Belvedère

De belvedère van de Boekentoren: het is een mythische plek op het hoogste punt van de stad. Van in de verte zie je haar lichten in het donker. De Boekentoren is een baken van kennis en wetenschap dat vanuit haar top - de belvedère - haar stralen over de stad verspreidt, zou je kunnen stellen. De voor de hand liggende vergelijking met een vuurtoren wordt dan ook al sinds de bouw van de Boekentoren in de jaren 1930 gemaakt. Wie het geluk heeft gehad om ooit in de belvedère te zijn geweest – en de laatste jaren zijn de gelegenheden toegenomen – beleeft een verbluffend zicht. Helaas verhindert de veel te kleine lift om deze bijzondere ruimte permanent in gebruik te nemen.

De bouw van de belvedère

Een toren bouwen is allemaal goed en wel, heeft Henry van de Velde, de architect van de Boekentoren ooit eens gezegd, maar hoe beëindig je de top ervan? Het concept, inrichting en bestemming van de bekroning van de Boekentoren heeft hem dan ook sterk beziggehouden. Twee jaar na het verkrijgen van de opdracht voor het bouwen van een nieuwe universiteitsbibliotheek, in 1935, presenteert Van de Velde een eerste voorontwerp van de belvedère. Hoewel het grondplan reeds in een Grieks kruis is gevat – dat trouwens weerspiegeld wordt in de vijver van de binnenhof – zal het definitieve uitzicht in de volgende jaren nog verder uitkristalliseren. Oorspronkelijk bedoeld als een Museum voor het Boek geeft Van de Velde het een herbestemming als receptiezaal voor universitaire plechtigheden en ontvangsten. Wat het materiaal betreft, wordt nu gekozen voor parket, veel zwart marmer en hout, terwijl de algemene sfeer van soberheid en ernst sterker beklemtoond wordt. In een brief van 24 november 1938 drukt de architect de universitaire overheid op het belang van een onberispelijke uitvoering van zijn ontwerp. Het ontwerp van Van de Velde resulteert in een imponerende ruimte van acht meter hoog met twee verschillende niveaus. De opwaartse raampartijen en de betonnen pijlers, voor driekwart met hout bekleed, geven extra verticaliteit aan de ruimte en zorgen door hun inplanting en lichtspel voor een bijzondere, haast gewijde sfeer. In de vier hoeken zijn er terrassen met horizontale luifels. Op het dak van de belvedère rust een gele, koperen bedekking. De interieurelementen – het marmer en parket – de royale afmetingen en het vertezicht over de stad verlenen de belvedère het bijzondere karakter dat ze tot vandaag bezit.

Het verhaal van de biljart

In 1939 zijn de werken voltooid, op het meubilair na: dat zal Van de Velde wegens de oorlog nooit kunnen afwerken. De belvedère wordt trouwens na het uitbreken van de vijandelijkheden door de Duitse bezetter als observatiepost ingericht en met afweergeschut voorzien, terwijl een hardnekkig stadsverhaal luidt dat de soldaten er ook feestjes hielden en in het waterreservoir zwommen. Na de bevrijding van Gent gaat men de schade opmeten. Het parket is vernield en het springtuig in het afweergeschut heeft voor interieurschade en waterinsijpeling gezorgd. Wanneer in 1950 de belvedère weer in volle glorie hersteld is, maakt fotograaf Walter de Mulder een reportage waarin men kan zien hoe met borstbeelden van professoren, schikking van tafels en stoelen en decoratie-elementen een statige ruimte is geschapen die effectief ook gebruikt wordt als receptieruimte. Omstreeks 1960 wordt nog een biljarttafel naar boven gehesen – hij staat er nu nog steeds – en, zoals opnieuw het stadsverhaal luidt, is dit een krachttoer geweest waarbij de tafel op het dak van de lift vervoerd werd.

Verval in de jaren 1960 en 1970

Maar de allures van de belvedère als een mondaine club houden niet lang stand. Door voortdurende waterinsijpeling lijdt het interieur. Regelmatig is er oplapwerk nodig, tot er in 1971 een grondigere ‘restauratie’ plaatsvindt, die helaas niet in de geest van Van de Velde is gebeurd. Het isolatieprobleem wordt opgelost door het gebruik van banale materialen en er wordt een nieuwe lift gebouwd waarvan de kooi de oorspronkelijke belvedère vrij sterk aantast. Het goede nieuws is wel dat de ruimte terug bruikbaar is: er vinden af en toe vergaderingen plaats, het nieuwjaarsfeest van het bibliotheekpersoneel wordt er steevast gevierd en occasioneel is er zelfs een studentenfuif mogelijk. Maar als architecturale landmark verliezen belvedère en Boekentoren, waar de universiteit in de jaren 1950 zo trots op was, aan charme en aantrekkingskracht door verloederign en desinteresse.

Hernieuwde faam

Pas begin jaren 1980 groeit er een nieuw momentum met de herontdekking van de maquette van het gebouw, gevolgd door een tentoonstelling en de uitstekende publicatie Een toren voor boeken (1985). Onder impuls van een van de bibliotheekmedewerkers, Norbert Poulain, wordt de Boekentoren nu opengesteld tijdens de Gentse Feesten en Open Monumentendagen, waarbij steevast de belvedère het meeste bezoekers trekt. In 1992 volgt de officiële bescherming van het gebouw. De Boekentoren is nu echt een monument geworden. Bij de tweehonderdjarige verjaardag van de universiteitsbibliotheek in 1997 wordt er een fraai fotoboek over gemaakt door de Gentse Magnumfotograaf Carl de Keyzer. Met de aantrede van de nieuwe hoofdbibliothecaris Sylvia van Peteghem neemt de publiekswerking verder toe. Het hoogtepunt wordt gevormd door de deelname aan de Monumentenstrijd in 2007, met de omvorming van de belvedère tot een publieksruimte als inzet. Helaas gaat niet het monument van Van de Velde, maar de Borgloonse stoomstroopfabriek met de hoofdprijs lopen! Tot de dag van vandaag blijft de toren echter in de belangstelling staan: van Music for Life tot de Literaire Lente, de belvedère op het hoogste punt van Gent is geliefd als bekoorlijke locatie voor allerhande culturele events en intieme happenings. Niet te verwonderen dat in de grootschalige restauratie van de Boekentoren die de universiteit op stapel heeft staan, de belvedère met een nieuwe trap en een ruime lift bedacht zal worden. Zo kan deze mythische plek tot een blijvende ontmoetingsplaats van Gent uitgroeien.

Ruben Mantels
Vakgroep Geschiedenis UGent
Laatst gewijzigd 25 juni 2015

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Mantels, Ruben. "Belvedère." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 25.06.2015. www.ugentmemorie.be/artikel/belvedere.

 

Literatuur

Het basiswerk over de geschiedenis van de Boekentoren is Een toren voor boeken. Henry van de Velde en de bouw van de Universiteitsbibliotheek en het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde te Gent (Tentoonstelling 26 oktober – 24 november 1985) (Gent 1985). Specifiek over de belvédère handelt Norbert Poulain, 'Alle schrijnwerkers van dit land zouden aan deze eischen niet kunnen voldoen': de inrichting van de Belvedère van de Gentse Boekentoren (Leuven: Peeters 2006). Inspiratie bood het essay van Pascal Verbeken, ‘Een verdwaalde vuurtoren vol boeken. Henry van de Veldes onmogelijke bibliotheek’, in Marco Daane en Dirk Leyman ed., Gent, de dubbelzinnige (Het Oog in ’t Zeil 7) (Amstelveen: Uitgeverij Bas Lubberhuizen 2000) 185-190. Ruben Mantels' Torens van boeken. Universiteitsbibliotheek Gent, 1797-2020 (te verschijnen) behandelt de geschiedenis van de Gentse universiteitsbibliotheek.

Deel deze pagina: 
Aanmaken herinneringen toelaten

Herinneringen

Geert Bekaert over zijn indrukken van de Belvedère

‘Het interieur van de belvedère is uitzonderlijk, exuberant, een triomfkreet. Zelfs in zijn verloederde staat straalt het nog zijn verhevenheid uit. Iets daarvan is ook in het hele interieur van de Boekentoren en het kunsthistorische instituut terug te vinden. De marmeren trap die naar de belvedère leidt is een indicatie van de continuïteit van het interieur. Van de Velde heeft er voor gezorgd dat de lift niet in de belvédère zelf uitkwam. Men moet de statige marmeren trap beklimmen om er de overweldigende indruk van te ondergaan, eerst en vooral van de disproportie en van het gratuïte van de hoge ruimte zelf, maar ook van de immense glazen wanden en van het spel van de pijlers en balken. De ruimte barst open, strekt in alle richtingen uit, ontwikkelt een intense dynamiek. Men kan niet anders dan denken aan een figuur van Van de Velde, Eos, de dageraad die zich in het opkomende licht uitstrekt. Architectuur reveleert zich hier als het maken van een open plek in de volte van de omgeving. Ze onttrekt zich aan de omgeving en metamorfoseert die.’

(Geert Bekaert, architect)

uit: Geert Bekaert. Hommage: bibliotheek Universiteit Gent. Gent:A&S Books, 2004.

 

Piet Dhanens vertelt hoe het lek in het waterbassin van de Belvedère er is gekomen

'De bevelhebber van de Duitse troepen in Gent, de fanatieke Hitleriaan Daser, was echter niet geneigd Gent zonder slag of stoot gewonnen te geven. Slechts na zeer moeilijke onderhandelingen met de Britten kon een gentleman's agreement bereikt worden, waardoor de Duitsers ongehinderd de stad mochten verlaten. Daser hield zich echter niet aan zijn woord. Op 1september1944 bliezen de Duitsers het munitiedepot van Zwijnaarde op. Omdat ze vreesden dat de bevrijders het luchtafweergeschut boven op het dak van de Boekentoren zouden overnemen, waren de Duitsers ook van plan de bovenverdiepingen te doen ontploffen. De bibliothecaris kon dit plan beletten door lang in te praten op de lokale bevelhebber, die dan maar besloot het kanon zelf te laten ontploffen. Dat zorgde voor een lek in het waterbassin dat tot op vandaag voor blijvende waterinfiltratie in de Belvedere van de Boekentoren zorgt.'

(Piet Dhanens, samen met Cynrik De Decker auteur van het boek Een eeuw luchtvaart boven Gent, 2009)

uit: 'Nu zijn we zeker dat er geen enkelen Duitsch meer overblijft!', in: Het Nieuwsblad, 11/09/2009.