1948 Experimenteerschool
Net zoals biologen voor hun onderzoek planten en proefdieren gebruiken in de laboratoria en artsen patiënten in het academisch ziekenhuis, hebben pedagogen leerlingen en een proefomgeving nodig voor hun onderzoek. Zo redeneerden professor Emiel Verheyen en zijn opvolger Richard Verbist. In hun experimenteerscholen werden zeventig jaar lang Gentse kinderen onderworpen aan de nieuwste onderwijsmethodes en geobserveerd door onderzoekers en studenten.
Zaventem: een tijd van schepping en strijd
De progressieve onderwijsinspecteur Verheyen opent in 1924 in Zaventem de eerste Experimenteerschool in België. Geïnspireerd door de ideeën en de school van zijn leermeester en vriend Clapadère in het Institut J.J. Rousseau in Genève, is Verheyen van mening dat het Belgische lager onderwijs te veel de nadruk legt op kennis en tucht. Een school zou de totale vorming van elk kind als individu moeten nastreven. Door een gewone volksschool met een kindertuin en acht klassen om te vormen tot ‘Nieuwe’ school wil hij onderwijzers en pedagogen demonstreren hoe het anders kan. De pedagogie als wetenschap zit internationaal in de lift en de belangstelling in binnen- en buitenland voor zijn project is groot.
Het werk en de ideeën van Verheyen blijven ook bij de minister van onderwijs niet onopgemerkt. Hij stelt Verheyen aan om aan het nieuwe Hoger Instituut voor Opvoedkunde (HIO) aan de Gentse universiteit de opleiding pedagogie te organiseren. De demonstratieschool, of toch de ideeën en concepten die er aan de grondslag liggen, verhuist mee met Verheyen naar Gent.
Molenaarsstraat: arbeiderskinderen zijn het ‘ideale proefmateriaal’
Het stadsbestuur schuift een aantal scholen naar voor als potentiële demonstratieschool en trainingscentrum voor de studenten van het HIO. Verheyen kiest de school in de Molenaarsstraat. De sociaal voelende Verheyen voelt sympathie voor het arbeidersschooltje. Maar hij heeft ook wetenschappelijke redenen: in een eliteschool worden kinderen van thuis uit nabij opgevolgd en intellectueel geprikkeld wat het onderzoek naar de effecten van pedagogische methodes kan beïnvloeden. Arbeiderskinderen zijn het ‘ideale proefmateriaal’. De directeur van de school is een oud-student van het HIO en vormt de onmisbare schakel tussen de studenten, de onderwijzers, de kinderen en de ouders.
‘De school is uw huis, ge moet het rein houden’
Samen met de ouders en de buurtbewoners hervormt Verheyen de school. De muren krijgen een pastelkleurtje, er komt een moestuintje op de speelplaats en elk kind heeft een kastje met een stuk zeep, handdoek en tandenborstel. Het pedagogisch project omvat namelijk ook lichamelijke en zedelijke opvoeding. In vergelijking met andere scholen kennen de leerkrachten en de leerlingen van de experimenteerschool zeer veel vrijheid én verantwoordelijkheid. De collectieve lessen, groepswerken en individuele activiteiten zijn niet vastgelegd in een rooster. De leerstof komt in grote mate uit wat zich aandient in de omgeving. De kunstwerkjes van de kinderen - Verheyen is grote voorstander van artistieke vorming - decoreren de school. De Tweede Wereldoorlog maakt een einde aan de school in de Molenaarsstraat. Na de oorlog is het lessenpakket van Verheyen zo toegenomen dat hij er geen nieuwe experimenteerschool meer kan bijnemen.
Zwijnaarde
Het is de jonge docent Richard Verbist die met behulp van Verheyens assistent William De Coster het idee van de experimenteerschool nieuw leven in blaast. Hoewel de universiteit bij wet verplicht is om een experimenteercentrum in te richten, staat het zo vlak na de oorlog om praktische redenen niet zeer hoog op de prioriteitenlijst. Het HIOW huurt in 1948 dan maar zelf een villa in Zwijnaarde om in te richten als experimenteercentrum. Tegelijkertijd met de opening van de Experimenteerschool richt Verbist een seminarie op voor Psychologische en Experimentele Pedagogie. Seminarie en laboratorium vormen een eenheid waar nieuwe opvoedingsmethoden vorm krijgen en bestaande technieken getest. Anders dan de twee voorgangers ligt de nadruk veel sterker op de academische functie. Waar de Zaventemse school diende als model en de school in de Molenaarstraat als demontratiecentrum voor studenten, dient de Experimenteerschool van Verbist als een pedagogisch laboratorium waar proefondervindelijk onderzoek wordt gedaan. Maar Verbist geeft toe dat de term Experimenteer’school’ voor verwarring zorgt.
Proefpersonen in een laboratorium
Hoewel het onderwijzen van de kinderen niet de prioriteit is van de Experimenteerschool, wordt er ‘ten behoeve van de ouders’ wel ingestaan voor de leerplicht. Net zoals artsen voor de gezondheid van hun instaan, zorgen de pedagogen van de school voor de opvoeding van hun proefleerlingen. Er dienen zich 40 leerlingen tussen 6 en 12 aan waarvan de helft kinderen zijn van collega’s. Aan het hoofd van drie leeftijdsgroepen staat telkens een assistent-pedagoog. Hun statuut voor zowel het departement onderwijs als de universiteit is niet erg duidelijk wat jarenlange onzekerheid betekent over hun tewerkstelling en loon. Zonder de - vaak onbezoldigde - inzet van meneer De Vogelaere, mevrouw Epsteins-Pieruccini en juffrouw (later professor) Van Herreweghe voor de kinderen, de ouders, de studenten en het onderzoek, zou de school in deze pioniersjaren niet kunnen blijven bestaan.
Free-from-fear
Net als Verheyen verzet Verbist zich tegen de focus op intellectuele vorming in het traditioneel onderwijs. De kinderen moeten gestimuleerd worden zelfstandig en probleemoplossend te denken in plaats van hen te beperken tot voorgekauwde koek. Verbist verzet zich ook tegen de wedijver, examenstress en eliminaties die bijdragen tot een sfeer van strijd en vijandigheid. Om het drama van de wereldoorlog te vermijden moet een wetenschappelijk geïnspireerde pedagogie ontwikkeld worden die de nadruk legt op samen-werken en samen-leven. Ten derde moeten kinderen de ruimte krijgen tot vrije expressie via esthetische vorming. Het pedagogisch project van de Experimenteerschool heeft een innig(er) contact tussen leerlingen en leerkrachten als middel en effect waar oud-leerlingen en ouders nog lang over zullen getuigen.
Dunantlaan
Op 1 september 1960 opent in de Dunantlaan het nieuwe gebouw van de Experimenteerschool. De universiteit bouwt op de nieuwe site aan de Neermeersen een nieuwe campus voor de sterk groeiende opvoedkundige en psychologische wetenschappen. Ook hier blijven de functies van basisschool voor kinderen, oefenschool voor studenten pedagogie en laboratorium voor navorsing gecombineerd. Studenten participeren aan en observeren de pedagogische methodes via een one-way-mirror. De school en het laboratorium zijn voer voor verschillende onderzoeken en artikels van Verbist. Als hij in 1981 met pensioen gaat, neemt Marie-Louise Van Herreweghe de leiding over het (intussen) Seminarie en Laboratorium voor Experimentele, Psychologische en Sociale Pedagogiek. De school krijgt de nieuwe naam Pedagogisch Centrum Richard Verbist.
De erfenis van Verbist!
Rond 1990 ligt de erfenis van Verbist onder budgettair vuur. In financieel moeilijke tijden kunnen en willen de universiteit noch het gemeenschapsonderwijs instaan voor de kosten van de school. Het aantal studenten pedagogie is serieus gedaald en ze zijn bovendien niet erg enthousiast over hun oefeningen in de school nu ze daarnaast heel wat andere stagemogelijkheden en -verplichtingen hebben. De opvolging van Van Herreweghe sleept bovendien aan wat de leiding en vechtlust van de school niet ten goede komt. Brieven en petities van ouders en oud-leerlingen noch de pers kunnen vermijden dat de school op 1 september 1991 niet meer open gaat.
Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
18 juni 2015
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. “1948: Experimenteerschool.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 20.06.2015. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1948-experimenteerschool.
Bibliografie
De Clerck, Karel. 75 jaar pedagogische wetenschappen aan de Gentse universiteit. Uit het verleden van de RUG, 43. Gent: Archief RUG, 2002.
Heene, Johan (red.). Liber amicorum Prof. Dr. A. De Block. Gent: RUG. Seminarie en laboratorium voor didactiek, 1985
Verbist, Richard. “Het Hoger Instituut voor Opvoedkundige Wetenschappen te Gent: zijn vroegere experimenteerschool, zijn huidig laboratorium voor psychologische en experimentele pedagogiek.” Paedagogische Studiën 39 (1962): 98-115. (via http://www.vorsite.nl/nl/archief-ps/archief-ps-openbaar.html)
Verheyen, Jozef en Pieter Lambrechts. De experimenteerschool van de Rijksuniversiteit te Gent. Gent: RUG. Hoger instituut voor opvoedkundige wetenschappen, 1961.
Van Herreweghe, M.-L. “Het pedagogisch experimenteercentrum Prof. Dr. J.J. Richard Verbist gehecht aan het Seminarie en Laboratorium voor Experimentele Psychologische en Sociale Pedagogiek, R.U.G.” Liber Amicorum Professor Dr. J. J. Richard Verbist : pedagogische perspectieven en vluchtlijnen, uitgegeven door M.L Van Herreweghe, 15-24. Gent: RUG. Seminarie en Laboratorium voor Experimentele, Psychologische en Sociale Pedagogiek, 1981.