Claeys, Roger (1924-2020)

Roger Claeys groeit op als enig kind van de schrijnwerker-meubelmaker Albert Claeys en textielarbeidster Rosa Werdefroy. Het gezin heeft het niet breed en zonder externe steun was verder studeren onmogelijk geweest. Maar Roger is een doorzetter en een briljant student en behaalt zijn artsendiploma.

Leren is niet evident

In de lagere stadsschool in de Jacob van Maerlantstraat valt hij op door prima resultaten: hij is er “primus perpetuus”. De schooldirecteur ziet iets in kleine Roger en pleit bij zijn ouders voor verder onderwijs. In het Atheneum aan de Ottogracht volgt hij de Oude Humaniora. De nodige schoolboeken krijgt hij door bemiddeling van het Van Crombrugghe-genootschap waar hij, dankbaar, zijn verdere leven lid van blijft. In het Atheneum belandt hij in een groep goed vooropgeleide, vaak Franstalige jongeren, maar ook daar behaalt hij uitmuntende rapporten. Veel comfort is er niet in het rijhuis op de Gasmeterlaan waar het gezin woont: er is één verwarmde ruimte, de keuken/woonkamer. Hij studeert op zijn kamer, in de winter van kop tot teen in een deken gehuld, zonder elektriciteit, met een lamp aan een snoer van vriendelijke buren, die wel de stekker uittrekken als ze zelf gaan slapen.

Universitaire studies

Op 22 juni 1944 ziet Roger vanuit zijn kamer de “kettingbommen” vallen op Gent-Zeehaven. De Tweede Wereldoorlog verstoort het normale verloop van secundair naar hoger onderwijs. Van 16-09-'42 tot 01-12-'44 werkt hij bij de Nationale Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Werkloosheid waar hij het aanbod krijgt er zijn loopbaan uit te bouwen indien hij 'Rechten' studeert. Hij begint inderdaad aan die studie, maar kiest uiteindelijk voor Geneeskunde. Dit gebeurt via een studielening, maar om daarvan te kunnen genieten moet elk jaar met onderscheiding worden beëindigd.
Na het behalen van zijn artsendiploma in 1950 opteert hij voor de specialisatie Interne Ziekten bij prof. L. Remouchamps, waar hij op 1 oktober 1951 assistent wordt. Hij loopt buitenlandse stage in de cardiologie bij prof. J. Lenègre in het Hôpital Boucicaut en bij prof. P. Soulié in Hôpital Lariboisière, beide in Parijs, waar hij logeert in La Fondation Universitaire Biermans-Lapôtre. Later doet hij ook nog stage in Amsterdam bij prof. J.G.G. Borst. 
Intussen huwt hij sociaal verpleegkundige Gabriëlle Vanham. Het koppel krijgt één dochter.

Werken en studeren

Gedurende zeven jaar heeft Roger Claeys een thuispraktijk als internist-cardioloog. Daarnaast is hij verbonden aan de Onzijdige Mutualiteit. De studiemicrobe blijft echter al die tijd kriebelen en Roger wordt ook Geneesheer-Hygiënist (1959) en licentiaat en doctor in de Lichamelijke Opvoeding (1963). Na zijn benoeming als docent aan de Gentse Universiteit in 1963 behoudt hij nog één externe polikliniek in het toenmalige Institut Moderne, waar hij werkt tot 1997.

Carrière aan de UGent

In 1964 wordt hij benoemd tot diensthoofd van twee jaar eerder opgerichte Laboratorium voor Ontleding van de Beweging van de Mensen, en blijft dit gedurende vijfentwintig jaar. De taak van dit laboratorium is niet alleen de beweging van de mens analyseren in zijn alledaagse activiteiten, maar ook en voornamelijk bij sportieve prestaties. Het laboratorium wordt nadien voornamelijk bekend voor het gespecialiseerd onderzoek van de stappende en lopende mens en de studie van gang-stoornissen en pathologische afwijkingen van het normale stappatroon. Onder de impuls van Roger Claeys wordt in de afdeling Ingenieurs een krachtenplateau ontwikkeld en vervaardigd. Bij zijn emeritaat wordt Roger Claeys geprezen voor zijn inzet en werkkracht, waardoor de ´Biometrie` uitgegroeid is tot een volwaardig wetenschappelijke leerstoel!”.

Bewogen en bewegen

Roger blijft eenvoudig en sociaal bewogen. Van 1969 tot 1980 is hij lid van het Gentse Bestendig Bureau van de C.O.O. (Commissie van Openbare Onderstand), later O.C.M.W. 
Hij geeft daarnaast meerdere lezingen waarin hij het belang van bewegen onderstreept: “We eten te rijkelijk, we bewegen te weinig, we zitten teveel. De natuurlijkste manier van bewegen is de wandelsport te beoefenen!”. Tot op hoge leeftijd is hij een wandelend voorbeeld van zijn theorie. Ook de familievakanties bestaan jarenlang uit bergwandelingen, later zoekt hij het nog hoger met trektochten in Nepal. 
Op 22 oktober 1990 is, vanzelfsprekend, het onderwerp van zijn afscheidsrede ter gelegenheid van zijn emeritaat: “Sport en Gezondheid”. 
Na zijn pensioen blijft eeuwige student Roger een regelmatige bezoeker van de Universitaire Medische Bibliotheek in het UZ, waar hij zijn honger stilt naar kennis over voornamelijk nefrologie. Tot op hoge leeftijd blijft hij cursussen en lezingen volgen bij onder meer de Lodewijk de Raedt-stichting en het Davidsfonds. Zijn laatste levensjaren verblijft hij in een Gents rusthuis.

 

Familie Claeys-Vanham
21 juli 2020

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Familie Claeys-Vanham. “Claeys, Roger (1924-2020).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 22.07.2020. www.ugentmemorie.be/personen/claeys-roger-1924-2020.

 

BIBLIOGRAFIE

Laporte, W. , 75 jaar lichamelijke opvoeding aan de RUG in de reeks: Uit het verleden van de RUG, nr. 17, Gent, 1984.

Lenoir, Matthieu, Tolleneer, Jan, Laporte, Willy, 100 jaar opleiding lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen aan de universiteit Gent, Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen UGent, 2007.

 

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Prof. dr. Roger Claeys, in memoriam in de schoot van AlumniHILO, Universiteit Gent

Op 5 juli 2020 overleed Prof.Dr.Roger Claeys (3 januari 1924), emeritus gewoon hoogleraar aan de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent.
De academische loopbaan van Professor Claeys speelde zich hoofdzakelijk af in het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding (HILO, later de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen) waar hij in 1963 als docent benoemd werd tot titularis van de leerstoel “Theorie en ontleding van de menselijke bewegingen”. Op 1 oktober 1989 werd hem het emeritaat verleend en kon hij de titel van emeritus gewoon hoogleraar dragen.

Dr.Roger Claeys was licentiaat in de genees-, heel en verloskunde, met als specialisatie geneesheer-hygiënist. In 1963 behaalde hij zijn doctoraat in de lichamelijke opvoeding. Hij behoorde tot de generatie van professoren die vanuit een biomedische invalshoek het onderwijs, onderzoek en dienstverlening aan het HILO mee vorm hebben gegeven. Voor de rijke meer dan 100-jarige geschiedenis van de opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Gent verwijzen we naar de boeken die uitgegeven zijn bij het 75- en 100-jarig bestaan.

Als voltijds professor heeft Roger Claeys in belangrijke mate bijgedragen tot de uitbouw van het HILO.
Van bij zijn aanstelling kreeg hij de opdracht en de middelen om aan het HILO het Laboratorium voor Ontleding van Bewegingen uit te bouwen. Hij volgde daarbij de internationale wetenschappelijke opkomst van de (Sport)Biomechanica met onder meer in 1967 het eerste Europees Symposium Biomechanics in Zürich. Om verschillende aspecten van de menselijke beweging kwantitatief te kunnen meten werd apparatuur gekocht en methodologie ontwikkeld. Het kinematisch bewegingsverloop werd geregistreerd met 16mm film camera’s waarvan de beelden manueel en semi-elektronisch verwerkt werden. Wie herinnert zich niet het monnikenwerk bij het beeld-voor-beeld overtekenen van bewegingstrajecten op kalkpapier. Of het analytisch berekenen van de 2D -baan van het lichaamszwaartepunt op basis van de XY-coördinaten van de lichaamssegmenten bekomen met de Vanguard Motion Analyser. Dankzij samenwerking met het RUG laboratorium voor machines en machinebouw werd het labo ook uitgerust met een van de eerste krachtmeetplatformen in Europa dat door middel van rekstrookjes de verticale grondreactiekracht elektronisch kon meten. Wat later volgden commercieel verkrijgbare versies, o.m. de befaamde Kistler van 0,4 bij 0,6m, die de grondreactiekrachtvector konden meten. Om de complexe spierwerking tijdens grootmotorische taken beter te begrijpen werd de elektromyografie uitgebouwd. Ook accelerometrie door middel van hoogfrequente versnellingsmeters werd voorzien. We kunnen het ons nu nog moeilijk voorstellen, maar in het pre PC-tijdperk werden al deze hoogfrequente analoge signalen geregistreerd met snelle elektronische schrijfapparaten. In het HILO-archief hebben we nog dikke pakken papier met curves liggen. Bij het aanwenden van deze basismethoden uit de biomechanica was het belangrijk om verschillende methoden te combineren en de metingen te synchroniseren. Er werd ook geprobeerd om het natuurlijk bewegingsverloop zo weinig mogelijk te verstoren. Exemplarisch was het inbouwen van de krachtmeetplatformen in een verhoogd loopoppervlak.
De biomechanische analyse van de menselijke stap- en loopbeweging was het geliefd onderzoeksonderwerp van Prof.Claeys. Hij publiceerde hierover een aantal artikels en deed congresmededelingen. Er volgden hierover ook twee doctoraten onder zijn promotorschap. In totaal promootte hij vier doctoraten.
Tekenend voor zijn engagement naar de Lichamelijke Opvoeding en de bewegings- en sportwetenschappen was dat hij aan de studenten de mogelijkheid bood om als licentiaatsthesis een bewegingsanalytisch onderzoek te doen van vrijwel elke sportbeweging, indien methodologisch haalbaar. In de periode 1963-1989 kozen ongeveer een derde van de LO-studenten als thesis voor een proefondervindelijke biomechanische studie van een beweging uit locomotie, gymnastiek, fietsen, atletiek, balsporten etc. Gelukkig zijn deze thesissen en de bijhorende filmopnames en curves nog grotendeels bewaard in het HILO archief. Een zeer interessante beeldbank, niet in het minst omdat de 16mm filmbeelden in negatief ontwikkeld werden. Een fragment wordt getoond in het nagelnieuwe GentsUniversiteitsmuseum, dat opent op 3 oktober 2020.
We vermelden ook Prof.Claeys’ uitbouw van een rijke deelbibliotheek met alle toenmalige standaardwerken en de meeste internationale tijdschriften van de menselijke biomechanica.
De wetenschappelijke inzichten uit bovenvermeld onderzoek en uit literatuurstudie vertaalde Prof.Claeys in zijn onderwijs. Zijn lessen werden door de studenten gesmaakt … en zelden gebrost. De lessen waren eerst en vooral sterk betrokken op ons vakgebied: hoe bewegen mensen, hoe functioneert het bewegingsstelsel, wat is de belasting, met implicaties voor leren van bewegingen en voor sporttraining. Hij hanteerde een mix van proefondervindelijke bevindingen en theoretische concepten, soms met een eigen LO-vertaling. Wie herinnert zich niet de frequent terugkerende principes actie-reactie, overzetten van beweging, lendenslag, spierwerking in gesloten kinematische keten etc. Dit alles rijkelijk geïllustreerd met filmbeelden en grafieken. Voeg daarbij een geboren verteller, en de truc om bij de aanvang van de les zeer stil te spreken…. aandacht verzekerd. Vanuit zijn scholing in de geneeskunde gaf hij ook de lessen Hygiëne aan de studenten LO.
Prof.Claeys droeg ook op andere vlakken bij aan de werking van het HILO. Hij was gedurende 11 jaar voorzitter van de HILO-raad en promotor van het eredoctoraat in de Lichamelijke Opvoeding voor R.J.Shephard (Can) in 1988.

Prof.Claeys inspireerde menig HILO student.
We onthouden zijn be- en verwondering voor de menselijke beweging, gekruid met een fijne humor.

Em.prof.dr. Dirk De Clercq, vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen, UGent
30 september 2020