Goethals, Gaston (1908-1979)

Scheikundig ingenieur Gaston Goethals specialiseerde zich in het midden van de 20ste eeuw in de analyse van natuurstoffen uit Belgisch Kongo. Zijn onderzoek over cellulosederivaten vond zijn weg naar industriële toepassingen en hij legde na WO II de basis voor de introductie van de polymeerchemie aan de UGent, de tak die tot kunststoffen zou leiden. Tegelijk was Goethals een voorbeeld van hoe de wereldoorlogen ieders leven verstoorden (ze leverden hem telkens een aanzienlijke studievertraging op) én van hoe wetenschappelijk onderzoek aan Belgische universiteiten beïnvloed werd door de kolonie en de koloniale regering.

Achterstand WO I ingehaald

Gaston Goethals wordt in 1908 in Leuven geboren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt zijn vader, Joseph Goethals, als vluchteling opgesloten in een kamp in het Nederlandse Hulst. Gastons vader wil een parfumbedrijf oprichten en zal hiervoor later de studiekeuze van zijn zoon in de richting van scheikunde sturen. Tijdens WO I verblijft Gaston met zijn moeder, broer en zus gedurende de ganse oorlog bij familie in Moerbeke-Waas. Moerbeke ligt in militair strategisch gebied. De lokale lagere school is de helft van de tijd gesloten waardoor de jonge Gaston twee jaar school mist.

Na de oorlog verhuist de familie Goethals eerst naar Brussel en dan naar Gent. Gaston Goethals loopt school in het Koninklijk Atheneum maar kampt met de tijdens de oorlog opgelopen studievertraging. Hij besluit om na het vierde jaar middelbaar de poësis (vijfde jaar) en de retorica (zesde jaar) over te slaan en aan het ingangsexamen burgerlijk ingenieur deel te nemen. Met de hulp van zijn leraar wiskunde slaagt hij daarin met onderscheiding. Hij begint de studies van burgerlijk ingenieur scheikunde en behaalt het diploma in 1931.

Oliën uit de kolonie

Goethals wordt vanaf 1933 assistent bij het toenmalige Laboratorium voor Nijverheidsscheikunde en begint aan een doctoraat onder het promotorschap van scheikundige Theodoor Van Hove. Hij doet onderzoek naar etherische oliën uit de Belgische kolonie Congo en wordt in 1938 lid van een commissie voor het Ministerie van Koloniën. Voor zijn doctoraal onderzoek verblijft Goethals eerst aan de Technische Hoogeschool Delft waar hij samenwerkt met de befaamde aardolie-expert Hein Israël Waterman. Na Delft trekt hij naar de Parijse Sorbonne. Dit laatste verblijf moet hij noodgedwongen afbreken door de mobilisatie van 1939.

Als reserveofficier bij de artillerie neemt hij deel aan de Achttiendaagse veldtocht in mei 1940. Hij wordt krijgsgevangen genomen maar komt na vier maand vrij waardoor hij in september 1940 zijn activiteit aan de Rijksuniversiteit Gent weer kan opnemen. In 1942 kan hij eindelijk zijn doctoraat De geraniumolie en andere aetherische olieën van Belgisch Kongo verdedigen. Zijn onderzoek peilt naar de samenstelling van etherische oliën ten behoeve van de cosmetische en aanverwante industrieën, en laat toe om  een kwaliteitscontrole op punt te stellen voor de geranium-planters in Belgisch Kongo. Zijn onderzoek wordt gelauwerd met de Prijs Frédéric Swarts van de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique.

Cellulose-chemie

Na de oorlog verlegt Goethals zijn onderzoeksgebied van de studie van etherische oliën uit planten naar de cellulose-chemie. Cellulose is een natuurlijke stof door planten aangemaakt. Goethals verdiept zich in het bijzonder in cellulose-ethers en carboxymethyl-cellulose, twee verbindingen die een groot aantal toepassingen vinden als viscositeitsregulatoren in verscheidene domeinen. Hij verblijft een tijd aan de universiteit van Uppsala in Zweden om zich in dat gebied te bekwamen. De door hem ontwikkelde verbeterde synthese van carboxylmethyl-cellulose vindt zijn weg naar  de industrie. Daarnaast bestudeert Goethals ook verschillende chemische “unit operations” zoals nieuwe destillatietechnieken voor het scheiden van stoffen. 

In oktober 1946 wordt Gaston Goethals tot docent benoemd in het Centrum voor Biochemie, verbonden aan de faculteit Geneeskunde. Hij geeft heel even de cursussen Aanvullingen der organische scheikunde en Ontleding der voedingsstoffen en de technologie der voedingsindustrieën en andere biochemische bedrijven die aan de studenten farmacie (toen nog deel van de faculteit geneeskunde) gedoceerd worden, tot professor Van Hove onverwacht overlijdt in 1946. Daardoor neemt Goethals een deel van diens leeropdracht (Industriële scheikunde, organisch gedeelte) over en wordt benoemd aan de faculteit Wetenschappen. Hij wordt een collega van scheikundigen zoals Jan Gillis, Arend Rutgers, Lucien Massart en Zoël Eeckhout.

Introductie polymeerchemie

Na enkele jaren, in 1950, wordt Goethals bevorderd tot gewoon hoogleraar en wordt hij diensthoofd-directeur van het Laboratorium voor Technische Organische Chemie. In 1950 komt professor Ralph Guile van de Michigan University te Lansing (VSA) een sabbatical jaar op zijn laboratorium doorbrengen. Guile geeft daarbij een lessenreeks over polymeerchemie, een voor die tijd nieuwe discipline die tot de ontwikkeling van kunststoffen ('plastics') zal leiden. Na het vertrek van Guile wordt de cursus polymeerchemie aan de Rijksuniversiteit Gent opgericht. Wegens zijn kennis van cellulose, het meest voorkomende natuurlijke polymeer, wordt Goethals als lesgever aangeduid. Het Laboratorium voor Technische Organische Chemie is op dat moment gehuisvest in de gebouwen van de Plateaustraat.

Als eind de jaren 60 de Plateaustraat door de (toegepaste) wetenschappen ontruimd wordt, verhuist de dienst naar een nieuw gebouw: de S-5 op de Sterrecampus. Van 1970 tot 1972 is Goethals decaan van de faculteit Toegepaste Wetenschappen (die in 1957 verzelfstandigde vanuit de faculteit Wetenschappen). Naast de universiteit is Goethals ook van bij het begin een actief lid van de Vlaamse Chemische Vereniging (VCV). Deze vereniging die scheikundigen van verschillende universiteiten samenbrengt werd in 1939 door onder andere de Gentse chemici Jan Gillis, Firmin Govaert en René Goubau opgericht. Gaston Goethals richt aan de VCV een gewaardeerde documentatie-afdeling in.

Goethals gaat op emeritaat in 1976 en overlijdt op 21 december 1979. Zijn opvolger is Gilbert Froment.

Minzaam, belezen en muzikaal

Gaston Goethals is een echte diplomaat en doet steeds moeite om professionele conflicten op een vredevolle manier op te lossen. Hij is perfect tweetalig, maar tegelijk Vlaamsvoelend - zonder hierin extreem te zijn. Tijdens zijn studententijd eind jaren 1920 betoogt hij bijvoorbeeld mee voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit. Hij is – naar alle waarschijnlijkheid - niet gelovig maar ook hier is hij in de eerste plaats verdraagzaam.

Goethals is tevens een zeer belezen man met een rijk palet aan interesses. Hij houdt van reizen, met een grote voorkeur voor Italië en de Alpen. Hij geniet van lekker eten en is tevens een wijnkenner. Niet enkel is hij een groot muziekliefhebber, maar ook een begaafd amateurpianist. Op zijn Pleyel-vleugel speelt hij moeiteloos sonates van Mozart en Beethoven, impromptu’s van Schubert en polonaises en walsen van Chopin die zijn lievelingsstukken waren.

Iedereen die Goethals gekend heeft zal beamen dat hij een zeer beminnelijk man was. Hij was een perfecte vader en een formidabel lieve grootvader.

Em. prof. Eric Goethals, zoon van Gaston
Vakgroep Organische en Macromoleculaire Chemie UGent
7 december 2017

 

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Goethals, Eric. “Goethals, Gaston (1908-1979).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 06.12.2017. www.ugentmemorie.be/personen/goethals-gaston-1908-1979.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

"150 Jaar ingenieursopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent (1835-1985): de Faculteit van de toegepaste wetenschappen RUG." Gent: Goff, 1986.

"De Fakulteit der Wetenschappen." in Gedenkboek van de Rijksuniversiteit te Gent na een kwarteeuw vervlaamsing (1930-31 - 1955-56), uitgegeven door Theo Luyckx, 212-83. Gent: RUG, 1957. 

Nasielski, Jacques. “De organische scheikunde.” In Geschiedenis van de wetenschappen in België: 1815-2000, uitgegeven door Robert Halleux, 180. Brussel: Dexia, 2001. (te lezen via Digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren)

Deel deze pagina: