2.3. De Joodse aanwezigheid aan de faculteit
2. De faculteit Geneeskunde tijdens Wereldoorlog II: bezetting en collaboratie
2.3. De Joodse aanwezigheid aan de faculteit
15. Steekkaart publicatie Handovsky en Heymans.
In zijn Geschiedenis van de geneeskunde in België (1981) schrijft dr. Franz-André Sondervorst lovend over Corneel Heymans en zijn bijdragen over de reflexcontrole van ademhaling en de bloedcirculatie. De auteur verheelt niet dat hij een belangstellend oog heeft voor de directe omgeving van Heymans, die in 1938 de Nobelprijs voor Geneeskunde in ontvangst mag nemen: …zijn naaste medewerkers, onder meer P. Regniers en J.-J. Bouckaert, verdienen hierbij te worden vermeld…. Hier wordt evenwel voorbijgegaan aan de verdiensten van de Oostenrijker Hans Handovsky, van Joodse origine, die sinds 1934 als assistent in het Heymansinstituut tewerkgesteld was. Handovsky was een van de vijftig hoogleraren die na de Rijksdagbrand van 1933 op de universiteit van Göttingen, wereldberoemd om zijn geavanceerd natuurkundig onderzoek, ontslagen was. Met professor Heymans klikt het perfect. Vooral de hoge wetenschappelijke waarde van de nieuwkomer wordt geprezen. De wetenschappelijke onderzoeken van Hans Handovsky leidden tot liefst 46 publicaties. In juli 1940 evenwel verwoordt Heymans zogezegd de mening van alle betrokkenen die geen heil zien in een verdere aanstelling van Handovsky en …denken wij dat hij sedert zijn benoeming over den noodigen tijd heeft kunnen beschikken om een andere betrekking te vinden…. Het grootste kwaad komt uit de hoek van Frans Daels die op 3 juli 1940 aan Handovsky laat weten …u moogt van geluk spreken, want ware ik in dit ogenblik nog bestuurder, ik zou u den toegang tot het laboratorium verbieden….
Door de Duitse verordeningen 1 en 2 van 28 oktober 1940 wordt aan Joden verboden …ambten te bekleden in de hoofdbesturen en buitendiensten der Ministeries, alsmede in de verenigingen en instellingen van openbaar nut en in de instellingen, waarbij de Staat, een provincie of een gemeente of gelijk welk ander publiekrechterlijk lichaam betrokken is. Dezelfde verordening voorziet ook dat de betrokken personen geen lid meer zullen mogen zijn van het onderwijzend personeel van om het even welk soort van scholen…. In januari 1941 wordt Handovsky … geschorst als werkleider aan de Hoogeschool door de Duitsche Wehrmacht…. Ook professor Paul Fröschel ziet zich genoodzaakt tijdens de oorlog in de clandestiniteit te gaan. Daardoor komt ook de wetenschappelijke arbeid van deze in 1938 uit Oostenrijk naar België geëmigreerde geleerde aan het Botanisch Instituut tijdelijk tot stilstand.
16.-17. Portret van de Joodse onderzoeker Handovsky, paspoort van de Joodse student natuur-
en geneeskunde David Lustig, ca. 1940.
Dokter Wilhelm Ginsberg, zijn Belgische echtgenote en twee zonen verloren op 24 januari 1940 …die Reichsangehörigkeit durch Entlassung… . Op dat ogenblik verblijft de familie reeds, en dat sinds 1938, in Gent. Klinisch bioloog Ginsberg wordt tijdens de bezetting niet verontrust en, met steun van Corneel Heymans, slaagt hij er zelfs in door te werken in zijn klein laboratorium in de Van Hulthemstraat. In Gentbrugge woont de 66-jarige vriend van Ginsberg, dokter Erwin Freund, eveneens uit Duitsland gevlucht. Het uitoefenen van zijn dokterspraktijk wordt hem verboden.
In mei 1940 vertrekt de Letse bioloog en assistent aan de Gentse universiteit Falks-Fedor Epsteins met zijn echtgenote Nora Pieruccini naar Frankrijk. In hun gezelschap is professor-geneesheer Paul Van Oye. Na zijn terugkeer te Gent laat Falks-Fedor zich in het Gentse Jodenregister inschrijven. Omdat hij een plaats als docent ambieert aan de universiteit van Riga vertrekt hij met zijn echtgenote op 5 februari 1941. Falks-Fedor krijgt een lesopdracht aan de landbouwafdeling van de universiteit. Doordat de afdeling van Riga naar Jelgava wordt overgebracht … krijgt hij in September een leerstoel in de hydrobiologie (hetzelfde als Van Oye geeft!)…. Aan de brieftekst van Nora voegt Fedor een hele bladzijde toe: …Ik heb de opdracht een nieuw laboratorium te organiseren, en het is aangenaam zelfs van onder optebouwen! Tot de herfst moet ik dus het lab inrichten, lessen en practica voorbereiden en zal tegelijkertijd mijn experimenteel werk voortzetten. Vermits de leerstoel zijn onderwijzende werkzaamheid in den herfst begint zal ik slechts dan tot docent benoemd worden. Nu ben ik officieel assistent…. .
18. Nora Pierrucini en Falks-Fedor Epsteins, ca. 1940.
Het sinds 1918 onafhankelijke Letland is in juni 1940 bezet door de Sovjet-Unie. Immers, door het niet-aanvalspact tussen Hitler en Stalin is Letland door de Sovjet-Unie gedwongen tot ‘een verdrag van wederzijdse bijstand’. In de zomer van 1941 en na het Stalin-regime wordt het Joodse volksdeel nu het mikpunt van de Duitsers. Ook Fedor verdwijnt vrij snel in het getto van Riga. Toch blijft hij vanuit zijn gevangenkamp herhaaldelijk aandringen opdat Nora naar België zou terugkeren. Nora moet bewijzen dat ze van Belgische nationaliteit is, niet van Joodse voorouders afstamt en dient eveneens officieel van Fedor te scheiden. Begin februari 1942 krijgt Nora een laatste levensteken van Falks-Fedor. Volgens de akte van vermoedelijk overlijden, opgemaakt te Gent in 1956, sterft Fedor op 1 juli 1942 te Riga. De meeste van de Letse Joden worden gedood in het concentratiekamp Salaspils of geëxecuteerd in het woud van Rumbula.
De Poolse student Raphaël Kaufmann behaalt in 1934 de wetenschappelijke graad van dokter in de genees-, heel- en verloskunde aan de Gentse universiteit. Op 20 augustus 1941 huwt hij te Gent met Lica Sterenberg. In augustus 1942 wordt hij verzocht zich aan te melden in het verzamelkamp te Mechelen en volgens een brief van de Jodenvereniging …d’après les promesses que nous a faites le Sicherheitsdienst, les médecins de camps ne seront pas déportés… . Raphaël gaat evenwel niet op het voorstel in. Marcus Fink, die in juli 1942 de academische graad van dokter in de genees- en de verloskunde behaalt, aanvaardt de baan van kampdokter te Mechelen. Op 25 augustus 1942 behoort hij tot het 5de konvooi dat vanuit Mechelen richting Auschwitz vertrekt. Raphaël Kaufmann wordt met zijn echtgenote opgepakt bij de eerste grote razzia in Gent.
19. Gedenkplaat voor de slachtoffers van de Shoah, Aula, UGent.
Op 26 november 1941 wordt aan David Lustig, de zoon van de rabbijn en kandidaat in de natuur- en geneeskundige wetenschappen, de toegang tot de lokalen van de Gentse universiteit ontzegd, dit op basis van de verordening op het onderwijs (tussen 23 oktober 1940 en 21 september 1942 worden liefst 18 verordeningen tegen de Joden uitgevaardigd).
De Joodse arts en weduwe Rifca-Tirlea Schor, in 1926 afgestudeerd en in 1932 als laureate van de Soupart-prijs uitgeroepen, wordt met haar kinderen Marcel en Claudine Ghiventer op transport gezet. Toegevoegd aan konvooi XIX dat op 15 mei 1943 uit Mechelen vertrekt, overleven ze Auschwitz niet.
Op 14 mei 1996 wordt in het peristilium van de aula van de Universiteit Gent (Voldersstraat) een gedenkplaat onthuld met daarop de namen van de Joodse slachtoffers van de Shoah 1940-1945: assistent Falks-Fedor Epsteins en de studenten Joachim Esberg (ook leraar aan het Atheneum), Louis Lelie (kandidaat landbouwingenieur) en de studenten in de natuur- en geneeskunde Marcus Fink, David Lustig en Jacob Van Engel.
Lees verder: 2.4. Leonardo Conti te gast
Keer terug: 2.2. De faculteit Geneeskunde tijdens de bezetting