1938 Nobelprijs voor Corneel Heymans

Samen met zijn vader Jan Frans Heymans bestudeert Corneel Heymans de perfusie van afzonderlijke gebieden van het levend organisme. Ze ontwikkelen de ‘techniek van de geïsoleerde hondenkop’ of de ‘techniek van de gekruiste circulatie’ die toelaat de kop van een hond in te schakelen in de bloedsomloop van de romp van een andere hond. In 1938 ontvangt Corneel Heymans de Nobelprijs voor de Fysiologie en Geneeskunde voor zijn ontdekking van de chemoreceptoren van de aorta en de carotiszone, die op reflectoire wijze de ademhaling regelen. De prijs wordt uitgereikt door de Zweedse ambassadeur Von Dardel in de Aula op 16 januari 1940 in aanwezigheid van koningin Elisabeth. De officiële hulde wordt daarna voortgezet in het stadhuis. Koning Leopold III is niet aanwezig omwille van de oorlogsdreiging. Op 19 januari 1940 vindt een meer intieme viering plaats in de feestzaal van Hotel Brittannia op het Sint-Baafsplein, hoewel ze aanvankelijk gepland werd in het labo van de professor. Het Farmacologisch en Therapeutisch Instituut waarvan Heymans de leiding heeft, wordt een internationaal trefpunt voor vele onderzoekers die achteraf naam en faam verwerven. Een van hen is Paul Janssen: hij verlaat het Instituut in 1953 om zijn eigen laboratorium voor industrieel geneesmiddelenonderzoek op te starten, dat uiteindelijk zal uitgroeien tot 's werelds meest productieve uitvinder van geneesmiddelen.

Naar: Elienne Langendries en Anne-Marie Simon-Vandermeersch, 175 jaar Universiteit Gent – Ghent University 1817-1992, Gent, 1992.

Deel deze pagina: