de commissies is te vinden in het Rectoraal Archief en in de notulen van de Academieraad (beide Universiteitsarchief); voor impressies van de Boekentoren van de studenten, zie de uitgave van het Gentsch Studentencorps Gent Universiteit (1937); voor die van de academische overheden, zie de rectorale toespraken in de universitaire jaarverslagen.
Een schitterende online rondleiding door de Boekentoren vind je hier: https://tour.boekentoren.gent/