Gorter, Evert (1881-1954)

Gedreven door een grote sociale bewogenheid stortte de Nederlander Evert Gorter zich op het onderzoek in kindergeneeskunde, voedingsleer en preventie. Hij stampte in Leiden en in Gent de leerstoel en afdeling kindergeneeskunde uit de grond. Maar ook zijn onderzoek in de biochemie was van wereldklasse. Zijn opvolger in Gent Carlos Hooft omschreef het zo: “Gorter was de beste scheikundige van alle kinderartsen en tegelijk de beste kinderarts van alle scheikundigen”.

Pediatrie

Evert Gorter wordt geboren in Utrecht in 1881. Hij gaat net als zijn vader, die omwille van gezondheidsproblemen zijn beroep nooit uitoefent, geneeskunde studeren in Leiden. Hij vervolmaakt zijn opleiding in het Institut Pasteur en het Hôpital des Enfants Malades in Parijs. Als Gorter in 1907 zijn diploma behaalt, is zijn belangstelling getrokken door de kindergeneeskunde. Die discipline is op dat moment onbestaande in Nederland en Gorter maakt het zijn levensdoel het deelgebied te ontwikkelen.

Eerste kinderkliniek van Leiden

Gorter start onmiddellijk na zijn studies als privaat docent interne kinderziekten in Leiden en overtuigt enkele rijke vrienden te investeren in de aankoop en de inrichting van een pand rechtover het academisch ziekenhuis. De Kinderkliniek opent in 1915 en beschikt over een laboratorium waar Gorter onderzoek doet in de voedingsleer, biochemie en de microbiologie. Als Gorter benoemd wordt aan de universiteit, eerst als lector en in 1923 als hoogleraar, kan hij zich volledig wijden aan de studie van het zieke kind. Hij is een van de eersten om een kind te bekijken als iets anders dan een miniatuurvolwassene.

Een stempel op generaties kinderartsen

Gorter brengt drie invloedrijke leerboeken over kindergeneeskunde uit die zowel in Nederland als in Vlaanderen decennia lang herdrukt zullen worden. In 1913 verschijnt De voeding van gezonde en zieke zuigelingen. Met W.C. de Graaff schrijft hij twee jaar later Klinische Diagnostiek: bacteriologische, serologische en chemische onderzoekingen. Het zal tot het begin van de jaren 1960 het referentiewerk bij uitstek blijven voor de opleiding van medische technologen. In alle hogescholen wordt de ‘Gorter en de Graaff’ een begrip. In 1918 verschijnt een tweedelig leerboek Kindergeneeskunde dat tot in de jaren 1970 hét standaardwerk blijft bij de vorming van kinderartsen in Nederland en in Vlaanderen.

Sociaal geëngageerd

Gorter verzet zich zijn leven lang tegen elke vorm van sociaal onrecht. Voortdurend legt hij de klemtoon op het belang van de sociale omstandigheden bij het ontstaan van kinderziekten. Het oprichten van consultatiebureaus voor zuigelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog is ronduit revolutionair. In 1929 neemt hij het initiatief voor het Instituut voor Preventieve Geneeskunde. Dat de kindersterfte in Nederland daalt aan het begin van de twintigste eeuw zou voor een groot deel zijn verdienste zijn. Gorters engagement beperkt zich niet tot Nederland. Hij is lid van ruim zestig wetenschappelijke verenigingen verspreid over de hele wereld. In 1927 zetelt hij in een Commissie van de Volkenbond voor onderzoek naar de oorzaken van zuigelingensterfte. Enkele jaren later komt hij naar Gent...

Een kinderafdeling voor het nieuwe Academisch Ziekenhuis

De faculteit Geneeskunde van de Gentse universiteit is tijdens het interbellum gevestigd naast het stedelijk ziekenhuis de Bijloke. De plannen voor de bouw en inrichting van een academisch ziekenhuis op een nieuwe site die beantwoordt aan de evoluties in de medische wereld zijn volop in ontwikkeling. Kindergeneeskunde is een van de deelgebieden waar het Gent nog totaal aan ontbreekt. In 1935 suggereren de artsen Corneel Heymans en Frans Daels om de Nederlander Gorter aan te trekken om de leerstoel kindergeneeskunde op te richten en de voorbereidingen te treffen voor een afdeling kindergeneeskunde voor het nieuwe Academisch Ziekenhuis.

Kinderarts in Gent

Gorter aanvaardt de opdracht op voorwaarde dat hij zijn werk in Leiden kan voortzetten. Gedurende vier jaar komt hij tijdens de weekends naar Gent. Op dat ogenblik lijdt Gorter reeds aan een ernstige vorm van reumatoïde artritis waardoor hij zich in een rolstoel verplaatst. Het gebrek aan mobiliteit en tijd verhinderen niet dat Gorter bergen zal verzetten. Als hij in Gent arriveert is er geen lokaal, geen laboratorium, geen personeel en amper budget. Eerst in gespreide lokalen en daarna in een apart paviljoentje behandelt hij de patiëntjes en richt hij een laboratorium in. Belangrijker is dat hij via klinische praktijk, cursussen en lezingen de Gentse artsen, verpleegkundigen en laboranten vormt en de sociale kindergeneeskunde op gang trekt. Gorter laat in 1939 een zelfredzame afdeling achter gewapend voor de toekomst. Zijn belangstelling voor de Gentse universiteit en zijn leerlingen zal ook daarna een steun blijven. In 1950 eert de universiteit Gorter voor zijn inspanningen en verwezenlijkingen met een eredoctoraat.

‘Gorter-Grendel-model’

Gorters meest belangrijke wetenschappelijke werk situeert zich merkwaardig genoeg niet op het vlak van de kindergeneeskunde maar op dat van de biochemie. In 1925 lanceert hij in het prestigieuze Journal of Experimental Medicine het idee dat biologische celmembranen zijn samengesteld uit een dubbele lipidelaag en hij bewijst zijn stelling samen met de scheikundige François Grendel aan de hand van een simpel maar geniaal experiment.

Gorters idee omtrent de celmembraan moet erg lang op erkenning wachten. Pas na 1970, 16 jaar na zijn dood, zal het ‘Gorter-Grendel-model’ wereldwijd worden erkend. Sindsdien wordt zijn naam in zo goed als elk handboek biochemie vermeld. In 1975 vergelijkt het gezaghebbende tijdschrift Nature het belang van het Gorter-Grendel-model met dat van de dubbele DNA-helix van Watson en Crick .

Wisselvallige roem

Gorter overlijdt in 1954 in Utrecht. Tot aan het einde van de twintigste eeuw wordt hij vreemd genoeg zowel in Nederland als in Vlaanderen uitsluitend als kinderarts herinnerd. Zijn biochemische verdiensten  worden wel erkend, maar uitsluitend omwille van de eiwitchemie, die al bij al niet zo veel voorstelde. In het Biografisch Woordenboek van Nederland in 1979 wordt Gorters leven uitvoerig beschreven maar wordt met geen woord gerept omtrent zijn geniaal idee van de dubbele lipidelaag. Kinderartsen in Nederland en in België, waaronder zijn opvolger te Gent, Carlos Hooft, beseften hoegenaamd niet hoe belangrijk Gorter’s biochemisch werk was. En biochemici wereldwijd – ook in Leiden en in Gent – wisten niet dat Gorter eigenlijk een kinderarts was.

Gorter genoot nog tijdens zijn leven al veel respect als arts, organisator en wetenschapper. En ook na zijn dood werd zijn nagedachtenis in ere gehouden. Sinds 1981 wordt jaarlijks een Gorter en de Graaff-prijs uitgereikt aan personen die belangrijke bijdragen hebben geleverd aan de klinische chemie. De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde reikt sinds 1983, een Gorter-medaille uit aan wie belangwekkend onderzoek verricht in de kindergeneeskunde. In het Gentse Universitair Ziekenhuis herinnert de ‘Gorter vergaderzaal’ met zijn bronzen borstbeeld aan de fameuze kinderarts.

Vakgroep pediatrie en genetica UGent

Jos Kint
Emeritus vakgroep pediatrie en genetica UGent
1 oktober 2016

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Kint, Jos. "Gorter, Evert (1881-1954)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 13.10.2016. www.ugentmemorie.be/personen/gorter-evert-1881-1954

Belangrijkste publicaties

De voeding van gezonde en zieke zuigelingen. Leiden: Stenfert Kroese, 1954. (Eerste druk: 1913).

met W.C. De Graaff. Klinische diagnostiek, bacteriologische, serologische en chemische onderzoekingen. Leiden: Stenfert Kroese, 1956. (Eerste druk: 1915).

Kindergeneeskunde. Leiden:Stenfert Kroese, 1948-1950. (Eerste druk: 1918).

met F. Grendel, “On bimolecular layers of lipoids on the chromocytes of the blood” Journal for Experimentel Medicine 41 (1925): 439-444.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

“Voorstelling van Prof. Dr. Gorter door Prof. Dr. C. Hooft.” In Jaarverslag van de Universiteit Gent 1949-1950: 54-56. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1950.

Hooft, C. “Evert Gorter (1881-1954).” Liber Memorialis 1913-1960, II Faculteit Geneeskunde, uitgegegeven door Theo Luykx: 304-305. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1960.

Kint, J.A. en J.G Leroy. An Anniversary for the Lipid Bilayer. S.l.: s.n.,1986.

Luyendijk-Elshout, A.M. “Gorter, Evert (1881-1954).” In Biografisch Woordenboek van Nederland. http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/gorter [12-11-2013]

ten Bokkel Hunnink, A. “Levensbericht E. Gorter.” Jaarboek Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen 1954-1955: 275-279. Amsterdam: KNAW, 1955.

Slooff, J. “In memoriam Professor Dr. Evert Gorter.” Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 98 (1954): 591-2.

Deel deze pagina: 

Herinneringen

De Kinderkliniek is de blijvende getuigenis van Gorters tijd in Gent

U zijt tot op deze dag een voorbeeld gebleven van de hoogleraar in de moderne Kindergeneeskunde in al haar aspecten. Maar bovendien is U voor ons een toonbeeld gebleven van volharden en overwinnen daar waar velen geneigd zouden zijn moedeloos te gaan zitten bij de opeengestapelde moeilijkheden. Thans verrijst als blijvend getuigenis daarvan, te Gent, het gebouw van de afdeling Kindergeneeskunde van het Academisch Ziekenhuis, dat door U ontworpen, zijn voltooiing benadert. Met het onderwijs en de vorming die wij aan U danken, hopen wij dit stoffelijk monument dankbaar volgens uw geest te blijven bezielen.

Uit: "Voorstelling van Prof. Dr Gorter door Prof. Dr C. Hooft" Jaarverslag van de Universiteit Gent 1949/1950: 54-56. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1950.

 

Over het geniale experiment van de dubbele lipidenlaag

Samen met de scheikundige François Grendel, bewijst Gorter de stelling van de dubbele lipidenlaag met een zeer eenvoudig experiment: de lipiden, met aceton geëxtraheerd uit een gekend aantal erytrocyten, werden als een monolaag uitgespreid op water. De verhouding van de oppervlakte van deze monolaag tot het totaal oppervlak van alle erytrocyten samen bleek dicht bij 2:1 te liggen en dit voor rode bloedcellen van diverse zoogdieren en van de mens.

Gorters resultaat is eigenlijk buitengewoon merkwaardig: het kwam tot stand zonder gebruik van enige moderne chemische techniek, zoals X-straal kristallografie, infrarood spectrometrie, gaschromatografie of nucleair magnetische resonantie. Gorters experimentele opzet was tegelijkertijd even simpel, geraffineerd als geniaal.

Jos Kint,
faculteit Geneeskunde UGent
 

Professor Carlos Hooft stelt voor een gevulde Aula professor Gorter voor als eredoctor van de UGent in 1950

Toen de professoren van de Medische Faculteit hun gewezen collega voorgedragen hebben voor de ere-toga, hebben ze hun bewondering willen laten blijken voor de geleerde, de medicus, de organisator ende mens in Gorter.
...
Persoonlijk hebben wij ons rekenschap kunnen geven van zijn actie voor preventieve geneeskunde, van zijn merkwaardige verwezenlijkingen op gebied van onderwijs en cliniek, van zijn tomeloze wilskracht, van zijn begrijpen van toestanden en waarderen van mensen, van zijn helder inzicht en zijn duidelijk, doelbewust doorzettend streven m alles deugdelijk te maken. Wij hebben de bestendiging beleefd van zijn eerste academische les, die hij in 1908 heeft gegeven onder de titel “Moderne Kindergeneeskunde”.

Uit: "Voorstelling van Prof. Dr Gorter door Prof. Dr C. Hooft" Jaarverslag van de UGent 1949/1950: 54-56. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1950.

Collega A. ten Bokkel Hunnink beschrijft de werkkracht van Gorter bij zijn overlijden in 1954

Slechts iemand, die in die beginjaren in zijn nabijheid werkte, is in staat te beseffen over welke kennis en werkkracht moest beschikt kunnen worden om deze prestaties te leveren. Die energie is nimmer verflauwd. Zij maakte mogelijk, dat daarnaast zijn grote organisatorische eigenschappen zoveel tot stand konden doen komen. De bouw en inrichting van het primitieve Kliniekje in den beginne en van de Universiteitskinderkliniek later zijn hiervan sprekende getuigen. Dat zijn universele belangstelling in zo velerlei opzicht vruchtdragend werd, is alleen mogelijk geweest door zijn onblusbare energie.

Op. Cit. A. ten Bokkel Hunnink, “Levensbericht E. Gorter. In Jaarboek Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen 1954-1955: 277. Amsterdam: KNAW, 1955.

Zijn opvolger in Gent professor Carlos Hooft herinnert zich zijn 'strenge' leermeester zes jaar na diens dood

Gorter was streng, voor de anderen evenzeer als voor zichzelf. Hij was in dezelfde zin veeleisend. In de geneeskunde en voor de wetenschap was hij hard, wanneer hij een uitspraak had te doen, maar nooit kwetsend voor de persoon die hij moest beoordelen. Hij was een leermeester met een stalen richtlijn maar met een wenkende hand. Voor de Gentse universiteit betuigde hij tot het einde van zijn leven een volle sympathie en een onverminderde belangstelling.

Op. Cit. Carlos. Hooft. "Evert Gorter (1881-1954)." In Liber Memorialis 1913-1960, II Faculteit Geneeskunde, uitgegeven door Theo Luykx: 305. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1960.