de Saint-Genois, Jules (1813-1867)

Hoewel  Jules de Saint-Genois opgroeit in een oude adelijke familie, waar Frans uiteraard de voertaal is, spring hij vrij snel op de kar van de nog jonge Vlaamse Beweging en wordt er zelfs één van de Gentse boegbeelden van. Toch blijft hij een Belgisch patriot. Hij is unionist in hart en nieren en ziet met lede ogen de polarisatie tussen katholieken en liberalen in 1857, zowel op het lokale als op het landelijke vlak. Met deze verandering in het politieke landschap neemt zijn korte Gentse politieke carrière die startte in 1848, een einde. Jurist van opleiding, gaat de voorkeur van de Saint-Genois evenwel uit naar geschiedenis en literatuur. Hij wordt achtereenvolgens archivaris van de provincie Oost-Vlaanderen en hoogleraar-bibliothecaris aan de Gentse universiteit. Hij schrijft zowel fictie als non-fictie over historische onderwerpen en is actief in talrijke verenigingen.

Een Vlaams bewustzijn

Wanneer de Saint-Genois in 1825 de klassieke humaniora aan het college in Mechelen volgt, krijgt hij er zijn eerste lessen Nederlands, hoewel hij door zijn contacten met de plaatselijke jeugd van Meise waar hij opgroeit in een kasteeltje, enige notie van het Brabants moet hebben gehad. Na de heropening van de Gentse universiteit  begin 1831, start hij zijn rechtenstudies. Auguste Voisin die geschiedenis, Latijn en Grieks doceert aan de Vrije Faculteit Letteren en Wijsbegeerte en de rechtsgeleerde Leopold Warnkoenig, wekken zijn interesse voor historische onderwerpen, geheel in overeenstemming met het heersende tijdsklimaat van het romantisch nationalisme. De exploratie van het ‘Vlaams’ verleden ligt dan ook voor de hand. Vooral de vrienden van de Saint-Genois bepalen in sterke mate de plaats die hij zal innemen in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd: Pierre de Decker, de latere eerste minister (1855-1857), boezemvriend sinds de universiteit, Jan-Frans Willems, Prudens van Duyse en vooral Ferdinand Snellaert.

Een gevuld leven

Na het behalen van zijn doctorstitel in 1834, loopt de Saint-Genois stage aan de Gentse balie, waarna hij zich vestigt als advocaat, wat hij zal blijven tot 1864. Als zijn vriend Constant Serrure eind 1835 benoemd wordt als professor geschiedenis aan de Gentse universiteit, volgt hij hem kort nadien op als archivaris van de provincie Oost-Vlaanderen, waar hij voortbordurend op het werk van zijn voorganger een archiefinventaris opmaakt. Eveneens in 1836 vervangt hij de naar Freiburg uitgeweken Warnkoenig in de redactie van de ‘Messager des Sciences’ wat hij bijna als zijn levenswerk opvat en waarin hij tot het eind van zijn dagen bijzonder veel artikels zal publiceren. In 1837 huwt de Saint-Genois met Albine van der Bruggen, waarmee hij acht kinderen heeft. Tussen 1835 en 1862 publiceert hij verschillende romans en novellen, doorgaans historisch, meestal in het Frans, soms in het Nederlands. In 1843 volgt hij de overleden Auguste Voisin op als bibliothecaris van de Gentse universiteitsbibliotheek en krijgt de titel van professeur extra-ordinaire.
In 1863 wordt de Saint-Genois tevens benoemd als lid van de ‘verbeteringsraad van het middelbaar onderwijs’, een taak die hij met veel bezieling tot zijn laatste dagen zal uitoefenen.

Politieke carrière

Zijn korte Gentse politieke carrière start in 1848, enkele maanden na het verschijnen van zijn politiek pamflet ‘Wat zullen wy worden?’ , naar aanleiding van de februariomwenteling in Parijs, waarin hij pleit voor een sterk Belgisch staatsbestel als tegengewicht voor het republikeins gedachtegoed en uit schrik voor een nieuwe Franse bezetting. Zoals de meeste kandidaten staat hij op verschillende kieslijsten, een praktijk die 1857 eindigt met de duidelijke opsplitsing van liberalen en katholieken, net als de politieke loopbaan van de Saint-Genois die in 1857 op de katholieke lijst figureert. In het vorig stadsbestuur is hij nochtans schepen voor openbaar onderwijs en schone kunsten. Hij is in de gemeenteraad een groot pleitbezorger van de Vlaamse zaak.

Bibliothecaris

Net zoals zijn voorgangers, Lammens en Voisin, is de Saint-Genois een groot bibliofiel. Vanaf 1841 staat hij in de ‘Wegwyzer der stad Gent’, vermeld bij de boekverzamelingen. Zijn jarenlange ervaring als archivaris van de provincie Oost-Vlaanderen, maakt hem een uitermate geschikt kandidaat om Voisin in 1843 op te volgen als bibliothecaris. Hij zet het werk van zijn voorganger verder en publiceert een catalogus in verschillende afleveringen. Zijn grootste passie is het catalogeren van de rijke handschriftenverzameling, die op dat moment 684 stukken bevat en in 1852 uitmondt in een omvangrijke publicatie. De de vele binnen- en buitenlandse contacten van de Saint-Genois zorgen ervoor dat hij de universiteitsbibliotheek kan aanvullen met talrijke belangrijke publicaties. Hiertoe onderneemt hij zelf reizen naar Frankrijk, Engeland, Duitsland, Oostenrijk en Italië.

Liefde voor Gent

De grootste droom van de Saint-Genois is het schrijven van de geschiedenis van Gent, waarvoor hij jarenlang een rijke verzameling aan documenten verzamelt en data bijhoudt. Door zijn vroegtijdig overlijden in 1867 aan de gevolgen van jicht en een al te bourgondisch leven, wordt die droom nooit verwezenlijkt. De liefde van de Saint-Genois voor de stad Gent komt zowel in zijn brieven als handelswijze naar voor, maar nog meer in zijn historische romans, waarin hij de luister van de oude middeleeuwse stad weergeeft.

 

Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
22 november 2019

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. “de Saint-Genois, Jules (1813-1867).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 19.12.2019. https://www.ugentmemorie.be/personen/de-saint-genois-jules-1813-1867

Bibliografie

Apers, René, Schets eener geschiedenis der universiteitsbibliotheek te Gent, overdruk uit Handelingen van het tweede congres voor boek- en bibliotheekwezen. Gent, 31 maart - 4 april 1932, Gent, 1933
Coupé, Bernadette, Leven en werk van baron J. de Saint-Genois 1813-1867. Inventaris van de briefwisseling 1843-1867, Gent, 1977, onuitgegeven licentiaatsverhandeling
http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_3557.php
https://lib.ugent.be/en/catalog?q=de+Saint-Genois+Jules
http://www.ugentmemorialis.be/catalog/000003996

Herinnering

‘En wie naderde hem, en vroeg zijne hulp, en vond die niet? Niemand. De moedige jongeling vond bij hem voorspraak en ondersteuning; en was hij behoeftig, zelfs bij ondankbaarheid, heeft hij nooit voor anderen te blozen gehad over ontvangene weldaden’. Ferdinand Snellaert, lijkrede

Deel deze pagina: