Overpoortstraat

Zingen, dansen en vrolijk zijn. Dat is waar studenten decennium in en uit naar leven in de straten van Gent. Hoe een perfecte boemelavond er uit ziet, hangt af van de tijd en de zeden: in 1860 hangt het handvol studenten rond in de herbergen aan de Veldstraat en de Kouter; in 1960 zijn ze met honderden te vinden in de dancings van de Kuiperskaai en in 2010 zie je ze met duizenden in de (dans)cafés van de Overpoortstraat.

De Overpoortstraat is dé nachtelijke ontmoetingsplaats voor studenten sinds de jaren 1970. De homes en het studentenrestaurant die de universiteit er dan bouwt, zijn een sterke aantrekkingspool voor studenten én horeca-uitbaters. De site is ideaal gelegen: op de verbindingsas tussen enerzijds de oude universiteit in de Voldersstraat en de Blandijnberg en anderzijds de nieuwe campussen aan de Ledeganck, de Sterre en het U.Z. De concentratie en het spectaculaire aantal studenten is ongezien en zorgt aanvankelijk voor heel wat overlast. Tegenwoordig zorgen allerlei raden en overlegcomité’s voor een optimale co-existentie van Gentenaars en studenten.

Lees de artikels over de Overpoortstraat

  1. Uitgaansbuurten
  2. Studentenrituelen
  3. Studentenoverlast
  4. Homes
Deel deze pagina: 

Herinneringen

Reclame van enkele studentencafés

‘Waar is de student nog echt student??? In Taverne Oxford, Belgradestraat 16, Gent. Gezelligheid – leute – lekker bier’ (uit: Almanak ’t Zal wel Gaan, 53 (1935)).

‘Café-Restaurant Vooruit. Sint-Pietersnieuwstraat 27, Gent. Op enkele minuten der Universiteit. De grootste en goedkoopste der stad. Noenmalen aan vaste prijzen en dagelijksche gerechten. Biljartzaal met 5 billards. Lokaal der Socialistische Studenten. Zalen beschikbaar voor vergaderingen en feesten’ (uit: Almanak ’t Zal wel Gaan, 55 (1939))

‘Zet uwe clubs voort in ’t Zwitschersch Hof, Korte Dagsteeg 19. Men zal er de zeer geliefde accordeoniste-pianiste Berthy Carozolla te gehooren krijgen, alsook den beroemden stepdanser en orkestleider Gabor Bagi, lilliputter. Leute – Zang – Muziek. De echte studentenkroeg van Gent!’ (uit: Almanak ’t Zal wel Gaan, 55 (1939))

De ‘volmaakte’ student

‘t Levend zinnebeeld der min:
Een stuk baard op zijnen kin
Een stuk pijp in zijnen kop
Een stuk pet daar bovenop;
Slentert door de straten graag
met een stuk in zijnen kraag.
Hier een stuk en dáár een end:
Acht zich een volmaakt student’.

(Een ’t Zal Wel Gaan’er over zijn vriend Dolf, salamanderkampioen en ‘volmaakt’ student)

 uit: Studentenalmanak ’t Zal Wel Gaan, 47, 1910-1911.