Backes, Fernand (1897-1985)
Van wiskundige Fernand Backes staat bij generaties studenten zijn heel eigen gebruik van de Nederlandse taal in het geheugen gegrift. Aan een vernederlandste Gentse universiteit gaf de in het Frans opgevoede Backes niettemin lessen wiskundige analyse op een hoog niveau en toonde hij zich een opmerkelijk bekwaam pedagoog. Ook als wiskundige, met als specialisatie infinitesimaalmeetkunde, is hij hoogstaand.
Wees in Wereldoorlog I
Fernand Backes wordt geboren in Vilvoorde op 24 december 1897 als zoon van onderluitenant Jean-Pierre Gustave Backes en Marie Angélique Van Hove. Zijn vader is op het moment van zijn geboorte als beroepsmilitair gelegerd in Vilvoorde en later in Ath, waar het hele gezin zijn intrek neemt. Zodoende volgt de zoon het lager en het grootste deel van het middelbaar onderwijs aan de Ecole Régimentaire van Ath in het Frans. In 1914 wordt zijn vader overgeplaatst en het gezin verhuist mee naar Gent. Zijn vader is een van de eerste slachtoffers van de Duitse inval.
Infinitesimaalmeetkunde
In hetzelfde jaar 1914 wint Backes de tweede prijs wiskunde in het Concours général de l'enseignement moyen. Zijn aanleg voor wiskunde is duidelijk en het verwondert niemand dat Backes in 1922 promoveert tot doctor (wat later licentiaat zou gaan heten) in de wis- en natuurkunde aan de Universiteit van Gent. Hij wint een reisbeurs, waardoor hij tijdens het academiejaar 1922-1923 aan de Sorbonne en aan het Collège de France kan genieten van de lessen van eminente Franse wiskundigen uit deze periode. Bij zijn terugkeer in 1923 werkt hij een drietal maanden als wiskundeleraar aan het Gentse Atheneum, waarna hij repetitor wordt aan zijn Alma Mater bij Alphonse Demoulin (1869-1947) die Wiskundige Analyse doceert in het Frans.
Bij de gedeeltelijke vernederlandsing van de Gentse universiteit wordt naast die Franstalige cursus, een Vlaamse cursus Differentiaal- en Integraalrekening opgericht, gedoceerd door Carlo De Jans (1880-1958). Deze is geregeld ernstig ziek en Backes vervangt hem dan. Na het emeritaat van De Jans wordt de volledige leeropdracht toevertrouwd aan Backes; hij oefent die uit tot aan zijn emeritaat in 1967 en wordt een expert in de wiskundige analyse. Backes’ eigen onderzoek en meer dan 150 publicaties ontfermen zich allemaal over de infinitesimaalmeetkunde - berekeningen grenzend aan het oneindige. Hij overlijdt in Gent in 1985.
Competent lesgever wiskundige analyse
Zoals hij op zijn portret staat, zo staat hij ook aan het bord in Auditorium D van de Voorbereidende Scholen, Plateaustraat 22: steeds dezelfde kledij, krijt in de hand, bijgestaan door de ‘bordveger’, een zittenblijver door Backes aangeduid vanaf de eerste les. Het auditorium puilt uit, de eerstejaarsstudenten zitten tot op de vensterbanken, notities op de schoot. Er is immers geen cursus beschikbaar, je moet ter plekke noteren. En dit drie keer per week, een heel academiejaar lang. De lessen zijn schitterend; Backes heeft cursus noch spiekbriefje bij en toch komen de formules perfect en leesbaar op het grote, zwarte, leistenen bord. De inspanning is aanzienlijk; zwaar transpirerend beëindigt hij telkens de les.
De toekomstige burgerlijk ingenieurs hebben tussentijdse ‘repetities’, ondervragingen, afgenomen door de repetitor Clément Eysselinck. De anderen (kandidatuur wiskunde en kandidatuur natuurkunde) hebben geen tussentijdse ondervragingen, maar enkel het examen eind juni, begin juli. In minder dan twee weken worden alle examens mondeling afgelegd. Zo is het niet te verwonderen dat bijvoorbeeld in de eerste kandidatuur wiskunde in 1955, op de 63 ingeschreven studenten er maar 7 slagen in de eerste zittijd en nog eens 7 in de tweede. In de licenties wiskunde gaat het comfortabeler: professor Backes stelt zijn nota’s ter beschikking van de studenten die ze dan manueel moeten overschrijven (we bevinden ons inderdaad nog in het pre-fotokopieertijdperk).
De studenten geven beurtelings les aan het bord met de nodige verbeteringen en toelichtingen van de professor en worden zo zelf getraind op het lesgeven. Alle begeleiding gebeurt in die tijd nog exclusief tijdens de lessen, want het is pas vanaf de jaren 1960 dat er middelen genoeg zijn om elke professor wiskunde een bureau en een medewerker te bezorgen. Maar Backes vervult dus, ondanks die praktische beperking, ruimschoots zijn taak als uitmuntend pedagoog. Wanneer een vernieuwing van het wiskunde-onderwijs (in het lager en secundair onderwijs) zich aankondigt op het einde van zijn carrière, is Backes daarvoor absoluut niet enthousiast. Het fiasco van deze allicht goedbedoelde onderneming heeft hem a posteriori gelijk gegeven.
Backes gaat op emeritaat in 1967. Fernand Vanmassenhove zal Backes opvolgen voor de opleidingen wiskunde en fysica en Frederik Kuliasko voor de ingenieursopleidingen.
Het Nederlands van Backes
Elke oud-student van Backes herinnert het zich: zijn taal was uniek, nauwelijks te imiteren. Voor een verklaring moet je uiteraard terug naar zijn biografie. Hieruit blijkt dat hij (volledig Franstalig) opgroeit in Wallonië en in het toenmalige Gent zijn opleiding voltooit, nog steeds in het Frans. Hoe hij het Nederlands verwerft, is ons niet bekend. In elk geval is zijn kennis ervan voldoende om de wiskundige analyse perfect over te brengen.
Van zijn twee voorgangers is De Jans Nederlandstalig, Demoulin Franstalig. Deze laatste geeft geen les meer vanaf 1936, bij de volledige vernederlandsing van de ingenieursopleiding. Vanaf dan neemt het aandeel van Backes bij de respectieve opleidingen Burgerlijk Ingenieur en de licentie Wis- en Natuurkunde gaandeweg toe. We mogen aannemen dat in deze periode zijn origineel gebruik van de Nederlandse taal de vorm verkrijgt die alle oud studenten zich levendig herinneren.
Frederik Kuliasko en Lucien Fiermans
Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur en faculteit Wetenschappen UGent
19 juni 2016
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Kuliasko, Frederik en Lucien Fiermans. “Backes, Fernand (1897-1985).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 15.11.2024. http://ugentmemorie.be/personen/backes-fernand-1897-1985.