1946 Koloniale Universitaire Studiekring en 1947 Congo Commissie

Aan de Rijkslandbouwbouwhogeschool sticht professor tropische plantkunde Lode De Wilde in 1946 de Koloniale Universitaire Studiekring. Genesteld in zowat alle belangrijke koloniale wetenschappelijke instellingen en als voormalig plantagedirecteur, wil hij ook in Gent een koloniale beweging op gang brengen. Zijn initiatief komt er niet toevallig gelijktijdig met de hervorming en uitbreiding van de opleiding tot koloniaal landbouwingenieur. Vanaf academiejaar 1947/48 kunnen kandidaat landbouwkundigen een driejarige specialisatie volgen die hen voorbereidt op een carrière in de kolonie.

Propaganda voor een koloniale loopbaan

De Wilde wil met KUS een koloniale loopbaan propageren bij alle Gentse studenten. De oprichting van KUS krijgt alvast luister in de Aula met een debat over 'koloniale vraagstukken' met minister van Koloniën Godding. De kring organiseert lezingen, filmvertoningen en een jaarlijkse excursie naar het ‘Kongo-Museum’ in Tervuren. Een bibliotheek met boeken en tijdschriften bevindt zich in het bureau van De Wilde. Een belangrijk intrument is het netwerk van studenten, alumni, professoren en Gentse kolonialen dat KUS opbouwt. De kring legt bij haar stichting banden met de organisator van de ‘Koloniale Dag’, de Koloniale Vriendenkring van Gent en met de studentenvereningen van de Veeartsenijschool (VDK), de Landbouwhogeschool (VLK) en Hogere Handelsschool van de universiteit (VEK). Sponsoring krijgt KUS behalve van de universiteit, ook van het ministerie van Koloniën en een aantal koloniale maatschappijen waaronder de Bamboli Cultuur Maatschappij waarvoor De Wilde rond 1930 plantagedirecteur is geweest. Het netwerk krijgt een pendant in Congo waar onder de naam ‘Gandavensis’ een Vlaamsgezinde oud-studentenbond van Gentse studenten in de kolonie wordt opgericht die de Vlaamse culturele belangen in de voornamelijk Franstalig geleide kolonie moet verdedigen. Via dit netwerk kan KUS stages en jobopportuniteiten in de kolonie aanbieden.

Koloniale universitaire geest

Hoewel de meerderheid van de leden van de KUS bestaat uit studenten landbouwingenieur en veeartsenij (28 van de 38) en de kring haar zetel krijgt in de Landbouwhogeschool – die pas in 1970 als aparte faculteit aan de Universiteit Gent zal worden gehecht, ambieert De Wilde een universiteitsbrede beweging. De onderwijs- en onderzoeksmatige betrokkenheid bij de koloniale onderneming was tot op dat moment in Gent, in tegenstelling tot de KU Leuven, inderdaad beperkt tot dat van enkelingen. De Belgische koloniale aanwezigheid druppelde slecht gestaag door naar het universitair onderwijs via keuzevakken en opleidingen die anno 1946 nauwelijks worden gevolgd. Minstens gedeeltelijk is dit te wijten aan de Franstalige en katholieke dominantie binnen de koloniale administratie en bedrijven wat een koloniale opleiding aan de Nederlandstalige rijksonderwijsinstellingen in Gent niet aantrekkelijk maakt, maar ook ondergefinancierd.

Congo Commissie UGent

Enkele UGent’ers die wel belangstelling tonen voor koloniale wetenschappen en onderwijs, worden erelid van KUS. Onder hen de arts en toekomstig rector Jean-Jacques Bouckaert, letterkundige-Afrikanist Amaat Burssens en dierenarts Lodewijk Geurden. Bij de eerste twee speelt, net als bij De Wilde, ook het idee mee dat een Vlaams tegengewicht in de Franstalige kolonie nodig is. De UGent start een jaar later met haar eigen koloniaal verhaal. Rector Edgard Blancquaert richt in 1947 de Congo Commissie op als een soort perifere denktank over hoe de kolonie in het wetenschappelijk onderzoek kan worden betrokken. Het probleem stelt zich naar verluidt dat de Belgische kolonie bij een gebrek aan eigen deskundigheid, te veel is aangewezen op buitenlandse experten.

Behalve de KUS’ers Burssens en Geurden zetelen ook bioloog Paul Van Oye, jurist Georges Van der Kerken, farmacoloog Romain Ruyssen en burgelijk ingenieur Karel Bollengier in de Congo Commissie. Deze laatste heeft in opdracht van het Ministerie van Koloniën sinds de jaren '20 verschillende havens in de kolonie ontworpen en uitgebouwd. De Congo Commissie is vrij inactief en veel wordt in deze periode niet verwezenlijkt. Veelzeggend is het feit dat geoloog Victor Van Straelen, een man met bakken koloniale ervaring, in 1955 zelfs niet op de hoogte is van het bestaan van de commissie. Lode De Wilde is als professor van de van de universiteit gescheiden Landbouwhogeschool slechts raadgevend lid van de Congo Commissie en zal pas volwaardig lid worden in 1957. Onder andere Frans Olbrechts, Victor Van Straelen, Armand Hacquaert, René Tavernier, Edgar De Bruyne, André Vlerick en Jean-Jacques Bouckaert vervoegen de rangen van de Congo Commissie in 1955, het jaar dat twee subcommissies het licht zien. De eerste subcommissie onder leiding van Burssens moet een Interfacultair Instituut voor Afrikaanse Wetenschappen voorbereiden, maar mislukt. Uit de tweede subcommissie spruit het plan Ganda-Congo voort, een medische en wetenschappelijke campus in Belgisch Congo.

Keerkringen, Universitaire Studiekring

Na de plotse onafhankelijkheid van Congo in juni 1960 halveert het aantal leden van KUS naar 49 leden. Het bestuur exploreert postkoloniale actie, 'in eigen voordeel', in Congo én de rest van Afrika. De gedwongen ommezwaai gaat gepaard met een naamsverandering: KUS staat voortaan voor Keerkringen, Universitaire Studiekring. Helaas voor KUS zet het ministerie voor Afrikaanse Zaken - de opvolger van het ministerie voor Koloniën, alle subsidiëring aan ex-koloniale studiekringen stop. In 1961-62 houdt KUS op met haar bestaan. Wel zullen enkele leden zich samen met de restanten van de KUS-kas hergroeperen rond een nieuw Leuvens initiatief in 1962: Het University Clearing Office for Development Countries. Het UCODC zal de Mei 1968-beweging niet overleven.

Adriaan Eerdekens, master geschiedenis
Fien Danniau, vakgroep geschiedenis UGent
19 januari 2017

 

Eerdekens, Adriaan en Fien Danniau. "1946 Koloniale Universitaire Studiekring." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 06.04.2017. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1946-koloniale-universitaire-studiekring-en-congo-commissie

 

Deze tekst is gebaseerd op het scriptieonderzoek van Adriaan Eerdekens, Ganda-Congo 1956-1970. De Gentse universiteit en het wetenschappelijk avontuur in de kolonie. (UGent, 2010).

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Universitaire actie in Belgisch-Congo

“De Blanke heeft in Kongo én het kapitaal “ondergrond” én het kapitaal “landbouwgrond” én het kapitaal “mens” aan een empirische exploitatie onderworpen in een tempo dat alle wetenschap is voorbijgestormd […].”

Landbouwkundige Lode De Wilde pleit na de Tweede Wereldoorlog voor universitaire wetenschappelijke actie in Belgisch-Congo, los van de toegepaste koloniale wetenschappelijke initiatieven van de Belgische overheid. 

Uit: De Wilde, Lode. “Het wetenschappelijk onderzoek in Belgisch-Kongo.” Kongo-Overzee. Tijdschrift voor en over Belgisch-Kongo en andere overzeese gewesten 14, nr. 2 (1948): 74. 

KUS wil wetenschappelijke 'missionarissen' verzamelen

“Er is iets groots te verrichten in Kongo voor onze Vlaamse afgestudeerden: en, al is deze nog bescheiden, onze voorbereidende en opvoedende taak onder den studerenden is zeer belangrijk, en onze mogelijkheden tot daadwerkelijke hulp zijn van nu af niet meer te onderschatten. De Koloniale Universitaire Studiekring staat open voor alle belanghebbenden en belangstellenden; zijn leden wezen apostelen onder hun medestudenten!”

De Koloniale Universitaire Studiekring gelooft sterk dat de Universiteit Gent een wetenschappelijke missie in Belgisch-Congo heeft. In haar uitnodiging voor het openingsdebat in de Aula probeert ze de Gentse afgestudeerden en studenten warm maken.  

Uit: Uitnodiging voor voordracht ivm “koloniale vraagstukken. 19 december 1946. Archief UGent, AR, K, KUS, 1946-1947 tot 1961-1962. Koloniale Universitaire Studiekring, 1ste werkjaar 1946-47.

KUS breidt haar 'jachtterrein' uit van Kongo naar alle onderontwikkelde gebieden

Beste Kommilito, Beste Kommilitoneske,

Sinds Kongo de weg opgegaan is van de onafhankelijkheid - en als gevolg daarvan wellicht geen voorbehouden jachtterrein meer blijft voor de traditionele schitterende koloniale loopbanen van de Belgische afgestudeerden - is de belangstelling van onze Gentse studenten in grote mate verminderd.

Dit is een schuldige vergissing!
Schuldige vergissing omdat het zo goed als zeker is dat België een voorkeursregime zal verkrijgen:

-  zodat het Vlaamse plicht is zijn medewerking te verlenen

-  zodat het Vlaamse plicht is “aanwezig” te blijven.
Schuldige vergissing omdat de Vlamingen geen monopolium mogen verlenen noch aan de Walen enerzijds, noch aan de Nederlanders, Duitsers en Italianen anderzijds: want dit zou niet alléén de individuele belangen der Vlaamse technici uitschakelen, maar ook de kollektieve Vlaamse handelsbelangen en kulturele belangen en wetenschappelijke belangen. Maar er moet aangepast worden:

-  de studiën moeten, en zullen, voortaan niet alléén gericht zijn op koloniale loopbanen in “onze” Kongo, maar op technische hulp in gans Afrika.

-  de K.U.S.-werking zal zich niet meer beperken tot de Kongolese belangen, maar uitgebreid worden tot al de onderontwikkelde gebieden.

Wat de Vlamingen gekund hebben in de KONGO-KOLONIE voor Kongolees en voor eigen voordeel, moeten zij ook nog in ONAFHANKELIJK KONGO voor datzelfde Kongolees en eigen voordeel. En dat moeten zij voortaan ook in de voormalige Franse en Engelse gebieden. Daartoe is echter meer dan ooit aktie geboden.

Een uitgebreide aktie van onze Studiekring.

Het bestuurskomitee van 1960-1961 heeft het voorrecht en die plicht die aktie in te richten en uit te bouwen.

Wij doen beroep op de studenten.

 

 

Brief van de KUS aan rector Lambrechts. 24 september 1960. Archief UGent, AR, K, KUS, 1946-1947 tot 1961-1962. Koloniale Universitaire Studiekring, 15de werkjaar 1960-61.