Soenen, Roger A. M. J. (1902-1977)

Flamingant, racist, collaborateur, maar tevens erudiet, zijn de etiketten die op Soenen geplakt kunnen worden. Zijn academische loopbaan in Gent behelst de periodes 1931-1933 en 1941-1944.

Flamingant

Na het college van Roeselare en Tielt volgt Soenen Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Barbaracollege te Gent, waarna hij geneeskunde aanvat aan de Leuvense universiteit. Hij behaalt er de graad van kandidaat in de natuurwetenschappen en de geneeskunde in 1924, maar loopt er een consilium abeundi op wegens zijn uitgesproken deelname aan de strijd voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs. Hij trekt naar Gent waar hij in 1927 met grote onderscheiding het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde behaalt. In 1924-25 is Soenen voorzitter van het Katholiek Vlaamsch Hoogstudentenverbond en in 1925-26 voorzitter van het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond dat een duidelijk Vlaams-nationalistisch standpunt inneemt.

Na zijn studies begint hij een huisartsenpraktijk, eerst in Oostende, na de dood van zijn vrouw in Lichtervelde. In 1929 is hij kandidaat voor de parlementsverkiezingen op de Vlaams-nationalistische lijst van Roeselare.

Racist

In 1929-30 is Soenen assistent bij de befaamde professor Johannes Sobotta aan het Anatomisches Institut te Bonn en in 1930-31 bij professor Eugen Fischer aan het Kaiser Wilhelm Institut für Antropologie und Menschliche Erblehre te Berlijn. Ongetwijfeld heeft hij bij deze laatste zijn racistisch discours gehaald. Ficher had door zijn theorieën reeds in de jaren 1904-07 bijgedragen tot het ombrengen van meer dan 65.000 Herero in toenmalig Duits Zuid-Afrika. Nu wordt hij door Hitler gezien als ‘de’ inspiratiebron voor zijn Übermensch-politiek en voor de systematische uitroeiing van rasonzuivere elementen. Hitler stelt Ficher in 1934 aan om de SS-artsen op te leiden.

Academische carrière

Na zijn terugkeer eind 1931 wordt Soenen docent aan de Gentse universiteit, belast met de stelselmatige en topografische ontleedkunde van het menselijk lichaam. Hij verhuist naar de Eedverbondkaai in Gent. Leon Elaut, die zich eind de jaren ‘30 ook zou bezondigen aan dubieuze antropologische studies, wordt zijn assistent. Amper twee jaar na Soenens aanstelling wordt hij  ontslagen, nadat hij op een studentenmeeting in de Minardschouwburg bijzonder hard uitvaart tegen de overheid die de gematigde katholieke Vlaming Albert Bessemans als rector had verkozen vóór de bij flaminganten geliefde kandidaat Frans Daels. Hij wordt huisarts te Oostakker, tot hij in 1941 tot gewoon hoogleraar benoemd wordt aan de Gentse universiteit op de leerstoel menselijke anatomie: Leon Elaut en Firmin Derom, die na het ontslag van Soenen deze leerstoel gedeeld hadden, moeten tegen hun zin plaatsmaken. Soenen zal tevens de vrije cursus ‘Grondbeginslen der rassenkunde en rassenbiologie’ doceren.

De oorlog

Bij het uitbreken van WO II sluit Soenen zich aan bij het VNV en zetelt er in de commissie Openbare Gezondheid. Op 6 augustus 1941 vertrekt hij met het eerste contingent vrijwilligers van het Vlaams Legioen naar het Oostfront, om daar een medische component op te richten. Nog diezelfde maand keert hij met enkele tientallen andere vrijwilligers terug en schrijft een vlijmscherp rapport aan de VNV-leiding, waarin hij pleit te verhinderen dat er nog meer vrijwilligers naar het Oostfront vertrekken. “Doet het VNV dit niet dan kan het niet langer onschuldig pleiten als bedrogen maar dan is het medeplichtig aan een zaak die, zoals ze nu is, voor Vlaanderen alleen een verlies van zijn beste krachten kan betekenen, zonder de hoop dat hieruit voor Vlaanderen wat ten goede komt.” 

Waarschijnlijk uit onvrede loopt Soenen merkwaardigerwijze over naar DeVlag, die nog meer dan het VNV gestuurd wordt door de SS en de Groot-Duitse gedachte. Hij wordt in 1942 leider van de cel Groot-Gent van DeVlag. In de zomer van 1943 wordt de Germaansche Werkgemeenschap Vlaanderen opgericht. Soenen is er voorzitter van en tevens afdelingsleider voor de rassenkunde.

Bij de bevrijding wordt Soenen gevangen genomen en veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. In 1950 komt hij vrij en vestigt zich als huisarts te Sint-Amandsberg. In 1962 trekt hij zich terug te Westende en kort nadien op de Canarische eilanden, waar hij zich op de studie van het Arabisch toelegt. In 1966 keert hij terug naar Gent waar hij tot zijn overlijden in de Dampoortwijk woont.

Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
2 augustus 2013

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. "Soenen, Roger A. M. J. (1902-1977)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 01.04.2015. www.ugentmemorie.be/personen/soenen-roger-a-m-j-1902-1977

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Personeelsdossier Roger Soenen (Archief UGent, 277).

Epuratie, Algemene briefwisseling 1944-48 (Archief UGent, 4A2/5, doos 5).

Elaut, Leon. Mijn memoires : van Keiberg tot Blandijnberg. Beveren: Orion, 1981.

De Wever, Bruno. Greep naar de macht : Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde : het VNV 1933-1945. Tielt: Lannoo, 1994.

De Wever, Bruno. “H. Van De Vijver, België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 8: Het cultureel leven tijdens de Bezetting.” Mededelingenblad van de Belgische Vereniging voor Nieuwste Geschiedenis 1990: 13-14.

 

Type persoon: 
Deel deze pagina: